Omdat Overvast aan haar vorderingen ten grondslag legt dat [geïntimeerde sub 1] sinds 2009 niet steeds zelf in het gehuurde heeft gewoond en daar ook nu niet woont, rust te dezen op Overvast de bewijslast. Naar het oordeel van het hof heeft Overvast voorshands, dat wil zeggen tot op door [geïntimeerden] te leveren tegenbewijs, de juistheid van haar onderhavige stelling bewezen. Het hof neemt hiertoe in aanmerking dat [A] (verder: [A] ), een van de eigenaren van de op [adres 3] gevestigde ijssalon, tegenover Sterk – blijkens haar rapport – heeft verklaard:
“Volgens mij woont op de derde verdieping van de [adres 1] een man. Zijn naam is [geïntimeerde sub 2] . Ik ken zijn achternaam niet. Volgens mij is de woning van zijn moeder., maar [geïntimeerde sub 2] woont er zelf. Meer weet ik ook niet. [geïntimeerde sub 2] is er niet altijd, hij is vaak weg. Zijn moeder woont hier niet.”
[A] heeft, voorts, op 6 juli 2018 in antwoord op hem door of vanwege Overvast gestelde vragen (mede ingegeven door de door [geïntimeerde sub 1] ter comparitie in eerste aanleg tegenover de kantonrechter afgelegde verklaring) verklaard, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, dat hij de ijssalon in 2003 met zijn broer heeft gekocht, dat hij “24/7” aanwezig is op de [adres 3] (en dat zijn broer daar aanwezig is als hij vrij is of op vakantie), dat hij woont op [adres 4] , dat op [adres 5] een jong meisje woont dat aardig is en waarmee hij goed contact heeft en dat op [adres 1] een man met een baard woont, [geïntimeerde sub 2] , die hij herkent van hem getoonde foto’s. Verder verklaart [A] zeven/acht jaar geleden in het (door hem) gehuurde een kat te hebben gehad. [A] herkent blijkens zijn verklaring ook de hem op foto’s getoonde [geïntimeerde sub 1] , aan wie hij naar zijn verklaring twintig jaar geleden door de oude eigenaar van de ijssalon is voorgesteld en die hij in twintig jaar tijd tien keer heeft gezien. De [A] gestelde (verdere) vragen en de daarop door hem gegeven antwoorden luiden:
“11) Heeft uw kat ooit voor overlast gezorgd en bent u met 1 van de bewoners in conflict hierover gekomen?
Ik heb hier een conflict over gehad met [adres 1] , met [geïntimeerde sub 2] .
12) Als ik u zeg dat mevrouw van foto 3 en 4[ [geïntimeerde sub 1] ; hof]
beweert ruzie met u gehad te hebben over uw kat, wat is daarop uw reactie?
Ik heb hier een conflict over gehad met [adres 1] , met [geïntimeerde sub 2] . Niet met deze mevrouw, zoals ik al zei, [geïntimeerde sub 2] woont daar. Mevrouw woont daar niet.
13) Als ik u zeg dat mevrouw van foto 3 en 4 beweert “De ene week 3 dagen in de woning op de [adres 1] verblijft, de andere week 4 dagen. In de zomermaanden er vaak niet is. En het nooit voorkomt dat ze een gehele week niet in de woning [adres 1] is als ze in [plaats] is. Wat kunt u hierover verklaren?
Dat dit niet klopt, mevrouw woont er niet, dat is [geïntimeerde sub 2] . Ik heb haar weleens gezien en omdat de eigenaar mij voorgesteld heeft weet ik wie het is.
14) Wie is volgens u de bewoner boven?
(…) [geïntimeerde sub 2] .”
[B] , de bewoonster van [adres 5] , heeft per e-mail van 17 juli 2018 aan Overvast op de vraag of zij de bewoner/bewoonster “boven u op [adres 1] hoog” kent en, zo ja, of dit een man of een vrouw is geantwoord, voor zover van belang:
“Ik kan in ieder geval doorgeven dat de enige bewoner die ik boven ken een man is.”
Vooralsnog hebben [geïntimeerden] deze verklaringen niet althans onvoldoende ontzenuwd, te minder omdat – bij gebreke van indicaties voor het tegendeel – ervan dient te worden uitgegaan dat [A] en [B] bij het onderhavige geschil geen belang hebben. Gelet op hun in appel gedane bewijsaanbod zal het hof [geïntimeerden] tot het leveren van tegenbewijs in de gelegenheid stellen.