ECLI:NL:GHAMS:2019:2350
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- S. Clement
- A.M. van Amsterdam
- W. Foppen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 25 augustus 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1969, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdergenoemde vonnis. Tijdens de zitting op 12 april 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat er door of namens de verdachte geen schriftelijke grieven zijn ingediend en dat er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Bovendien is er geen rechtens te respecteren belang gebleken dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder onderzocht zou worden. Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De beslissing van het hof is als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 12 april 2019, waarbij mr. A.M. van Amsterdam niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.