ECLI:NL:GHAMS:2019:3336

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2019
Publicatiedatum
12 september 2019
Zaaknummer
13/165082-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling voorlopige hechtenis en ISD-maatregel in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 augustus 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Marokko en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, verbleef op dat moment in het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn. Het hoger beroep was ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 juli 2019, waarin het bevel tot gevangenhouding werd bevestigd en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen.

Het hof heeft de relevante stukken en de beschikking van de rechtbank bestudeerd en heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat, gehoord. Het hof heeft geconcludeerd dat de gronden voor de afwijzing van het schorsingsverzoek terecht zijn. Er is een mogelijkheid dat de verdachte een ISD-maatregel opgelegd zal krijgen, maar het hof benadrukt dat de reclassering ook andere behandelingsmogelijkheden moet overwegen. Het hof heeft geen reden gezien om de termijn van het bevel gevangenhouding te beperken, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/165082-19
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1981,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 juli 2019, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
24 juli 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door mr. A. Baadoudi, waarnemend voor mr. J.K. Gaasbeek.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, ook wat betreft de afwijzing van het schorsingsverzoek.
Naar het zich thans laat aanzien zal tegen de verdachte oplegging van de ISD-maatregel worden gevorderd en mogelijk ook worden toegewezen. In die omstandigheden is het hof van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich niet voordoet.
Het hof is met de verdediging van oordeel dat het van belang is dat de reclassering ook grondig kijkt naar andere mogelijkheden voor behandeling van de verdachte dan in het kader van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel. Mocht de reclassering dergelijke mogelijkheden zien, dan kan op dat moment gekeken worden of en zo ja, op welke manier een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis vorm zou kunnen krijgen. Om die reden ziet het hof op dit moment geen reden de termijn van het bevel gevangenhouding te beperken.
13/165082-19

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 28 augustus 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. R.D. van Heffen en H.F. van Kregten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 28 augustus 2019,
de advocaat-generaal