Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven 1 en 5richt [appellant] zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat geen stilzwijgende indeplaatsstelling door de v.o.f. heeft plaatsgevonden en dat [appellant] terecht als verweerder is aangemerkt. Volgens [appellant] zou uit het samenstel van feiten en omstandigheden uit het dossier blijken dat niet [appellant] maar de v.o.f. vanwege een stilzwijgende indeplaatsstelling als huurster heeft te gelden.
“Daar ik mijn originele huurovereenkomst niet heb kunnen vinden, hebben we gesproken over een kopie van een concept huurovereenkomst die jij nog hebt kunnen vinden. Zowel jij als ik kunnen ons daarin vinden en achten het niet noodzakelijk om een nieuwe huurovereenkomst op te maken.”Dat [appellant] in privé huurder is, wordt ook nog eens bevestigd door de e-mail van [appellant] van 1 maart 2018 aan Trottoir, waarin [appellant] schrijft dat
hijde winkelruimte ruim 29 jaar huurt en
hemeen eerste recht van koop is toegekend.
grief 2heeft de kantonrechter volgens [appellant] ten onrechte in rechtsoverweging 1.3 geoordeeld dat [appellant] de nadere stukken te laat heeft ingediend. Dit bezwaar is onterecht en berust op een verkeerde lezing van de desbetreffende overweging, waarin de kantonrechter juist heeft geoordeeld dat Trottoir niet in haar belangen is geschaad door het te laat indienen van de stukken. Daaruit moet worden afgeleid dat de stukken zijn meegewogen. Bij deze grief heeft [appellant] overigens geen belang nu deze stukken in hoger beroep zijn gevoegd.
grief 3komt [appellant] op tegen de vaststelling van de kantonrechter dat [B] met [appellant] met ingang van 1 augustus 1989 een huurovereenkomst heeft gesloten. Niet deze niet-getekende conceptovereenkomst beheerst de rechtsverhouding tussen partijen maar de hiervoor onder 3.6 genoemde huurovereenkomst tussen [B] en Kristalhuys B&B – [Y] en [appellant] Amsterdam BV. Volgens [appellant] heeft de kantonrechter deze huurovereenkomst in het geheel niet meegewogen.
grief 6komt [appellant] op tegen de door de kantonrechter aangewezen deskundige. Volgens [appellant] staat blijkens uitdraaien van de websites van Hoorne Vastgoed en Wagenhof Bedrijfsmakelaars onomstotelijk vast dat er banden bestaan tussen Wagenhof Bedrijfsmakelaars en Trottoir/Hoorne Vastgoed en is deze niet onafhankelijk.