Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
primairom tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te betalen een bedrag van € 1.033.828,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum verzuim,
subsidiairtot vergoeding van schade op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum verzuim, onder betaling aan [appellant] van een voorschot van ten minste
2.Feiten
3.Beoordeling
subsidiaireen verklaring voor recht dat [X] & [Y] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van dat deel van de arbeidsovereenkomst tussen partijen waarin zij de toezegging heeft gedaan voor haar medewerkers een collectieve verzekering af te sluiten die voorziet in een aanvulling op de WGA-uitkering tot 70% van het laatstgenoten bruto jaarinkomen in het voorgaande jaar van de eerste dag van arbeidsongeschiktheid;
primairtot vergoeding van de schade die voortvloeit uit de genoemde tekortkoming door middel van het afsluiten van een vervangende arbeidsongeschiktheidsverzekering dan wel een andersoortig verzekeringsproduct vanaf 14 januari 2012 tot het moment dat het recht van [appellant] op een WIA-uitkering afloopt, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
subsidiairtot vergoeding van de schade welke [appellant] heeft geleden en nog lijdt als gevolg van genoemde tekortkoming ad € 1.033.828,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2012;
meer subsidiairtot vergoeding van de schade welke [appellant] heeft geleden en nog lijdt als gevolg van genoemde tekortkoming ad € 823.197,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2012;
uiterst subsidiairtot vergoeding van schade op te maken bij staat.