Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.2 en 9.5 van de huurovereenkomst d.d. 8 maart 2002 alsmede de daarbij behorende allonges–
gedurende een periode van 10 jaar, gerekend vanaf de ingangsdatum van de huurovereenkomst een huuropslag van EUR 92.488,28 exclusief omzetbelasting per jaar (...)
:
exclusief b.t.w. en 10% coördinatievergoeding, berekend over de directe kosten (lonen, materialen en bestanddelen).
is en de afschrijvingsperiode 10 jaar. De definitieve opslag op de huur zal door middel van nacalculatie bepaald worden. De opslag geldt aldus voor de duur van 10 (tien) jaar. De datum van oplevering van de inbouwwerkzaamheden zal zijn 1 juni 2003.
voor al hetgeen huurder ingevolge de (…) huurovereenkomst (…) verschuldigd zal worden”.
3.Beoordeling
voor het geval gebruik wordt gemaakt van de breakoptie”. Deze bankgarantie is conform artikel 7 van de koopovereenkomst door Vastinvest aan Multi gecedeerd tot zekerheid voor de nakoming van de verplichting van Vastinvest tot betaling van de aanvullende vergoeding aan Multi. Deze laatste verplichting moet volgens Vastinvest en Paramount c.s. dan ook worden gezien als een verplichting tot doorbetaling aan Multi van de door Fiat bij uitoefening van de break-optie aan Vastinvest te betalen beëindigingsvergoeding. Daaruit volgt dat die verplichting niet bestaat na ommekomst van de looptijd van de huurovereenkomst en voorts, dat het gaat om een bedrag van € 188.999,45 inclusief btw. Het is, zo stellen zij, niet logisch dat Multi recht zou hebben op betaling door Vastinvest als Fiat niet aan Vastinvest hoeft te betalen. De redactie van artikel 7 van de koopovereenkomst zou zijn overgenomen uit de hiervoor, in 2.9 geciteerde correspondentie, waarin partijen zich vergist zouden hebben.
.488,28 dient te betalen gedurende een periode van tien jaar, gerekend vanaf de ingangsdatum van de huurovereenkomst. Ook de tekst van artikel 7 van de eerste conceptkoopovereenkomst, waarin wordt gesproken over de 10-jarige annuïteitenlening, wijst daarop. Daarop wijst ook hetgeen hiervoor, in 3.6 is overwogen. In de lezing van Vastinvest zou zij het in haar macht hebben de verschuldigdheid van de nabetaling steeds uit te stellen door met Fiat een verlenging van de huurovereenkomst overeen te komen. Dat ligt niet voor de hand. Nu Vastinvest haar lezing van artikel 7 in het geheel niet heeft gemotiveerd, moet met Multi worden aangenomen dat partijen bedoeld hebben overeen te komen dat de nabetaling in ieder geval verschuldigd zou zijn na ommekomst van de initiële looptijd van de huurovereenkomst, derhalve per 1 juni 2013.
ECLI:NL:HR:2014:1405, rov. 3.5 en 3.6).