ECLI:NL:GHAMS:2019:2392
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.C. Boot
- H.T. van der Meer
- F.J. Verbeek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake rechtsgeldige overeenkomst van opdracht tussen vader en advocaat
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 11 september 2018, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen twee appellanten, die als erfgenamen van hun overleden vader optreden, en de geïntimeerde, een advocaat die rechtsbijstand heeft verleend aan de vader. De appellanten betwisten de rechtsgeldigheid van de overeenkomst van opdracht die tussen hun vader en de advocaat zou zijn gesloten, en stellen dat de vader nooit akkoord is gegaan met een uurtarief van € 250,-. Het hof oordeelt dat er wel degelijk een overeenkomst van opdracht is gesloten, waarbij de vader de advocaat heeft verzocht om rechtsbijstand. De appellanten hebben niet voldoende onderbouwd dat de vader geen betalingsverplichting had, en het hof concludeert dat de advocaat recht heeft op betaling voor zijn diensten. De grieven van de appellanten worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. De appellanten worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.