Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
primairbij verklaring voor recht de ontbinding zal uitspreken van de overeenkomsten strekkende tot koop en levering van de opbouwen en partijen daarbij zal veroordelen tot ongedaanmaking, te weten [X] tot terugbetaling van de koopprijs ad € 347.691,00 (met wettelijke rente) en Equip tot teruglevering van de opbouwen,
subsidiairbij verklaring voor recht de partiële ontbinding van de overeenkomsten zal uitspreken en [X] daarbij zal veroordelen tot terugbetaling van de koopprijs ad € 347.691,00 (met wettelijke rente) althans een redelijk deel daarvan, dit in overeenstemming met de aard en omvang van de gebreken,
meer subsidiairvoor recht zal verklaren dat [X] gehouden is tot vervangende schadevergoeding aan Equip en [X] daarbij zal veroordelen tot betaling aan Equip van een bedrag van € 347.691,00 althans een zodanig schadebedrag als het hof juist acht, al dan niet met bepaling dat de schade nader wordt begroot en opgemaakt bij staat (met wettelijke rente), en
primair, subsidiair en meer subsidiairvoor recht zal verklaren dat [X] gehouden is tot aanvullende schadevergoeding aan Equip en [X] daarbij zal veroordelen tot betaling aan Equip van een bedrag ad € 1.944.733,88 althans een zodanig schadebedrag als het hof juist acht, al dan niet met bepaling dat de schade nader wordt begroot en opgemaakt bij staat (met wettelijke rente) en, voorts, [X] zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van Equip, met beslissing over de proceskosten, inclusief nakosten en wettelijke rente.
2.De feiten
3.De beoordeling
- serienummer [serienummer 1] , kenteken [kenteken 1] , [Q] ;
- serienummer [serienummer 2] , kenteken [kenteken 2] , [R] ;
- serienummer [serienummer 3] , kenteken [kenteken 3] , [S] .
5.Beantwoording vragen door deskundige:
primairbij verklaring voor recht de ontbinding uit te spreken van de overeenkomsten strekkende tot koop en levering van de opbouwen en partijen daarbij te veroordelen tot ongedaanmaking, te weten [X] tot terugbetaling van de koopprijs ad € 347.691,00 (met wettelijke rente) en Equip tot teruglevering van de opbouwen,
subsidiairbij verklaring voor recht de partiële ontbinding van de overeenkomsten uit te spreken en [X] daarbij te veroordelen tot terugbetaling van de koopprijs ad € 347.691,00 (met wettelijke rente) althans een redelijk deel daarvan, dit in overeenstemming met de aard en omvang van de gebreken,
meer subsidiairvoor recht te verklaren dat [X] gehouden is tot vervangende schadevergoeding aan Equip en [X] daarbij te veroordelen om aan Equip te betalen een bedrag van € 347.691,00 althans een zodanig schadebedrag als het hof juist acht, al dan niet met bepaling dat de schade nader wordt begroot en opgemaakt bij staat (met wettelijke rente), en
primair, subsidiair en meer subsidiairvoor recht te verklaren dat [X] gehouden is tot aanvullende schadevergoeding aan Equip en [X] daarbij te veroordelen om aan Equip te betalen een bedrag van € 522.580,25 althans een zodanig schadebedrag als het hof juist acht, al dan niet met bepaling dat de schade nader wordt begroot en opgemaakt bij staat (met wettelijke rente) en, voorts, [X] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van Equip, met beslissing over de proceskosten, inclusief nakosten en wettelijke rente. Zij heeft daartoe gesteld, kort gezegd, dat [X] jegens Equip (dan wel Rentico) toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen dan wel onrechtmatig jegens Equip (dan wel Rentico) heeft gehandeld omdat zij opbouwen heeft geleverd die gebrekkig zijn. [X] heeft meermalen herstelwerkzaamheden aan de opbouwen verricht, maar is niet in staat gebleken om conformiteit te bewerkstelligen en bovendien weigert zij om nader herstel te plegen, althans is zij slechts bereid dit te doen onder nadere en onredelijke voorwaarden. De koopovereenkomsten zijn daarom vatbaar voor, primair, ontbinding dan wel, subsidiair, partiële ontbinding. Door die ontbinding ontstaan verplichtingen tot ongedaanmaking, waarin begrepen de verplichting van [X] tot terugbetaling van de koopprijs ad € 347.691,00. Daarnaast is [X] verplicht tot vergoeding van aanvullende schade die Equip (Rentico) heeft geleden, welke schade wordt begroot op € 522.580,25 en de gemaakte buitengerechtelijke kosten. [X] heeft tegen deze vorderingen verweer gevoerd.
grief 8 in principaal appelingetrokken. Voor zover Equip in dit verband heeft gesteld dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat niet in geschil is dat de opbouw met het kenteken [kenteken 3] ( [S] ) na de (laatste) aanpassingen door [X] perfect zou werken, mist haar grief feitelijke grondslag, omdat de rechtbank heeft overwogen dat
de deskundigeheeft geconstateerd – wat ook niet in geschil is – dat de opbouw met serienummer [serienummer 3] (kenteken [kenteken 3] ) door [X] is aangepast naar aanleiding van het kort geding in 2012 en dat deze
volgens [A]daarna perfect werkte. Dit betekent dat
grief 2 in incidenteel appelfaalt.
grief 1 in incidenteel appelals ongegrond moet worden verworpen.
betereoptie (zie ook de schriftelijke verklaringen van [X] sr. en [D] , productie 2.2 bij conclusie van antwoord). Voor zover [X] in dit verband (in het kader van haar derde grief: zie met name memorie van grieven onder 95) heeft betoogd dat zij tevoren niet ervan op de hoogte was dat Rentico de opbouwen (ook) voor het opzuigen van vetten wilde inzetten en zij, zo dit wel het geval zou zijn geweest, de tweede vlotterbal direct had aangebracht, doet dit niet af aan het antwoord dat de deskundige op de eerste aan hem voorgelegde vraag heeft gegeven. Een en ander betekent dat [X] , nu dit overeengekomen en (kennelijk mede in de visie van [X] ) ook mogelijk was, aan Rentico opbouwen met een lamellenpomp diende te leveren die geschikt waren voor het beoogde doel en Rentico op de voet van artikel 7:17 BW mocht verwachten dat de opbouwen de eigenschappen bezaten die voor een normaal gebruik daarvan nodig waren en waarvan zij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. [X] heeft het tegendeel ook niet (gemotiveerd) gesteld.
grief 1 tot en met grief 3 in principaal appelen
grief 3 tot en met grief 7 in incidenteel appelfalen.
grief 4 in principaal appelslaagt, dat
grief 5 in principaal appelbuiten bespreking kan blijven en dat
grief 8 in incidenteel appelfaalt.
grief 9 en grief 10 in incidenteel appel, die thans buiten bespreking kunnen blijven, zouden hebben gefaald als [X] wel in verzuim was geraakt.
grief 6 in principaal appelen
grief 11 in incidenteel appelfalen.
grief 7 in principaal appelslaagt. Een en ander betekent dat Equip zal worden veroordeeld tot betaling aan [X] van een bedrag van € 74.816,09, indien en voor zover Equip dit bedrag van [X] uit hoofde van het vonnis waarvan beroep heeft ontvangen. Equip zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het principale en incidentele appel. Dit brengt mee dat
grief 12 in incidenteel appelfaalt.