ECLI:NL:GHAMS:2019:3603
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland inzake diefstal te Schiphol
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 9 maart 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1991, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor diefstal van etenswaren en drank in de aankomstpassage van Schiphol op 17 mei 2015. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan volgens artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en dat er voldoende bewijs was om de diefstal te bevestigen. De verdachte werd schuldig bevonden aan diefstal, meermalen gepleegd, maar het hof besloot geen straf of maatregel op te leggen. Dit besluit was gebaseerd op de positieve wending in het leven van de verdachte, die sinds 2018 getrouwd is, een zoon heeft en een vaste baan heeft. De reclassering had aangegeven dat de verdachte in het verleden met justitie in aanraking was gekomen, maar dat hij zijn leven inmiddels op orde had.