Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Omvang van het hoger beroep
.De verdachte heeft het hoger beroep onbeperkt ingesteld. Het hoger beroep is derhalve mede gericht tegen deze in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Nu het hier naar het oordeel van het hof evenwel impliciet cumulatief tenlastegelegde zaken betreffen, staat voor de verdachte ingevolge artikel 404, vijfde lid Sv tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.
Tenlastelegging
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 mei 2011 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam, althans in Nederland, (telkens) alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en), een of meer geschrift(en), te weten:
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 augustus 2009 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam en/of te Amsterdam en/of te Oss, althans in Nederland, (telkens) alleen, althans tezamen en in vereniging met een ander of anderen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meerdere vals(e) en/of vervals(e)t geschrift(en), te weten:
hij op of omstreeks 27 september 2012 te Maasbree en/of elders in Nederland, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken en/of bescheiden en/of (andere) gegevensdragers en/of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in valse of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking heeft gesteld, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
hij op of omstreeks 27 september 2012 te Maasbree en/of elders in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meerdere vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) als ware het echt en onvervalst,
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
Inleiding
Oplichting (feit 4 primair)
“Het patroon was dat ik 9 van de 10 keer de stop-loss’ers weghaalde en dacht dat het verlies wel weer terugkwam. Het ging een paar dagen goed maar als ik een verliespositie had dan haalde ik de stop-loss’ers weg. Mensen hebben inderdaad geld geleend op basis van het model, ik heb het model altijd toegelicht. Dat verwijt ik mezelf ook. De stoplossers waren een cruciaal onderdeel van mijn model, dat klopt.”.
“U houdt mij voor dat ik 600.000 euro heb opgenomen en daar ruim van heb geleefd … dat ik geld besteedde waarvoor het niet was bedoeld. Ik dacht tijd te winnen om het goed te maken toen ik geld verloor. Mijn maandelijkse leefpatroon is toen niet gewijzigd. Ik verdiende destijds 300.000 per jaar.
“Ik leende van iemand geld, middels een leenovereenkomst om rente te overleggen. Het was niet om te beleggen. Ik wist dat dat niet mocht.”
bewogen. Het hof merkt op dat hierin ligt besloten dat – voor zover het bijvoorbeeld betreft wetenschap van het systeem van controleverslagen van [belastingadviseur] - het moet gaan om gebeurtenissen die in tijd bezien vooraf zijn gegaan aan het handelen van de persoon die is opgelicht (in dit geval voor de inleg).
Verduistering (feit 4 subsidiair)
Verstrekken van valse stukken aan de Belastingdienst (feit 3)
zelfop 27 september 2012 op het kantoor van [M] aan Van Keulen van de Belastingdienst heeft verstrekt.
het hof begrijpt bij data hierna: 2012) bij de verdachte een boekenonderzoek heeft aangekondigd en dit onderzoek heeft ingesteld op 27 september. Aanleiding voor het onderzoek was dat de Belastingdienst gegevens van de bank had ontvangen voor [bedrijf 4] die niet aansloten bij de banksaldi volgens de jaarstukken. In hetzelfde telefoongesprek met de verdachte heeft Van Keulen voor 27 september ook een onderzoek naar de inkomstenbelasting aangekondigd.
het hof begrijpt: 2012)een afspraak met Van Keulen op zijn kantoor had. De verdachte heeft volgens [M] zelf stukken meegenomen naar het gesprek met Van Keulen; dat waren twee mapjes. Het gesprek duurde een uur en een kwartier. De secretaresse van [M] was ook op kantoor. Van Keulen heeft alleen maar gekregen wat de verdachte meegenomen had. De verdachte zat er bij toen kopieën aan Van Keulen werden gegeven. De controle van Van Keulen zag op het stamrecht, dus op de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Daar was ze volstrekt open in, aldus hetgeen [M] heeft verklaard.
zelffysiek aan Van Keulen heeft overhandigd (dan wel zag dat [M] en/of zijn secretaresse de stukken aan Van Keulen overhandigde) daarbij niet van belang is. Dat geldt ook voor de vraag of het de verdachte is geweest die D-095 en D-097 heeft meegenomen naar de bespreking of dat de stukken er al lagen. De verdachte wist dat hij die stukken had vervalst, dat ze bij het gesprek voorhanden waren, en dat Van Keulen erom vroeg en dat ze aldus aan de Belastingdienst ter beschikking werden gesteld.
Bewezenverklaring
hij, in de periode van 16 mei 2011 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam, telkens geschriften, te weten:
hij, in de periode van 31 augustus 2009 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam en te Amsterdam en te Oss, althans in Nederland, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste geschriften, te weten:
hij op omstreeks 27 september 2012 te Maasbree, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken en/of bescheiden en/of (andere) gegevensdragers en/of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in vervalste vorm voor dit doel ter beschikking heeft gesteld, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
primair
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Algemene overweging ten aanzien van de benadeelde partijen
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 16]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 17]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 10]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 11]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 13]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 14]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 15]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 18]
[benadeelde 19]opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed. Dat [benadeelde 19] als gevolg van het onder 4 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte schade heeft geleden is immers evident.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 25]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 22]
[benadeelde 22] Beheer B.V.opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 20]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
[benadeelde 5]opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 24]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 21]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
€ 69.548,00 (negenenzestigduizend vijfhonderdachtenveertig euro) ter zake van materiële schade.
€ 69.548,00 (negenenzestigduizend vijfhonderdachtenveertig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 69.548,00 (negenenzestigduizend vijfhonderdachtenveertig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 103.285,00 (honderddrieduizend tweehonderdvijfentachtig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 103.285,00 (honderddrieduizend tweehonderdvijfentachtig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 782.627,00 (zevenhonderdtweeëntachtigduizend zeshonderdzevenentwintig euro) ter zake van materiële schade.
€ 782.627,00 (zevenhonderdtweeëntachtigduizend zeshonderdzevenentwintig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
58 (achtenvijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 148.915,00 (honderdachtenveertigduizend negenhonderdvijftien euro) ter zake van materiële schade.
€ 148.915,00 (honderdachtenveertigduizend negenhonderdvijftien euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
11 (elf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 115.368,00 (honderdvijftienduizend driehonderdachtenzestig euro) ter zake van materiële schade.
€ 115.368,00 (honderdvijftienduizend driehonderdachtenzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 346.000,00 (driehonderdeenenzesenveertigduizend euro) ter zake van materiële schade.
€ 346.000,00 (driehonderdzesenveertigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 141.142,00 (honderdeenenveertigduizend honderdtweeënveertig euro) ter zake van materiële schade.
€ 141.142,00 (honderdeenenveertigduizend honderdtweeënveertig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 64.639,00 (vierenzestigduizend zeshonderdnegenendertig euro) ter zake van materiële schade.
€ 64.639,00 (vierenzestigduizend zeshonderdnegenendertig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 191.970,00 (honderdeenennegentigduizend negenhonderdzeventig euro) ter zake van materiële schade.
€ 191.970,00 (honderdeenennegentigduizend negenhonderdzeventig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 76.912,00 (zesenzeventigduizend negenhonderdtwaalf euro) ter zake van materiële schade.
€ 76.912,00 (zesenzeventigduizend negenhonderdtwaalf euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 144.005,00 (honderdvierenveertigduizend vijf euro) ter zake van materiële schade.
€ 144.005,00 (honderdvierenveertigduizend vijf euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 333.012,00 (driehonderddrieëndertigduizend twaalf euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 811.012,00 (achthonderdelfduizend twaalf euro) ter zake van materiële schade.
€ 811.012,00 (achthonderdelfduizend twaalf euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 476.609,00 (vierhonderdzesenzeventigduizend zeshonderdnegen euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 205.505,00 (tweehonderdvijfduizend vijfhonderdvijf euro) ter zake van materiële schade.
€ 205.505,00 (tweehonderdvijfduizend vijfhonderdvijf euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 72.002,60 (tweeënzeventigduizend twee euro en zestig cent) ter zake van materiële schade.
€ 72.002,60 (tweeënzeventigduizend twee euro en zestig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 288.010,40 (tweehonderdachtentachtigduizend tien euro en veertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
19 (negentien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 10.064,00 (tienduizend vierenzestig euro)ter zake van materiële schade.
€ 10.064,00 (tienduizend vierenzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke
1 (één) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 67.093,00 (zevenenzestigduizend drieënnegentig euro) ter zake van materiële schade.
€ 67.093,00 (zevenenzestigduizend drieënnegentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 443.062,00 (vierhonderddrieënveertigduizend tweeënzestig euro) ter zake van materiële schade.
€ 443.062,00 (vierhonderddrieënveertigduizend tweeënzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
33 (drieëndertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.