In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is veroordeeld voor winkeldiefstal in vereniging, gepleegd op 17 april 2018 te Zaandam. De verdachte heeft samen met een ander een video-intercom weggenomen die toebehoorde aan een bedrijf. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare feiten en bevond zich in een proeftijd. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar rol als mantelzorger voor een ernstig zieke partner en haar verslavingsproblematiek. Gezien de ernst van het feit en de recidive heeft het hof een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken opgelegd, met een proeftijd van twee jaren. De beslissing is genomen met het oog op de mogelijkheid van rehabilitatie van de verdachte, waarbij het hof de nadruk legt op de waarschuwing die deze straf met zich meebrengt.