ECLI:NL:GHAMS:2019:3787
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorhanden hebben vals paspoort na hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Albanië, was beschuldigd van het voorhanden hebben van een vals paspoort. De tenlastelegging betrof een incident op 23 november 2017 te Schiphol, waar de verdachte een nationaal paspoort van Albanië zou hebben afgeleverd of voorhanden heeft gehad, waarvan hij zou hebben geweten of redelijkerwijs moest vermoeden dat het vals of vervalst was.
Tijdens de zitting heeft het hof het procesdossier en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen. Het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het paspoort vals was. De advocaat-generaal en de raadsman waren van mening dat de verdachte vrijgesproken moest worden, en het hof volgde deze redenering.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters in tegenwoordigheid van de griffier de uitspraak hebben gedaan.