ECLI:NL:GHAMS:2019:2909

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 augustus 2019
Publicatiedatum
8 augustus 2019
Zaaknummer
23-004497-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging gevangenisstraf en onttrekking aan het verkeer in verband met handelen in strijd met de Wet wapens en Munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1986, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een revolver, munitie en een airsoftapparaat, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De tenlastelegging betrof onder andere een revolver van het merk Smith & Wesson en verschillende patronen van kaliber .38. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 augustus 2018 in IJsselstein, gemeente Utrecht, deze wapens en munitie voorhanden heeft gehad.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De beslissing om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, is genomen in het licht van de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte. Het hof heeft ook de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen wapens en munitie bevolen, evenals de teruggave van bepaalde goederen aan de verdachte.

De uitspraak is gedaan na onderzoek ter terechtzitting op 8 juli en 5 augustus 2019, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De beslissing van het hof is bedoeld om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen en de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004497-18
datum uitspraak: 8 augustus 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 december 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-730013-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juli 2019 en 5 augustus 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 20 augustus 2018, te IJsselstein, gemeente Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een vuurwapen van categorie III, te weten:
- een revolver (merk Smith & Wesson), kaliber .38,
en/of
munitie van categorie III, te weten:
- vijf, althans één of meer (volmantel vlakneus) patronen, kaliber .38, en/of
- vijftien, althans één of meer patronen (Winchester), kaliber .38 special, en/of
- drie, althans één of meer patronen (W Super W), kaliber .38 special + P,
en/of
een wapen van categorie I onder 7°, te weten:
- een airsoftapparaat (in de vorm van een automatisch aanvalsgeweer),
voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij, op 20 augustus 2018, te IJsselstein, gemeente Utrecht, een vuurwapen van categorie III, te weten:
- een revolver (merk Smith & Wesson), kaliber .38, en
munitie van categorie III, te weten:
- vijf volmantel vlakneus patronen, kaliber .38, en
- vijftien patronen (Winchester), kaliber .38 special, en
- drie patronen (W Super W), kaliber .38 special + P, en
een wapen van categorie I onder 7°, te weten:
- een airsoftapparaat in de vorm van een automatisch aanvalsgeweer,
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
en
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een hogere gevangenisstraf dan in eerste aanleg, te weten voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een revolver, munitie en een airsoftapparaat en er daarmee blijk van gegeven zich niets gelegen te laten aan het feit dat het bezit hiervan verboden is.
Door het voorhanden hebben van een revolver en (bijbehorende) munitie heeft de verdachte een voor derden zeer onveilige situatie geschapen. Het potentiële gevaar is nog verhoogd omdat de revolver, die in een nachtkastje in de woning waar de verdachte verbleef, werd bewaard, geladen was en binnen korte tijd kon worden gebruikt.
De verdachte heeft bovendien een airsoftapparaat in zijn bezit gehad, dat een sprekende gelijkenis vertoont met een aanvalsgeweer model AK-74. Met een dergelijk wapen kan een voor derden zeer intimiderende, dreigende situatie worden gecreëerd.
Gelet op aard en ernst van het handelen van de verdachte is slechts een gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats en kan in beginsel niet worden volstaan met een gevangenisstraf van een duur als bepaald door de rechtbank.
Het hof zal er echter in het voordeel van de verdachte ook rekening mee houden dat het leven van de verdachte een wending ten goede lijkt te hebben genomen. Om deze positieve ontwikkelingen niet te doorkruisen (en in beginsel te voorkomen dat de verdachte opnieuw voor deze zaak gedetineerd zal raken), zal het hof de passend te achten gevangenisstraf van aanzienlijke duur deels voorwaardelijk opleggen.
Het hof acht, alles afwegende en aldus anders dan door de advocaat-generaal gevorderd, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf als hieronder aangegeven, passend en geboden.
Met deze straf wordt enerzijds beoogd de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen, terwijl daarmee anderzijds wordt beoogd de verdachte ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
In het voorgaande ligt besloten dat in hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht, met name gelet op de ernst van de feiten, geen aanleiding wordt gezien een lagere straf op te leggen dan de hieronder bedoelde.

Beslag

Het hof zal, overeenkomstig de rechtbank, de volgende beslissingen nemen ten aanzien van de in beslag genomen goederen die vermeld staan op de beslaglijst:
Onttrekking aan het verkeer
De onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een revolver (nummer 1), munitie (nummers 6, 7 en 8), pepperspray (nummer 9) en een airsoftapparaat (nummer 10), zullen met toepassing van artikel 36c, onderscheidenlijk 36d worden onttrokken aan het verkeer. Hierbij overweegt het hof dat deze voorwerpen de verdachte toebehoren, dat met betrekking tot de voorwerpen genoemd onder de nummers 1, 6, 7, 8 en 10) de strafbare feiten zijn begaan, en dat de pepperspray (nummer 9) kan dienen tot het begaan van een soortgelijk feit. Deze voorwerpen zijn aangetroffen bij gelegenheid van de doorzoeking van de woning ([adres 1]) en deze zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Teruggave aan de verdachte
De onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven geldbedragen (nummers 1, 2 en 3), een Volkswagen Golf (nummer 4) en een horloge (nummer 5) zullen worden teruggegeven aan de verdachte, aan wie deze goederen toebehoren.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
 1.00 1.00 STK Revolver (Smith & Wesson, 5619555)
 1.00 5.00 STK Patroon (Winchester.38, 5619559)
 1.00 15.00 STK Patroon (Winchester.38, 5619560)
 1.00 3.00 STK Patroon (.38 SPL, 5619561)
 1.00 1.00 STK Spuitbus PEPPERSPRAY (5620434)
 1.00 1.00 STK Wapen AIR SOFT (5620065).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
 Geld Euro 1000.00 (G5619483, 5x 100, 20x 50)
 Geld Euro 9000.00 (G5619474, 16x 500, 10x 100)
 Geld Euro 1230.00 (G5619469, 21x 50, 5x 20, 8x 10)
 1.00 STK Personenauto [nummer] VOLKSWAGEN golf 2014 Kl: Grijs (G5470269)
 1.00 STK Horloge Kl:zilver JAGUAR (G5620414).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. E. van Die en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 augustus 2019.
mr. E. van Die en mr. B.A.A. Postma zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.