Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord, tevens houdende incidenteel appel;
- memorie van antwoord in incidenteel appel.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een bedrijfsruimte met inpandige woning zijn toegewezen. De appellant, die de bedrijfsruimte huurde, kwam in hoger beroep na een vonnis van 21 november 2018, waarin de kantonrechter de vorderingen van de geïntimeerde, de verhuurder, grotendeels had toegewezen. De appellant had een structurele huurbetalingsachterstand en was eerder al veroordeeld tot betaling van een huurachterstand. Ondanks een betalingsregeling, voldeed de appellant niet aan zijn betalingsverplichtingen, wat leidde tot de ontbinding van de huurovereenkomst. Het hof oordeelde dat de tekortkomingen van de appellant, waaronder herhaaldelijk te late betalingen, de ontbinding rechtvaardigden. De appellant betoogde dat de ontbinding niet gerechtvaardigd was, maar het hof verwierp dit argument. Daarnaast werd in het incidentele appel door de geïntimeerde gevorderd dat de ontruiming van de inpandige woning ook zou worden toegewezen, wat het hof eveneens toekende. Het hof bekrachtigde het bestreden vonnis, met de aanpassing dat de ontruiming ook betrekking had op de inpandige woning.