Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,
QUADRIFOGLIO B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief I in principaal appel, waarin erover wordt geklaagd dat de rechtbank op grond van een aantal niet vermelde feiten tot een vereenzelviging van [geïntimeerden] met Patelot had moeten komen, als de
grieven II tot en met V in principaal appelzijn daarom tevergeefs voorgesteld.
We presenteerden hier al de collecties van ons merk Socks, nu hebben we al onze merken hier onder gebracht. Alles onder één dak, dat is toch makkelijker”. De website en de contactgegevens die voor de Amsterdamse activiteiten (gekoppeld aan de benaming ‘ [geïntimeerde 1] [geïntimeerde 2] ’) werden gebruikt, werden en worden tevens gebruikt voor de Almeerse activiteiten. Ten slotte heeft WFC erop gewezen dat de kledingmerken ‘Anna Justper’ en ‘Malvin’ aanvankelijk vanuit Amsterdam maar later, vanaf 2016, vanuit Almere zijn gevoerd. De rechtbank heeft, onder 4.4 van haar vonnis, geconcludeerd dat [geïntimeerden] de ondernemingsactiviteiten van Patelot hebben doen eindigen en doen voortzetten, althans hebben voortgezet door/in Quadrifoglio met als voornaamste oogmerk WFC als crediteur te benadelen, en wel door het verhaal van WFC op het vermogen van Patelot te verijdelen. Dit kwalificeert, aldus de rechtbank, als misbruik van identiteitsverschil en levert een onrechtmatige daad van [geïntimeerden] jegens WFC op, gelijk die aan de orde was in het arrest van de Hoge Raad van 13 oktober 2000, NJ 2000/698 (
Rainbow Products/Ontvanger). De rechtbank heeft [geïntimeerden] op grond daarvan aansprakelijk gehouden voor de schade die WFC heeft geleden en zij heeft de vordering van WFC tot vergoeding van die schade, op te maken bij staat, toegewezen.
Grief 1 in incidenteel appelhoudt in dat van misbruik van entiteit en/of (handels)namen door [geïntimeerden] geen sprake is. Volgens [geïntimeerden] is Quadrifoglio al vanaf 2013 in Almere gevestigd en deden [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] vanuit de showroom te Amsterdam wel eens zaken voor Patelot en Quadrifoglio afzonderlijk, gelet op hun eigen activiteiten en de daarbij behorende klantenkring en vanuit hun eigen entiteit. [geïntimeerden] betwisten voorts dat Patelot haar activiteiten aan Quadrifoglio heeft overgedragen en dat zij WFC hebben willen misleiden of financieel benadelen. Aan WFC is volgens [geïntimeerden] van meet af aan opening van zaken gegeven over de slechte financiële situatie van Patelot die was ontstaan door het wegvallen van enkele leveranciers. Patelot heeft haar faillissement aangevraagd om daarmee de schade zoveel mogelijk te voorkomen. De activiteiten van Patelot zijn na het uitspreken van het faillissement ook gestopt, aldus [geïntimeerden] In de toelichting op
grief 2 in incidenteel appelstellen [geïntimeerden] dat de activiteiten van Patelot reeds ruim voor haar faillissement tot een minimum waren gedaald en de leveranciers geen goederen meer wensten uit te leveren omdat er geen gelden meer konden worden overgemaakt. Patelot had volgens [geïntimeerden] geen actief en/of positief vermogen, waardoor überhaupt al geen benadeling kon plaatsvinden. [geïntimeerden] herhalen dat van het overdragen van enige activa van Patelot aan Quadrifoglio nimmer sprake is geweest. Quadrifoglio heeft nog steeds alleen haar eigen agenturenovereenkomsten met betrekking tot dezelfde merken als voorheen, en van in- en verkoop van kleding is geen sprake. Volgens [geïntimeerden] rust op WFC de bewijslast van het tegendeel. Al met al achten [geïntimeerden] het, gezien het vorenstaande, onbegrijpelijk dat de rechtbank tot de conclusie is gekomen dat de ondernemingsactiviteiten van Patelot door Quadrifoglio zijn voortgezet met als doel WFC als crediteur te benadelen.
Grief 3 in incidenteel appelheeft geen eigen inhoud maar verwijst naar de eerdere grieven.
grief VI in principaal appel.
4.Beslissing
met betrekking tot ruimte 4.05.08een bedrag van € 41.401,25 aan huurderving over de periode tot en met 31 december 2016, te vermeerderen met € 2.291,67 per maand (dit is de huur exclusief btw, inclusief voorschot servicekosten, exclusief voorschot energie) betreffende huurderving in de periode 1 januari 2017 tot en met 21 december 2021, met bepaling dat hierop in mindering strekt de eventuele huurinkomsten die WFC met betrekking tot die periode zal ontvangen van derden indien en voor zover zij erin slaagt de betreffende ruimte gedurende of binnen deze periode aan een derde te verhuren, en
met betrekking tot ruimte 4.00.17een bedrag van € 7.578,82 betreffende huurderving over de periode tot en met 31 december 2017, een en ander te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;