ECLI:NL:GHAMS:2019:309
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake wijziging van alimentatieverplichting na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin zijn verzoek om de alimentatie voor zijn kinderen te verlagen werd afgewezen. De man, die in 2011 met de vrouw is getrouwd, heeft in oktober 2016 de echtscheiding aangevraagd. Bij de echtscheidingsbeschikking is bepaald dat hij een bijdrage van € 250,- per kind per maand zou betalen, die na indexering in 2018 € 259,08 per kind per maand bedroeg. De man stelt dat zijn financiële situatie is verslechterd, omdat hij zijn schildersbedrijf heeft moeten sluiten en nu afhankelijk is van een bijstandsuitkering. Hij verzoekt het hof om de alimentatie te verlagen naar € 25,- per kind per maand, maar het hof oordeelt dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn stelling te onderbouwen. De vrouw betwist de stellingen van de man en stelt dat hij geen nieuwe argumenten heeft aangedragen. Het hof concludeert dat de man niet in staat is om zijn draagkracht aan te tonen en bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank.