Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant],
[appellante],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[persoon 1]en
[persoon 2]),
1.Het geding in hoger beroep
[geïntimeerden]heeft gesteld dat dit recht van erfdienstbaarheid (…)”, omdat dit onmiskenbaar “
[appellanten]” moet zijn. Zij heeft het hof om verbetering daarvan verzocht. Mr. Rijpstra voornoemd heeft vervolgens bij brief van 26 augustus 2019 namens [appellanten] hierop gereageerd met de mededeling dat mr. Meles terecht heeft opgemerkt dat de naam [geïntimeerden] is gebruikt op een plaats waar het hof [appellanten] had moeten schrijven, en dat dus geen bezwaar bestaat tegen de gevraagde rectificatie.