ECLI:NL:GHAMS:2019:248

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2019
Publicatiedatum
31 januari 2019
Zaaknummer
001082-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding wegens onterecht ondergane hechtenis na betaling schadevergoedingsmaatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die schadevergoeding vroeg voor dagen die hij onterecht in detentie heeft doorgebracht. De verzoeker, geboren in 1992, stelde dat hij een schadevergoedingsmaatregel van € 1.468,91 had betaald en dat hij hiervoor zeven dagen in hechtenis had gezeten. Het verzoekschrift was op 12 juni 2018 ingediend, waarna de advocaat-generaal op 18 oktober 2018 zijn standpunt kenbaar maakte. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift op 17 januari 2019 was de verzoeker niet aanwezig.

Het hof heeft de relevante stukken in de strafzaak bekeken en geconcludeerd dat artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering geen mogelijkheid biedt voor het indienen van een verzoek tot schadevergoeding in dit geval. Hierdoor werd de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De beslissing werd op de openbare zitting van 31 januari 2019 uitgesproken en de griffier heeft de beschikking ondertekend.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 001082-18
parketnummer in hoger beroep: 23-000517-16
Beschikking op het verzoekschrift van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

1.Inhoud van het verzoekschrift

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding voor dagen die verzoeker stelt onterecht in detentie te hebben gezeten. Verzoeker stelt een hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel
(ad € 1.468,91) te hebben betaald en hiervoor tevens 7 dagen in hechtenis te hebben gezeten.

2.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 12 juni 2018 ingekomen.
Op 18 oktober 2018 heeft de advocaat-generaal schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 17 januari 2019 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet verschenen.

3.Beoordeling van het verzoekschrift

Artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering noch enig ander wetsartikel opent de mogelijkheid in het geval als het onderhavige een verzoek tot schadevergoeding te doen bij de rechter die de maatregel heeft opgelegd, zodat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek.

4.Beslissing

Het hof :
Verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. J.H.C. van Ginhoven, A.M.P. Geelhoed en M. Senden, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 31 januari 2019.