ECLI:NL:GHAMS:2019:2527
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
Op 8 juli 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 november 2018. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1983, die thans gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep.
De verdachte heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep.
De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin de rechters F.M.D. Aardema, E. van Die en B.A.A. Postma zitting hadden. De uitspraak vond plaats op de openbare terechtzitting van 8 juli 2019, waarbij mr. S. Bonset als griffier aanwezig was. Mr. B.A.A. Postma was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.