In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 31 januari 2019, wordt het verloop van een geding besproken waarin verzoekers [A] en [B] een onderzoek hebben verzocht naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap [C], die in liquidatie verkeert. De Ondernemingskamer heeft eerder, op 2 en 8 augustus 2018, een onderzoek bevolen naar het beleid van [C] over de periode vanaf 1 september 2012. Drs. E.A. Marseille RA is benoemd als onderzoeker en er zijn tijdelijke maatregelen getroffen, waaronder de schorsing van [D] en [E] als bestuurders van [C]. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op maximaal € 40.000, exclusief btw.
Op 30 januari 2019 heeft de onderzoeker een verslag van het onderzoek ingediend, dat ter griffie van de Ondernemingskamer is neergelegd. De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van dit verslag en heeft besloten dat het verslag ter inzage ligt voor belanghebbenden. Tevens worden partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker, die in de begeleidende brief bij het verslag is gespecificeerd op € 21.295,80, exclusief btw. De Ondernemingskamer heeft bepaald dat partijen zich uiterlijk op 14 februari 2019 kunnen uitlaten over deze vergoeding.
De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G.C. Makkink, voorzitter van de Ondernemingskamer, en is ondertekend door de overige raadsheren en raden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.