Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- een beslissing zal nemen die het hof geraden acht, en
met veroordeling van Schiphol in de kosten van het geding in beide instanties met rente.
- dat Schiphol voor de duur van de procedure in hoger beroep per omgaande Vatfree toegang tot de luchthaven verleent door de plaatsing van twee dropboxen voor en achter de paspoortcontrole tegen redelijke, transparante en niet-discriminatoire voorwaarden en door zonder interventie van Schiphol te dulden dat Vatfree een (tijdelijke) serviceovereenkomst sluit met Travelex, een en ander tegen bepaalde voorwaarden;
2.Feiten
3.De beoordeling
- voor recht verklaart dat Schiphol misbruik maakt van haar economische machtspositie door Vatfree geen toegang te verlenen tot de infrastructuur van luchthaven Schiphol voor het verlenen van passenger handling services op het luchthaventerrein;
-
primairbeveelt dat Schiphol gehouden is Vatfree toegang te verlenen tot de infrastructuur van de luchthaven tot het verlenen van haar diensten en om Vatfree toe te staan om brievenbussen te plaatsen c.q. geplaatst te houden op landside en airside plaatsen bij de douane dan wel
-
subsidiairSchiphol veroordeelt tot het aanbieden van een marktconforme concessieovereenkomst aan Vatfree, althans Schiphol te veroordeelt tot het voeren van adequaat overleg, onder verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per dag;
en Schiphol veroordeelt in de kosten en de nakosten van de procedure.
Vatfree heeft bij voorlopige voorziening gevorderd dat Schiphol wordt opgedragen vanaf 15 januari 2018 een alternatief voor de servicebalie aan te bieden met inachtneming van de belangen van Vatfree tot het moment dat de bodemprocedure tot een einde gekomen is.
essential facilityis. Op Vatfree rust de stelplicht en de bewijslast ten aanzien van de door haar gestelde economische machtspositie van Schiphol. Het is dan ook aan haar om haar stelling betreffende de relevante product- en geografische markt voldoende te onderbouwen en - indien daaraan wordt toegekomen - te bewijzen.
theoretischeis, is zonder toelichting niet geloofwaardig omdat uit de afgiftestromen van de btw-documentatie van Vatfree over de jaren 2015-2017 (zie blz. 8 SEO-onderzoek) blijkt dat zij 26 % van de btw-documentatie daadwerkelijk per post heeft ontvangen. Bij de beoordeling van deze percentages is van belang dat Vatfree in de jaren 2015-2017 fysiek aanwezig was op de luchthaven Schiphol met een servicebalie en twee brievenbussen. Vanwege die aanwezigheid is het niet verbazend dat reizigers hun btw-documentatie bij de balie afgaven of in een van de brievenbussen van Vatfree deden. Uit het feit dat Vatfree, ondanks haar fysieke aanwezigheid op de luchthaven, nog steeds 26 % van de btw-documentatie via de post heeft ontvangen, blijkt dat keuze van de reiziger om de btw-documentatie per post te sturen een
realistischeis. Dit strookt met de bevinding van het SEO-onderzoek op blz. 3, waar staat: