Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“Begeleiding individueel, Begeleiding groep, Persoonlijke verzorging”en
“Verblijf”omvat.
“2.1. Aanleiding voor het ter beschikking stellen van verblijfsruimte is het feit dat gebruiker deelneemt aan het beschermd c.q. begeleid wonen traject van de instelling, waarbij zorg en/of ondersteuning van de instelling een voorwaarde is voor het wonen.2.2. De verblijfsruimte wordt ter beschikking gesteld aan de gebruiker op voorwaarde:
“Middels deze brief bericht ik u dat, met toestemming van het zorgkantoor, de zorgovereenkomst en de gecombineerde overeenkomst zorg met verblijf éénzijdig zal worden beëindigd per 1 januari 2019. (…) Uit coulance staan wij toe dat u nog tot 31 januari 2019 in de woning mag verblijven. Dit geeft u de mogelijkheid een andere woonruimte/slaapruimte te zoeken. (…)