Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
itsluiting
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
4.Het geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het hoger beroep
- de behoefte van de vrouw (grieven 1 en 2 in principaal appel en grief 1 in incidenteel appel);
- de aanvullende behoefte van de vrouw (grief 3 in principaal appel);
- de draagkracht van de man (grief 4 in principaal appel);
- afbouw en nihilstelling van de partneralimentatie (grief 5 in principaal appel);
- de door de vrouw verzochte bedragen van € 58.370,- en € 70.000,- (grieven 2 en 3 in incidenteel appel).
- woonlasten (1);
- coach [X] € 80,- per maand (2);
- levensonderhoud en vakantie/hobby’s en sport (3).
- winst uit onderneming van € 50.000,- (a);
- jaarlijkse reservering belastingclaim € 25.000,- per jaar (b);
- arbeidsongeschiktheidsverzekering/oudedagsvoorziening € 10.000,- per jaar (c);
- vooralsnog € 3.006,- per jaar aan woonlasten (d).
- naheffing en boete inkomsten- en omzetbelasting 2017 en 2018 (e);
- jaarlijkse reservering bedrijfsauto en FOR (f).
“Indien het huwelijk door echtscheiding wordt ontbonden zal de man aan de vrouw een bedrag groot eenhonderdduizend euro (€ 100.000,00) uitkeren.”Tussen partijen is niet in geschil dat de tekst van artikel 12 in het door de notaris op 14 juli 2009 uitgegeven afschrift, waarvan de inhoud hiervoor onder 3.2 is weergegeven, de tekst is die tussen hen geldt. Evenmin is in geschil dat de man inmiddels een bedrag van € 100.000,- aan de vrouw heeft voldaan.