ECLI:NL:GHAMS:2019:2312

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2019
Publicatiedatum
9 juli 2019
Zaaknummer
RK 000813-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en weigerachtige getuige in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 juli 2019 in raadkamer uitspraak gedaan over een hoger beroep van een getuige, geboren in 1981, die momenteel verblijft in de Penitentiaire Inrichting Utrecht. De getuige had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 28 juni 2019, die de gijzeling van de getuige had verlengd en het verzoek tot ontslag uit de gijzeling had afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken en de advocaat-generaal en de getuige gehoord, bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. M.S. Kat.

Het hof heeft zich gebogen over de vraag of er sprake is van een weigerachtige getuige. De getuige stelde dat zij wel wil verklaren, maar niet kan verklaren zonder eerst de geluidsopnamen van haar gesprekken met een andere persoon te hebben beluisterd. Het hof vond het onduidelijk waarom de getuige deze opnames nog niet had kunnen beluisteren en achtte zich onvoldoende geïnformeerd om een oordeel te vellen over de weigerachtigheid van de getuige. Daarom heeft het hof besloten de behandeling van het hoger beroep voor een week aan te houden, in de hoop dat de rechter-commissaris meer duidelijkheid kan verschaffen over de situatie.

Het hof heeft vragen geformuleerd die beantwoord moeten worden voordat het verder kan met de beoordeling van de getuige. De beslissing om de behandeling aan te houden is genomen in het belang van een zorgvuldige rechtsgang, waarbij de rechten van de getuige gewaarborgd moeten blijven. De behandeling van het hoger beroep zal worden hervat op 10 juli 2019, wanneer de raadkamer gevangenhouding opnieuw bijeenkomt.

Uitspraak

Rekestnummer RK 19/3880
in hoger beroep RK 813-19
(in de zaken met parketnummers 13-650241-17 en 13-650242-17)
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van
[naam 1] (getuige),
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1981,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in het huis van bewaring Penitentiaire Inrichting Utrecht, locatie Nieuwersluis te Nieuwersluis,
tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 28 juni 2019, houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van de gijzeling van de getuige en de afwijzing (impliciet) van het verzoek tot ontslag uit de gijzeling van de getuige.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2019, waarbij namens de getuige hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beslissing van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de gijzeling van de getuige en heeft gehoord de advocaat-generaal en de getuige, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. M.S. Kat.

De beoordeling

Het hof heeft allereerst te beoordelen of in deze sprake is van een weigerachtige getuige. De getuige heeft zich op het standpunt gesteld dat zij wel wil verklaren, maar niet kan verklaren zolang zij de geluidsopnamen van de door haar met [naam 2] gevoerde gesprekken niet heeft kunnen uitluisteren. Het is het hof niet duidelijk geworden waarom de getuige deze opnames in hun totaliteit tot op heden niet heeft kunnen of mogen beluisteren. Het hof kan zich voorstellen dat de getuige daaraan behoefte heeft om voor zichzelf duidelijk te krijgen in welke context welke dingen zijn gezegd.
Het vorenstaande brengt het hof tot de conclusie dat het zich op dit moment onvoldoende geïnformeerd acht om de hiervoor genoemde beoordeling te kunnen verrichten. Om die reden zal het hof de behandeling van dit hoger beroep voor de duur van één week aanhouden. Het hof gaat er vanuit dat in die week duidelijkheid kan worden verschaft door de rechter-commissaris over de volgende vragen:
  • Zijn er omstandigheden of redenen die zich verzetten tegen het voorafgaand aan een nader verhoor, laten uitluisteren van de gesprekken waarover de getuige wordt bevraagd?
  • Zo niet, op welke termijn kan dan het uitluisteren en aan de hand daarvan horen van de getuige plaatsvinden?
Rekestnummer RK 19/3880
in hoger beroep RK 000813-19
(in de zaken met parketnummers 13-650241-17 en 13-650242-17)
Afhankelijk van de beantwoording van deze vragen en het mogelijke nader verhoor van de getuige, kan het hof bezien of het inmiddels wel kan beoordelen of hier sprake is van een weigerachtige getuige of niet, voor zover dit dan nog aan de orde is.

De beslissing

Het hof:
Houdt de behandeling van het hoger beroep aan tot de raadkamer gevangenhouding van 10 juli 2019.
Deze beschikking is gegeven op 4 juli 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.J.A. Plaisier en H.F. van Kregten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van D. de Jong als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 4 juli 2019,
de advocaat-generaal