beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.262.173/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 11 september 2019
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EMVEDEE B.V.,
gevestigd te Oss,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. D.J.J. Folgering, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MD-SQUARE BEHEER B.V.,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MD-SQUARE PROJECTS B.V.,
gevestigd te Veghel,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. L. Krieckaerten
mr. C.L. Kruse, beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RBT BEHEER B.V.,
gevestigd te Deurne,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. L. Krieckaerten
mr C.L. Kruse, beiden kantoorhoudende te Eindhoven.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster met EmVeDee;
- verweersters afzonderlijk met MD-Square en MD-Projects en gezamenlijk met MD-Square c.s.;
- belanghebbenden ieder afzonderlijk met RBT en [A] en gezamenlijk met RBT c.s.
1.2 EmVeDee heeft bij op 8 juli 2019 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van MD-Square c.s. over de periode vanaf januari 2017. Daarbij heeft zij tevens verzocht zakelijk weergegeven bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding RBT en [A] te schorsen als bestuurders van MD-Square en EmVeDee dan wel een derde persoon te benoemen tot bestuurder van MD-Square. Ten slotte heeft zij verzocht om RBT c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 MD-Square c.s. en RBT c.s. hebben bij op 22 juli 2019 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen en Emvedee te veroordelen in de kosten van het geding, uitvoerbaar bij voorraad.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 25 juli 2019. Bij die gelegenheid hebben de hiervoor genoemde advocaten (en voor EmVeDee ook mr. Z.H. Malikzada, advocaat te ’s-Hertogenbosch) de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
1.5 Bij e-mailberichten van 30 juli 2019 en 1 augustus 2019 aan de Ondernemingskamer hebben de advocaten van partijen verzocht een beschikking te geven.
2 De feiten
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1MD-Square is op 25 april 2014 opgericht door EmVeDee, RBT en Emdus B.V. Emdus B.V. is medio 2016 als aandeelhouder uitgetreden; [A] is op 21 februari 2017 als aandeelhouder toegetreden. EmVeDee, RBT en [A] houden de aandelen in het geplaatste kapitaal van MD-Square, ieder voor een derde deel.
2.2[B] (hierna: [B] ) houdt alle aandelen in EmVeDee, [C] (hierna: [C] ) houdt alle aandelen in RBT en [D] (hierna: [D] ) houdt alle aandelen in [A] .
2.3Het bestuur van MD-Square wordt gevormd door RBT en [A] ; tot 15 april 2019 was ook EmVeDee bestuurder.
2.4MD-Square verricht geen zelfstandige activiteiten. Zij houdt alle aandelen in het geplaatste kapitaal en is enig bestuurder van MD-Projects. MD-Projects drijft een onderneming op het gebied van industriële automatisering. Er is een softwareafdeling die geleid werd door [B] en een hardwareafdeling waar [D] verantwoordelijk voor is. [C] houdt zich bezig met de kleine hardware/software projecten binnen MD-Projects.
2.5Op 14 februari 2017 hebben zowel EmVeDee als RBT een lening ad € 83.333,33 verstrekt aan [A] in verband met de financiering van de aankoop van de aandelen in MD-Square. Op grond van artikel 2 van de beide (gelijkluidende) leningsovereenkomsten is [A] over de hoofdsom geen rente verschuldigd. Krachtens artikel 3 lid 3 van de leningsovereenkomsten dient [A] aan haar uitgekeerd dividend geheel aan te wenden voor de aflossing van de hoofdsom.
2.6Op 31 december 2017 heeft MD-Square € 30.000 aan dividend uitgekeerd aan [A] . Daarvan is € 27.500 aangewend ter aflossing van de lening van EmVeDee en € 2.500 ter aflossing van de lening van RBT.
2.7Tijdens een vergadering op 1 februari 2019 heeft [B] een concept-aandeelhoudersovereenkomst voorgelegd aan [C] en [D] . [D] heeft die overeenkomst ondertekend, [C] niet. In de concept-aandeelhoudersovereenkomst staan bepalingen over (gedeeltelijke) doorbetaling van management fee bij arbeidsongeschiktheid en over verplichte aanbieding van de aandelen in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid, overlijden en vrijwillig uittreden.
2.8Bij sms-bericht van 1 februari 2019 heeft [B] onder meer aan [C] geschreven:
“(…) Dat ik de handtekening niet direct heb boeit me niet, wat me boeit is dat jij me mondeling meedeelde dat jij reeds gemaakte afspraken niet zonder meer zal erkennen (…) Voor andere aandeelhouders is er dan maar een optie in de volwassen wereld en dat is (gedeeltelijke) beslaglegging.
Dit is in zo’n geval noodzakelijk omdat het een dreiging is voor je gezin, dit laat je niet bestaan (…)”
2.9Tijdens een overleg tussen [B] , [C] en [D] op 11 februari 2019 hebben [D] en [C] een voorstel gedaan tot beëindiging van de samenwerking en splitsing van de onderneming van MD-Square.
2.1In een verslag van een bespreking tussen [B] , [C] en [D] op 21 februari 2019 dat de (toenmalige) accountant van MD-Square, [E] (hierna: de accountant), heeft opgesteld staat onder meer dat bij die gelegenheid een aantal opties is besproken. [B] heeft zonder medeweten van de andere deelnemers een geluidsopname van het gesprek gemaakt en daarvan een gedeeltelijke transcriptie in het geding gebracht.
2.11Bij brief van 27 februari 2019 heeft de advocaat van EmVeDee [A] gesommeerd tot betaling ineens van het volledige restant van de geldlening, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. Daarop heeft de advocaat van [A] en RBT bij brief van 5 maart 2019 onder meer laten weten dat de geldlening niet opeisbaar is.
2.12Bij e-mail van 6 maart 2019 heeft [B] aan [C] en [D] een aantal verwijten gemaakt met betrekking tot (het gebrek aan) werkoverleg en de informatieverschaffing aan [B] en heeft hij een aantal nieuwe afspraken voorgesteld. Bij brief van 7 maart 2019 liet de advocaat van [A] en RBT weten op de verwijten niet inhoudelijk te zullen ingaan aangezien “
dit niet tot een oplossing maar enkel tot escalatie zal kunnen leiden. Wel wordt hierdoor wederom de noodzaak tot het nemen van afscheid benadrukt.”
2.13Tijdens een bespreking op 25 maart 2019 tussen [B] , [D] en [C] en de accountant over de jaarstukken 2018 van de onderneming heeft [B] de accountant beschuldigd van het manipuleren van de jaarcijfers en een klacht bij de Accountantskamer aangekondigd.
2.14Bij brief van 27 maart 2019 heeft de advocaat van RBT c.s., mr. Kruse, aan de advocaat van EmVeDee geschreven dat de verwijten dat met de cijfers zou zijn gerommeld, onterecht zijn. Ter onderbouwing werd verwezen naar een bijgesloten lijst van de projecten in 2017 en 2018 met omzet en kosten. In de brief staat dat deze omzet nagenoeg (namelijk behoudens enkele boekingen in 2017 op abusievelijk “grootboek” in plaats van “projecten”, waarmee EmVeDee volgens mr. Kruse bekend was) op de jaarrekeningen aansluit. Verder heeft mr. Kruse in de brief verwezen naar een eveneens bijgesloten document dat [D] en [C] in de printer vonden, waaruit volgens haar volgt dat [B] [D] en [C] afluistert, dat hij beschikt over lijsten met in- en uitgaande gesprekken en al hun e-mails (ook privé) heeft gecontroleerd, hetgeen onrechtmatig en strafbaar is. Mr. Kruse heeft EmVeDee gesommeerd deze gedragingen te staken.
2.15Op 29 maart 2019 hebben [C] en [D] het personeel van MD-Square c.s. een e-mail gestuurd waarin zij hebben geschreven dat [B] enerzijds en [C] en [D] anderzijds uit elkaar gaan vanwege verschil van inzicht met betrekking tot bedrijfsvoering, strategie en visie.
2.16Bij e-mail van 1 april 2019 heeft de accountant aangekondigd zijn taak neer te leggen in verband met de op 25 maart 2019 door EmVeDee geuite twijfel aan objectiviteit.
2.17Bij aangetekende brief van 5 april 2019 en per e-mail van dezelfde datum hebben RBT c.s. EmVeDee uitgenodigd voor een algemene vergadering op 15 april 2019 met als voornaamste agendapunten het voorgenomen ontslag van EmVeDee als statutair bestuurder van MD-Square en de voorgenomen opzegging van de managementovereenkomst tussen EmVeDee en MD-Square.
2.18Tussen 5 april en 15 april 2019 heeft [B] tal van e-mails en sms-berichten aan [C] en [D] gestuurd waarin hij hen van fraude, leugens, zwendel en malversaties heeft beschuldigd en hen daarvoor aansprakelijk heeft gesteld. Onder meer schreef [B] aan [C] en [D] : “
Ik weet alles, ik leg alles vast, ik tel jullie ademhalingen(…)”. Daarnaast heeft [B] Kemabo B.V. (hierna: Kemabo), een klant van MD-Square c.s., laten weten
“De situatie is dat er sprake is van samenzwering met de huis accountant, manipulatie van cijfers, overzetten van activa van de werkmaatschappij naar privéondernemingen, contante en overige betaalafspraken buiten de werkmaatschappij om en nog meer ellende. (…) Afgelopen maanden heb ik moeten toezien hoe de heren mij trachtten “pootje te lichten” en het dossier opgebouwd. Ik heb vele legale geluidsopnames van de heren en ook de accountant waarin in audio exact te horen is wat zij aan het doen waren. Daarnaast vele database boekingen en systeem backups van ons ERP systeem / dubbele planningen/boekhoudingen waarmee onomstotelijk vast ligt dat de heren in samenwerking met de accountant de bedrijfswaarde hebben gemanipuleerd om zo goedkoop van me af te komen. (…) Kemabo is een van de vele onderdelen waarmee gemanipuleerd is door deze heren (...)”
2.19Bij aandeelhoudersbesluit van 15 april 2019 is EmVeDee ontslagen als bestuurder van MD-Square en is besloten de managementovereenkomst met EmVeDee te beëindigen. Bij brief van diezelfde datum heeft MD-Square de managementovereenkomst met EmVeDee met onmiddellijke ingang opgezegd, coulancehalve met doorbetaling van de managementfee voor een periode van drie maanden.
2.2Op 16 april 2019 hebben RBT c.s. ontdekt dat [B] camera’s heeft doen plaatsen in het kantoorpand van de onderneming, onder meer in de werkkamer van [B] , en dat daarmee heimelijk opnamen zijn gemaakt. Ook werden bewegingssensoren aangetroffen.
2.21Na 16 april 2019 is [B] doorgegaan met het verzenden van talrijke berichten aan RBT c.s. met de strekking als onder 2.18 vermeld. Ook relaties, leveranciers en personeel van MD-Square ontvingen berichten. Bij brief van 24 april 2019 heeft de advocaat van RBT c.s. [B] en EmVeDee onder meer gesommeerd zich te onthouden van dergelijke schadelijke uitlatingen en een mogelijke aangifte wegens het maken van heimelijke opnamen in het vooruitzicht gesteld.
2.22Op 24 mei 2019 heeft de advocaat van EmVeDee een bezwarenbrief in de in van artikel 2:349 lid 1 BW aan de advocaat van RBT c.s. gestuurd. Daarin staat onder meer:
“(…)Onttrekken vermogen en omleiden geldstromen
EmVeDee heeft bewijs dat vermogen aan Projects en/of Beheer wordt onttrokken en dat geldstromen zijn omgeleid zodat resultaten niet terecht komen in het vermogen van voornoemde vennootschappen. (…)
Ter adstructie geef ik een paar voorbeelden, maar merk daarbij op dat EmVeDee over bewijs beschikt ten aanzien van andere onderwerpen. Dit bewijs houdt zij thans nog even droog teneinde te ontdekken of RBT Beheer en [A] werkelijk schoon schip gaan maken. (…)
Bewijs met betrekking tot in de administratie doorgevoerde mutaties zal zo nodig worden gepresenteerd aan de Ondernemingskamer. (…)”