In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 10 september 2019 een beschikking gegeven in een aandeelhoudersgeschil tussen de besloten vennootschappen City Assistant B.V. en Hello Amsterdam B.V. Het geschil betreft een verzoek van Hello Amsterdam om een aanvullende onmiddellijke voorziening te treffen, waarbij de aandelen van [A] in Hello Amsterdam, met uitzondering van één aandeel, ten titel van beheer worden overgedragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder. Dit verzoek volgde op eerdere beschikkingen van de Ondernemingskamer waarin een onderzoek naar het beleid van Hello Amsterdam werd bevolen en [A] als bestuurder werd geschorst.
De Ondernemingskamer constateerde dat Hello Amsterdam zich in een precaire financiële situatie bevond, met een belastingschuld van ongeveer € 217.000 en een vordering op [A] van ruim € 100.000. De verstandhouding tussen de aandeelhouders was ernstig verstoord, wat de besluitvorming binnen de algemene vergadering bemoeilijkte. [A] had niet voldaan aan een eerdere veroordeling tot betaling van € 20.000 aan Hello Amsterdam en had geen gehoor gegeven aan verzoeken om zijn schuld te erkennen.
De Ondernemingskamer oordeelde dat het belang van Hello Amsterdam vereiste dat er op korte termijn besluiten genomen konden worden, en dat de huidige situatie de effectieve besluitvorming belemmerde. Daarom werd het verzoek van Hello Amsterdam toegewezen, en werd mr. M.W.E. Evers benoemd als beheerder van de aandelen van [A]. De kosten van de beheerder zouden ten laste komen van Hello Amsterdam, die hiervoor zekerheid moest stellen.