De notaris heeft bij brief van 16 juni 2018 aan de kamer, voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
“
Uw kamer heeft vastgesteld dat de notaris, gelet op de bepaling van artikel 55 Wna, gehouden is een specificatie te verstrekken van het bedrag dat hij zijn cliënten in rekening brengt.
Ik heb daartegen ingebracht dat de erfgenamen voor de door de notaris opgestelde rekening en verantwoording hebben getekend en dat daarin ook mijn declaratie was verwerkt. Daarna pas, dus toen het dossier voor mij was afgesloten, heeft de gemachtigde van klaagster de notaris om een specificatie gevraagd. Ik heb mij op het standpunt gesteld dat ik daarop op dat moment niet meer behoefde in te gaan. Vooral ook vanwege de manier waarop de gemachtigde van klaagster de notaris heeft bejegend. Het gedrag van de gemachtigde van klaagster was immers extreem onbetamelijk.
Uw kamer heeft vervolgens geoordeeld dat de door mij aangevoerde feiten en omstandigheden de betreffende verplichting niet opheffen en heeft om die reden dit klachtonderdeel gegrond verklaard.(…)
Alhoewel ik nog steeds van mening ben dat de door mij aangevoerde feiten en omstandigheden gemelde verplichting opheffen leg ik mij bij uw oordeel neer.
Derhalve doe ik u hierbij een overzicht toekomen van de uitgegane en ingekomen berichten (…), zulks evenwel met uitzondering van de diverse telefoongesprekken, met vermelding van het aantal uren van de door mij tot 3 april 2017 verrichte werkzaamheden.
Gaarne verneem ik van u of deze opgave voor u voldoende is of dat u van mij verwacht dat ik nog meer informatie aan de gemachtigde van klaagster verstrek.
Tevens verneem ik gaarne van u of en zo ja, in hoeverre de betreffende informatie aan de gemachtigde van klaagster mag en kan worden verstrekt, zeker waar het betreft correspondentie, zulks gelet op de privacybescherming krachtens de AVG.”