ECLI:NL:GHAMS:2019:2655
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling in verband met kindeigen problematiek en omgangsproblematiek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige kinderen [kind A] en [kind B]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter van 25 mei 2018 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd tot 7 juni 2019. De moeder stelt dat de ondertoezichtstelling enkel gericht is op het contact tussen de kinderen en de vader, wat volgens haar niet in het belang van de kinderen is. De vader en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (GI) verzetten zich tegen het verzoek van de moeder en pleiten voor handhaving van de ondertoezichtstelling, omdat de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen in het geding zijn.
Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen sinds 8 juni 2015 onder toezicht staan van de GI en dat er ernstige zorgen zijn over hun ontwikkeling. De moeder heeft aangegeven dat de kinderen ziek worden na omgang met de vader, maar het hof oordeelt dat er geen objectieve bezwaren zijn tegen contact met de vader. De raad voor de Kinderbescherming heeft ook geadviseerd om de bestreden beschikking te bekrachtigen, omdat het belangrijk is dat de kinderen een eigen beeld van hun vader kunnen vormen.
Het hof concludeert dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de kinderen weg te nemen en dat de hulpverlening die de GI biedt niet voldoende wordt geaccepteerd door de moeder. De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarmee de ondertoezichtstelling van de kinderen wordt verlengd.