ECLI:NL:GHAMS:2019:2356

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 mei 2019
Publicatiedatum
11 juli 2019
Zaaknummer
23-002713-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 22 juni 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1971, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit tijdens de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gezien het ontbreken van grieven en bezwaren, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters J.W.H.G. Loyson, P.C. Römer en S.M.M. Bordenga aanwezig waren. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M.E. van Rijn, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002713-18
datum uitspraak: 16 mei 2019
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 22 juni 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13‑993133-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 mei 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.H.G. Loyson, mr. P.C. Römer en mr. S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van mr. M.E. van Rijn, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 mei 2019.
Mr. J.W.H.G. Loyson en mr. P.C. Römer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.