Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1],
[appellant sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief 1hebben [appellanten] c.s. aangevoerd dat deze feitenopsomming op essentiële onderdelen onvolledig is. De juistheid van de door de kantonrechter vastgestelde feiten is hiermee echter niet bestreden en deze feiten dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Voor zover in de toelichting op de grief aangevoerde aanvullende feiten relevant zijn en vast staan, zal het hof daarmee bij de beoordeling van het geschil rekening houden. De feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, luiden als volgt.
3.Beoordeling
Omdat verkopers voor zichtbare gebreken dus niet aansprakelijk gehouden worden dient koper dus actief onderzoek en navraag te doen bij derden wat de herstelkosten voor deze onderdelen zullen bedragen. De visuele inspectie van inspectiebureaus geven slechts een indicatie gebaseerd op eenheidsprijzen welke zijn uitgegeven door erkende bedrijven.Woningkeur is niet tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Zij heeft te kennen gegeven dat het dak gebreken vertoonde. Dat vervolgens na een storm aan het licht is gekomen dat het dak vervangen moet worden, nog los van de vraag of de staat van het dak na het onderzoek van Woningkeur is verslechterd, maakt niet dat Woningkeur is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Zij diende immers een visuele inspectie te doen en heeft dat ook gedaan. Daarbij heeft zij geconstateerd dat er gebreken aan het dak waren. Woningkeur heeft [appellanten] c.s. in het rapport ook gewezen op hun onderzoeksplicht. Gelet op hetgeen partijen zijn overeengekomen, is Woningkeur haar verplichtingen die voortvloeiden uit de overeenkomst nagekomen.
grief 2hebben gesteld dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat zij een onderzoeksplicht jegens Woningkeur hadden, berust dit op een verkeerde lezing van het vonnis. De kantonrechter heeft slechts de op [appellanten] c.s. rustende onderzoeksplicht jegens de verkoper betrokken in zijn overwegingen over de vraag of Woningkeur jegens [appellanten] c.s. is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Dat blijkt ook uit het door de kantonrechter opgenomen citaat uit het rapport. De grief kan niet leiden tot vernietiging van het bestreden vonnis.
grieven 3 en 4lenen zich voor gezamenlijke behandeling. In de kern hebben [appellanten] c.s. gesteld dat Woningkeur niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. [appellanten] c.s. mochten verwachten dat Woningkeur in haar rapport een reëel beeld zou schetsen van de bouwtechnische staat van de woning en daarmee van het dak van de woning. Op grond van de deskundigheid en specifieke kennis van Woningkeur van de onderhavige buurt en panden in de omgeving, had zij bedacht moeten zijn op eventuele grotere gebreken aan het dak. Woningkeur heeft geen reëel beeld gegeven van de bouwtechnische staat van het dak, terwijl dat wel kenbaar was of had kunnen zijn bij de visuele inspectie. Volgens EMN had Woningkeur kunnen en moeten oordelen dat het gehele dak zich in zeer matige tot slechte staat bevond. [appellanten] c.s. mochten tevens erop vertrouwen dat alle relevante kosten met betrekking tot het dak zouden worden verwerkt in het rapport. Dat is niet gebeurd. Zo heeft Woningkeur bij twee van de vier onvoldoende geachte onderdelen geen enkele kosteninschatting gemaakt en het ontbreken daarvan niet gemotiveerd. De daadwerkelijke kosten van € 14.622,85 voor de vervanging van het dak zijn door EMN als redelijk aangemerkt en zijn zodanig hoog dat de kostenraming met betrekking tot het dak in het rapport van Woningkeur (directkosten € 193,= en termijnkosten € 1.860,=) niet als reële schatting kan worden aangemerkt, aldus [appellanten] c.s.