ECLI:NL:GHAMS:2019:2918
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.W.H.G. Loyson
- P. Greve
- R.P. den Otter
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
Op 5 juni 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 oktober 2017 was gewezen in de strafzaak met parketnummer 13-993147-16. De verdachte, geboren in Suriname in 1960, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 5 juni 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Echter, door of namens de verdachte is er geen schriftuur met grieven ingediend, en er zijn ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor verder onderzoek van de zaak.
Gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. Dit betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen, omdat de verdachte niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van grieven. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op de openbare terechtzitting van 5 juni 2019, waarbij de griffier, mr. N.M. Simons, niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.