ECLI:NL:GHAMS:2019:3631
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot schorsing tenuitvoerlegging in hoger beroep van een koopovereenkomst met betrekking tot koel- en vriescellen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van de kantonrechter. De appellante, Horeca Occasion Center, was in hoger beroep gekomen van een vonnis waarin de kantonrechter had geoordeeld dat de koopovereenkomst tussen partijen was ontbonden. De kantonrechter had de appellante veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.155,80 aan de geïntimeerde, Quichekeurige, en had haar verplicht om de geleverde koel- en vriescellen te demonteren en af te voeren. De appellante vorderde in het incident schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis, stellende dat executie zou leiden tot een noodtoestand en dat er sprake was van misbruik van bevoegdheid. De geïntimeerde betwistte de vordering en voerde aan dat de appellante niet had aangetoond dat er na het vonnis nieuwe feiten waren die een noodtoestand zouden veroorzaken.
Het hof oordeelde dat de appellante niet had aangetoond dat het bestreden vonnis op een juridische of feitelijke misslag berustte. De stelling van de appellante dat de algemene voorwaarden niet van toepassing waren, kon pas in de hoofdzaak worden behandeld. Het hof concludeerde dat de belangen van de appellante bij schorsing niet zwaarder wogen dan die van de geïntimeerde bij de tenuitvoerlegging. Daarom werd de incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging afgewezen. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak, waarin een comparitie van partijen is gelast op 21 oktober 2019.