ECLI:NL:GHAMS:2019:3725

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2019
Publicatiedatum
15 oktober 2019
Zaaknummer
23-002327-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kinderrechter inzake bedreiging via Snapchat met nepwapen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 2000, was beschuldigd van bedreiging van een slachtoffer via Snapchat. De bedreiging vond plaats op 25 juni 2018, waarbij de verdachte een filmpje stuurde waarop een doorgeladen nepwapen te zien was, vergezeld van een dreigende tekst. De kinderrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een zwaardere straf geëist van 80 uren werkstraf, subsidiair 40 dagen jeugddetentie, met een voorwaardelijk deel van 40 uren. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen jeugddetentie. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de bedreiging en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De ernst van de bedreiging, die angst veroorzaakte bij het slachtoffer en diens familie, werd zwaar meegewogen in de strafoplegging. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002327-19
datum uitspraak: 10 oktober 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 19 juni 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-023389-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 september 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] schriftelijk (via de snapchat vanaf account [account]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een filmpje via snapchat te sturen, waarop een doorgeladen (nep)wapen te zien is en/of een tekst erbij staat met de volgende (dreigende) woorden "W8 je hele kk familie of moet er nog extra komen", althans woorden en/of afbeeldingen en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen ten aanzien van de bewezenverklaring, de kwalificatie en de strafoplegging komt dan de kinderrechter.

Bespreking bewijsverweer

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit nu niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte degene is die op het filmpje te zien is en evenmin dat de verdachte het filmpje heeft verzonden.
Gelet op de inhoud van het procesdossier en het ter terechtzitting verhandelde stelt het hof het volgende vast. Op 25 juni 2018 vond op straat een vechtpartij plaats tussen de verdachte en het slachtoffer [slachtoffer]. De aanleiding voor deze vechtpartij was de omgang tussen de verdachte en zijn vriendin [naam 1], de nicht van [slachtoffer]. Dezelfde avond is de verdachte, vergezeld door twee jongens, waaronder zijn vriend [naam 2], bij het ouderlijk huis van [slachtoffer] aan de deur gekomen. Volgens de moeder van [slachtoffer] had één van hen een bivakmuts op, de andere jongens hadden een capuchon over hun hoofd. Zij droegen een grote zwarte tas bij zich. Zij schopten en sloegen tegen de deur en zeiden dat de deur geopend moest worden. [slachtoffer] heeft de deur echter niet open gedaan. Ongeveer een uur na dit voorval ontving [slachtoffer] op zijn telefoon een snapchatfilmpje. Het filmpje was verzonden van de snapchat-account [account]. Dit account behoort aan de verdachte toe. Op dit filmpje toonde een persoon een vuurwapen dat werd doorgeladen. De volgende tekst stond onder het filmpje. “W8, je hele kk familie of moet er nog extra komen”.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat het de verdachte is geweest die het bedreigende filmpje aan [slachtoffer] heeft verzonden.
Op geen enkele wijze hebben de verdachte en zijn raadsman aannemelijk weten te maken dat een ander verantwoordelijk is te houden voor het versturen van het filmpje vanaf verdachte ’s snapchat-account. Daarbij neemt het hof mede in aanmerking dat de verdachte zelf enkel heeft gewezen op de mogelijkheid dat iemand anders dezelfde schermnaam heeft gebruikt, terwijl niet valt in te zien en ook niet is aangevoerd wie na de hiervoor weergegeven ontmoetingen zou moeten hebben beslist diens eigen Snapchat-schermnaam aan te passen in die van de verdachte en - zich dus voordoend als de verdachte - het bewuste bericht naar [slachtoffer] te sturen.
Om deze reden verwerpt het hof het verweer van de raadsman.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 25 juni 2018 te Amsterdam, [slachtoffer] via de snapchat vanaf account [account] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door een filmpje via snapchat te sturen, waarop een doorgeladen (nep)wapen te zien is en een tekst erbij staat met de volgende (dreigende) woorden "W8 je hele kk familie of moet er nog extra komen".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De kinderrechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen jeugddetentie, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde feit zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen jeugddetentie, waarvan 40 uren subsidiair 20 dagen jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De raadsman heeft ter terechtzitting het hof verzocht in geval van strafoplegging te volstaan met het opleggen van een straf zoals door de kinderrechter in eerste aanleg is opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Het hof verklaart anders dan de kinderrechter niet de strafverzwarende omstandigheid van artikel 285 lid 2 Wetboek van Strafrecht bewezen, nu de in dat artikellid genoemde bepaalde voorwaarden niet in de tenlastelegging voorkomen, maar dat doet aan de ernst van het feit niet af.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer] door hem vanaf zijn snapchat account een filmpje te sturen waarop te zien is dat een vuurwapen met kogels wordt doorgeladen, met daarbij de tekst “W8 je hele kk familie of moet er nog extra komen”. Met dit filmpje is het slachtoffer angst aangejaagd, nog meer dan door de enkele bedreigende tekst. [slachtoffer] vreesde zelfs voor zijn leven. Ook zijn familieleden is angst aangejaagd. Het hof neemt dit de verdachte zeer kwalijk.
Het hof heeft kennis genomen van het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 12 juni 2019 waarin de Raad voor de Kinderbescherming adviseert aan de verdachte indien schuldig bevonden een taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen.
Het hof heeft verder gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd en waarvan de oplegging haar weerslag heeft gevonden in de oriëntatiepunten van het LOVS. Daarin wordt voor een
first-offendervoor een bedreiging via internet een taakstraf van 20 uur genoemd, voor een bedreiging met een (nep) vuurwapen een taakstraf van 120 uur, waarbij het hof onder ogen ziet dat het hier de verzending van een filmpje betrof en niet een rechtstreekse bedreiging met een (nep)vuurwapen.
Het hof heeft ook acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 28 augustus 2019, waaruit blijkt dat de verdachte wel eenmaal een geldboete heeft gekregen maar niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. Het hof merkt de verdachte dan ook aan als
first-offender.
Het hof stelt vast dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Het hof acht, alles afwegende, een geheel onvoorwaardelijke werkstraf van na te melden duur passend en geboden.
Gezien de hiervoor omschreven ernst van het feit ziet het hof anders dan de raadsman geen aanleiding te volstaan met het opleggen van een werkstraf voor de duur zoals door de kinderrechter is bepaald.
Voor het opleggen van een voorwaardelijk deel, zoals door de advocaat-generaal geëist ziet het hof, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, ook geen aanleiding.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63, 77a, 77g, 77m, 77n en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen jeugddetentie.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. J.H.C. van Ginhoven en mr. M.J.A. Plaisier, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 oktober 2019.
=========================================================================
[…]