In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1986, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een revolver, munitie en een airsoftapparaat, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De tenlastelegging betrof onder andere een revolver van het merk Smith & Wesson en verschillende patronen van kaliber .38. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 augustus 2018 in IJsselstein, gemeente Utrecht, deze wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De beslissing om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, is genomen in het licht van de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte. Het hof heeft ook de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen wapens en munitie bevolen, evenals de teruggave van bepaalde goederen aan de verdachte.
De uitspraak is gedaan na onderzoek ter terechtzitting op 8 juli en 5 augustus 2019, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De beslissing van het hof is bedoeld om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen en de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.