ECLI:NL:GHAMS:2019:2983

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2019
Publicatiedatum
14 augustus 2019
Zaaknummer
23-001104-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor schennis van de eerbaarheid na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van schennis van de eerbaarheid, gepleegd op 31 juli 2017 te Amsterdam. De tenlastelegging hield in dat de verdachte zijn ontblote geslachtsdeel zichtbaar voor een slachtoffer, mw. [slachtoffer], had vastgehouden en daarbij trekkende bewegingen had gemaakt op een openbare plaats, de Panamalaan.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 juli 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een taakstraf van 14 uren had geëist, subsidiair 7 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De politie had de verdachte weliswaar herkend op basis van het signalement dat door mw. [slachtoffer] was doorgegeven, maar het hof oordeelde dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte de dader was.

Gelet op de omstandigheden, waaronder het feit plaatsvond in een drukke omgeving met veel mensen, was er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 14 augustus 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001104-18
datum uitspraak: 14 augustus 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 maart 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-230119-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 juli 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 31 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten de Panamalaan, door zijn (ontblote) geslachtsdeel in zijn hand(en) vast te houden en/of daarbij trekkende bewegingen te maken (zichtbaar voor [slachtoffer]).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 14 uren, subsidiair 7 dagen hechtenis.

Vrijspraak

Door [slachtoffer] is melding gedaan van schennis van de eerbaarheid op de Panamalaan te Amsterdam in de ochtend van 31 juli 2017. Zij heeft bij die melding het signalement van de dader doorgegeven aan de politie. De opsporingsambtenaren die ongeveer een kwartier later ter plaatse kwamen, zagen in de nabije omgeving van de Panamalaan een man lopen die voldeed aan dat signalement. Later hebben zij de verdachte herkend als de man die zij eerder hadden zien lopen.
Op basis hiervan is niet met voldoende zekerheid vast te stellen dat de man die mw. [slachtoffer] heeft gezien dezelfde persoon is als de man die de opsporingsambtenaren later hebben zien lopen, mede in aanmerking genomen dat het voorval waarvan mw. [slachtoffer] melding heeft gedaan, plaatsvond op een tijdstip waarop in (de buurt van) de Panamalaan meer mensen – al dan niet op weg naar hun werk – zullen hebben gelopen. Dit brengt mee dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat het tenlastegelegde feit door de verdachte is begaan, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. P.F.E. Geerlings en mr. N.J.M. de Munnik, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 augustus 2019.
mr. A.M. van Woensel en mr. N.J.M de Munnik zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]