ECLI:NL:GHAMS:2019:3782

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2019
Publicatiedatum
18 oktober 2019
Zaaknummer
23-002064-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdzaak wegens gebrek aan bewijs van diefstal in vereniging

In deze jeugdzaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging van levensmiddelen uit een tankstation op 18 februari 2018. De advocaat-generaal had vrijspraak geëist. Tijdens de zitting op 1 oktober 2019 is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging. De camerabeelden toonden aan dat de verdachte samen met vier medeverdachten in de winkel was, maar er was geen bewijs dat hij betrokken was bij de diefstal. De verdachte verliet de winkel rustig, terwijl de medeverdachten rennend de winkel verlieten met goederen. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van de vereiste nauwe en bewuste samenwerking voor diefstal in vereniging. Daarom werd het vonnis van de kinderrechter vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002064-19
datum uitspraak: 15 oktober 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 27 mei 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-120738-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij:
op of omstreeks 18 februari 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid snoep en/of chips en/of levensmiddelen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan Tankstation [tankstation] (filiaal [adres 2]), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kinderrechter.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Het hof stelt voorop dat diefstal in vereniging kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een ander of anderen.
Het hof stelt vast dat uit de
stillsvan de camerabeelden kan worden afgeleid dat de verdachte samen met vier medeverdachten gelijktijdig in de winkel is, dat de verdachte vervolgens als eerste rustig de winkel uitloopt, waarna de medeverdachten rennend de winkel verlaten met een of meer producten in hun hand. Op de
stillsis niet zichtbaar dat de verdachte op enigerlei wijze contact heeft met de andere jongens en evenmin dat hij zelf iets uit het schap pakt en meeneemt op het moment dat hij de winkel uit- loopt.
Aldus is niet uit voornoemde
stills, en overigens evenmin uit de overige stukken in het dossier, af te leiden dat de verdachte de ten laste gelegde diefstal heeft gepleegd ofwel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking met de andere personen. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Plaisier, mr. M.J.A. Duker en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. K. Sarghandoy, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 oktober 2019.
=========================================================================
[…]