11.9Het gestelde 11.6 en 11.8 ten aanzien van de bedrijfsschade geldt niet bij schade als gevolg van grove schuld of ernstige nalatigheid van verhuurder ten aanzien van de staat van het gehuurde of van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt. Evenmin geldt het gestelde in 11.6 en 11.8 ten aanzien van de bedrijfsschade indien de schade het gevolg is van een gebrek aan het gehuurde dat verhuurder bij het aangaan van de huurovereenkomst kende of had behoren te kennen, tenzij het gaat om gebreken waarvan huurder op de hoogte was of had kunnen zijn door zijn onderzoek als omschreven in 4, welk gebrek alsdan tussen partijen niet als een gebrek kan worden beschouwd.
d. Op 5 december 2014 is brand uitgebroken in de werkplaats van Auto Rivano. EMN
Forensic heeft in opdracht van de verzekeraar van Glennro een onderzoek ingesteld en
geconcludeerd dat geen concrete oorzaak kan worden aangegeven. De meest aannemelijke lijkt volgens de deskundige een technisch defect of storing in een looplamp.
e. Als gevolg van de brand is rook binnengetreden in de door [X] gehuurde bedrijfsruimte en zijn de daarin aanwezige inventaris en voorraad vervuild geraakt met roet. In een in opdracht van [X] Trading B.V. opgemaakt rapport van Tegenwicht Contra-Expertise is de schade in verband met het verloren gaan van (handels)goederen en inventaris en de noodzakelijke reiniging van inventaris begroot op € 132.892,39.
f. In een in opdracht van [X] opgemaakt rapport van Verza Schadeonderzoek
B.V. van 23 maart 2015 staat, voor zover van belang:
Er is sprake van één bedrijfspand (brandcompartiment), dat is opgedeeld in 2 sub-brandcompartimenten. Daartoe is tussen de compartimenten een brandscheiding geplaatst in de vorm van een muur bestaande uit gasbetonplaten met een brandwerendheid van minimaal 20 minuten (zo blijkt uit de bouwvergunning). In die muur is een doorgang die kan worden afgesloten met een brandwerende schuifdeur. (…)
Uit een aangetroffen keuringssticker op de branddeur (zijde garagebedrijf) blijkt, dat de deur in november 2006 voor het laatst werd gekeurd/onderhouden. Dit terwijl dergelijke deuren wettelijk gezien jaarlijks gecontroleerd moeten worden.
Rapporteur constateerde dat de gesloten branddeur de doorgang qua oppervlak wel afsluit, maar dat er sprake is van zeer grote spleten tussen de deur en de wand. Aan sluitzijde valt de deur in een stalen aanslagprofiel, waardoor op die plek sprake is van een rook- en vlamdichte afsluiting. Aan de andere zijde en de bovenzijde van de deur is zo’n aanslagprofiel niet aanwezig. Door het ontbreken van de profielen is er bij gesloten deur sprake van een spleet van 3 cm tussen deur en muur. Dit over de gehele hoogte van de deur. Ook aan vloer- en bovenzijde is een spleet van 3 cm tussen deur en vloer/wand. (...)
Tijdens de brand speelden de aangetroffen spleten rondom de deur in ieder geval wel een belangrijke rol bij het verspreiden van rook en roet. Was de deur op correcte wijze afgesloten geweest, dan hadden rook en roet zich niet of nauwelijks tot in uw ruimte kunnen verspreiden. Nu vormde de deur nauwelijks een barrière en konden rook en roet vrijelijk via de spleten uw ruimte in trekken, met alle gevolgen van dien. (...)
Gelet op de aangetroffen spleten rondom de branddeur moet worden geconcludeerd dat de deur niet conform de eisen zoals gesteld in de artikelen 2.113 en 2.143 van het bouwbesluit is uitgevoerd.
Vuur, rook en roet kunnen immers ongehinderd zich van het ene naar het andere compartiment verspreiden via de aanwezige spleten rondom de branddeur. (...)
Rapporteur constateerde dat de bij de brand in het garagebedrijf vrijkomende rook en roet zich vrij tot in uw bedrijfsruimte konden verspreiden via de grote spleten tussen de brandmuur en de daarin opgenomen branddeur tussen de 2 compartimenten. Daardoor ontstond ook de grootste rook- en roetschade in uw bedrijfsruimte. (...)
Een deel van de rook- en roetvervuiling ontstond omdat de brandmuur niet tot door het dak was doorgetrokken. Via naden en kieren rondom de dakbalken e.d. konden rook en roet zich beperkt naar binnen persen.
g. [X] heeft vanaf mei 2015 de huur niet meer betaald.
h. Eind mei 2015 is het gehuurde in opdracht van Glennro bezocht door een schoonmaakbedrijf, dat een offerte heeft uitgebracht voor salvagewerkzaamheden. Deze zijn begin juli 2015 aangevangen. Een eindoplevering heeft wat betreft de bedrijfsruimte van [X] niet plaatsgevonden omdat [X] op zeker moment het schoonmaakbedrijf geen toegang meer heeft verleend.
i. Bij brief van 2 juni 2015 heeft de gemachtigde van [X] Glennro
aansprakelijk gehouden voor de schade die [X] Trading B.V. had geleden als gevolg van de brand. Omdat [X] Trading B.V. sinds de brand geen gebruik meer had kunnen maken van het gehuurde en Glennro niet was overgegaan tot sanering, heeft [X] bij die brief aangekondigd de huurbetalingsverplichting op te schorten.
j. De kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland heeft bij vonnis in kort geding van
10 november 2015 [X] veroordeeld tot ontruiming van de bedrijfsruimte en tot
betaling van € 10.800,00 aan huurachterstand. Glennro heeft dit vonnis op 17 november 2015 laten betekenen aan [X] met bevel binnen acht dagen na die dag het gehuurde te ontruimen.
k. [X] heeft de bedrijfsruimte verlaten zonder deze leeg op te leveren.
l. Glennro heeft op 3 december 2015 executoriaal beslag doen leggen op de achtergebleven inventaris. De inventaris is op 9 maart 2016 openbaar verkocht.
m. [X] heeft hoger beroep ingesteld tegen het onder j. genoemde vonnis van de kantonrechter. Het hof heeft dat vonnis bij arrest van 12 juli 2016 vernietigd en de ontruimingsvordering alsnog afgewezen.
n. In een in opdracht van Glennro opgemaakt rapport van Lengkeek Expertises van
14 december 2015 staat, voor zover van belang:
Als gevolg van de brand is in de werkplaats van Auto Rivano roetvervuiling ontstaan. Door drukopbouw is een grote hoeveelheid roet via de aansluitingen van het dak met de brandwerende scheidingswanden, met name er plaatse van de doorvoeren van de stalen liggers, naar belendende ruimten getransporteerd. De showroom van Auto Rivano en het magazijn van [X] Trading waren hierdoor met roet vervuild geraakt.
Als gevolg van de hitte die vrijkomt bij een brand stijgt de warme met roet vervuilde lucht. Vervolgens vult de ruimte zich van boven naar beneden. Waarbij onder het dakbeschot/ plafond een grote druk wordt opgebouwd, die de warme met roet vervuilde lucht via kieren en gaten weg probeert te persen. Derhalve is het normale beeld bij een brand dat onder het dakvlak/plafond de roet-vervuiling het ergste is en deze naar beneden toe afneemt. Dit is een algemeen brandbeeld, dat wij middels onderstaande foto’s van de werkplaats proberen te illustreren.
Brandwerende voorzieningen
Het bedrijfspand is voorzien van twee brandwerende scheidingswanden voorzien van een brandwerende schuifdeur (zie onderstaande foto’s), te weten tussen de werkplaats en de showroom van Auto Rivano en tussen de werkplaats van Auto Rivano en het magazijn van [X] Trading.
Een brandwerende schuifdeur is ter voorkomen van branddoorslag c. q. -overslag en niet ter beperking van materiële schade door beroeting. De vuistregel die jarenlang is gebruikt is dat de rookwerendheid van een scheiding anderhalf maal zo lang is als de brandwerendheid ervan. De echte rookwerendheid, dat wil zeggen de lekdichtheid, was daarbij niet relevant. Brandwerende scheidingen kunnen vanaf het begin van een brand rook doorlaten. De brandwerendheid van een scheiding zegt niet zo veel over de rookwerendheid van de scheiding. De aansluitingen van de brandwerende schuifdeuren zijn dus nooit geheel rookdicht afgesloten. (...)
Aan de hand van onze bevindingen kan worden gesteld dat:
(…)
• De met roet vervuilde lucht niet de hoogte van de brandwerende schuifdeur heeft gehaald (aangetoond aan de hand van de waargenomen vervuiling op de gasbetonnen brandwerende scheidingswand, zie eerdere foto van de werkplaats) en derhalve de roetvervuiling via de brandwerende schuifdeuren minimaal is geweest.
• Indien zoals wordt geconcludeerd in de rapportage van Verza Schadeonderzoek BV zou de showroom van Auto Rivano niet met roet vervuild zijn geraakt, aangezien de brandwerende schuifdeur in de scheidingswand tussen de werkplaats en de showroom van Auto Rivano wel is voorzien van de profielen en er hiergeensprake is van “zeer grote spleten tussen de deur en de wand”. Dit wordt ontkracht door de ernstige roetvervuiling die in de showroom is geconstateerd.
• De eventuele roetvervuiling via de brandwerende schuifdeuren niet kon worden voorkomen, aangezien brandwerende schuifdeuren nooit geheel rookdicht zijn afgesloten.
o. In een in opdracht van Glennro opgemaakt rapport van One Expertise B.V. van
2 januari (het hof begrijpt:) 2017 staat:
Verder hebben wij vastgesteld dat de scheidingswand op in eerdere plaatsen naadvorming vertoond, bijvoorbeeld bij de aansluiting met de damwandprofiel dakplaten. De bouwwijze van het onderhavige pand is gebruikelijk voor bedrijfspanden met het gebruiksdoel als in deze situatie.
Dergelijke naden zijn dus altijd in dit soort panden aanwezig en zichtbaar.
Allereerst hebben wij onderzocht of de overheid bij de omgevingsvergunning voor de verbouw door Auto Rivano brandvertragende maatregelen heeft vereist.
(…)
In deze vergunning wordt naar het Bouwbesluit verwezen, zonder expliciet (aanvullende) eisen te stellen ten aanzien van de brandvertragende onderdelen voor het gebouw.
Beoordeling rapport Verza Schadeonderzoek B.V. van 23 maart 2015
(…)
Verza haalt in dit hoofdstuk diverse artikelen uit het Bouwbesluit aan, waaruit vervolgens een beperkte en foutieve conclusie wordt getrokken.
De betreffende artikelen staan onder paragraaf 2:16.2Bestaande bouw
van het Bouwbesluit. Deze artikelen zien toe op het realiseren van een veilige vluchtweg in het geval van rookontwikkeling bij brand waarbij er voldoende vertraging moet zijn bij rookontwikkeling tussen zogenoemde rookcompartimenten.
Een rookcompartiment is een besloten gedeelte van een gebouw bestemd als maximaal verspreidingsgebied voor rook. Het doel van deze regel is een veilige vluchtweg mogelijk te maken.
(…)
De vergunning voor Auto Rivano splitst het pand verder niet in rookcompartimenten.
De toetsing aan het Bouwbesluit door Verza voor schade aan zaken is een onjuist criterium. Hier is het Bouwbesluit niet voor bedoeld.
In relatie tot het Bouwbesluit kan worden geconcludeerd dat het pand heeft voldaan aan de bij brand primaire uitgangspunten van de in het Bouwbesluit gestelde eisen, namelijk het zorgen voor een voldoende veilige vluchtweg voor gebruikers bij brand.
Verder kennen dit type panden door de bouwaard altijd naden en kieren, waardoor rook en roet kan doordringen in aangrenzende ruimtes. Dat hierdoor vervuiling en/of aantasting aan zaken van wederpartij is ontstaan, achten wij niet uitgesloten.
OMVANG VAN DE SCHADE/RAMING
Door wederpartij is een opsomming gegeven van de beweerdelijk geleden zaak- en bedrijfsschade. Deze opsomming kent echter geen onderbouwingen. Ook het rapport van Tegenwicht Contra Expertise geeft niet of nauwelijks toetsbare onderbouwingen.
Wij hebben de advocaat van wederpartij op 2 december 2016 benaderd met het verzoek de onderbouwingen te verstrekken en om de claim te bespreken. Na rappel op 20 december 2016 reageerde de advocaat op 2l december 2016 dat dit pas in 2017 kan vanwege zijn vakantie.
Wij zijn thans in afwachting van die uitnodiging en/of het verstrekken van de onderbouwingen.
(…)