Uitspraak
mrs. H.J. ter Meulenen
R.A. Marres, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[A] ,
[B],
mr. I.E. Moustaïne, kantoorhoudende te Hoorn,
4.[C] ,
[D],
[E],
[F],
[G],
[H],
[I],
1.Het verloop van het geding
2.De beoordeling
heeft opgemerkt althans dient de deskundige te motiveren hoe dit (ver)nieuw(de) softwarepakket in de waardering is meegenomen en waarop dit is gebaseerd. De door [J] gestelde vordering op het (voormalig) bestuur van Allshare[zie 3.8 sub 3 van het arrest van 3 juli 2018]
is naar het oordeel van de Ondernemingskamer zo speculatief en weinig gesubstantieerd dat deze niet in de waardering hoeft te worden betrokken.
Ons inziens is dit bedrag[€ 184.067; toev. Ondernemingskamer]
te weinig in rekening gebracht, doordat in het jaar 2016 alleen de laatste 4 maanden omzet 2016 in rekening zijn gebracht. De eerste 8 maanden 2016 zijn derhalve niet in rekening gebracht.
eBankViewultimo 2019/begin 2020 gereed is. Deze verwachting is volgens Sapphire slechts gestoeld op een bespreking die de deskundige heeft gehad met [L] (hierna: [L] ), die destijds bestuurder van Allshare was, terwijl die verwachting geen steun vindt in enige documentatie. Binnen Allshare werd en wordt een opleverdatum zoals door de deskundige is gehanteerd, als onrealistisch en onhaalbaar beschouwd. Voor afronding van eBankView is vereist dat alle modules zijn afgerond, hetgeen naar verwachting pas eind 2021 zal zijn, aldus Sapphire.
tijdlijn implementatie eBankView’ van 10 april 2018, dus van vóór de peildatum, die volgens haar is rondgezonden binnen de stuurgroep die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en implementatie van
eBankViewen waaraan ook Allshare-medewerkers deelnemen. De Ondernemingskamer is van oordeel dat deze tijdlijn geen overtuigende aanwijzing vormt dat het uitgangspunt van de deskundige onjuist is. Uit het stuk valt niet meer af te leiden dan dat de implementatie van
eBankViewvanaf 2020 zal plaatsvinden. Dat de oplevering later dan eind 2019/begin 2020 is voorzien, valt er niet in te lezen. Het bezwaar tegen het uitgangspunt van de deskundige is onvoldoende gemotiveerd – ook wanneer de door Sapphire aangehaalde verklaring van de heer [M] (van Allshare, die deel uitmaakt van voormelde stuurgroep) daarbij in aanmerking wordt genomen. Evenmin kan de opmerking van Sapphire dat het op dit moment onzeker is of bij Sapphire de nodige ruimte beschikbaar is om (tijdig) de voor afronding van
eBankViewvereiste additionele investeringen te kunnen doen, afbreuk doen aan het uitgangspunt van de deskundige, alleen al omdat deze omstandigheid na de peildatum speelt. De Ondernemingskamer ziet derhalve geen aanleiding het deskundigenrapport op het punt van de op de peildatum verwachte opleverdatum niet te volgen.
eBankViewheeft gehanteerd van 14 fte met ingang van 2020. Er zal volgens Sapphire mogelijk helemaal geen sprake zijn van een personeelsreductie, nu een bepaalde bezetting met technische mensen nodig is voor regulier onderhoud van
eBankView, terwijl de huidige bezetting al lager is. Voor zover het na afronding en implementatie van
eBankViewtot een afname van personeel zal komen, zal deze slechts geleidelijk en stapsgewijs kunnen plaatsvinden. Bovendien heeft de deskundige de afvloeiingskosten die noodzakelijkerwijs gepaard gaan met personeelsreductie en die door Accuracy op € 220.000 zijn bepaald, ten onrechte gematigd tot € 175.000, aldus Sapphire.
eBankViewop het aantal fte zal zijn, geantwoord: “
Gereedkomen van eBV moet leiden tot een reductie van developers, testers en business analists. In aantallen uitgedrukt zouden van de circa 30 fte die nu voor[Van Lanschot]
werken circa 15 fte overblijven”. Op basis hiervan is de deskundige uitgegaan van een besparing met ingang van 2020 van 12 fte binnen teams die voor Van Lanschot Kempen werken en 2 fte binnen het supportteam. De Ondernemingskamer overweegt dat het de deskundige vrijstond zich te baseren op hetgeen door [L] naar voren is gebracht over de personele gevolgen van het gereedkomen van
eBankView. De deskundige heeft de personeelsreductie nader toegelicht op pagina 36/37 van zijn rapport en uit die toelichting blijkt dat van de klantteams 20 fte resteert na de afronding van de ontwikkeling van
eBankViewper ultimo 2020. In het licht daarvan is het standpunt van Sapphire dat, na afronding van de ontwikkeling van
eBankView, voor regulier onderhoud in ieder geval 12 fte noodzakelijk is, zonder nadere toelichting geen valide argument tegen het door de deskundige gehanteerde uitgangspunt. De Ondernemingskamer merkt daarbij op dat Sapphire in reactie op het conceptdeskundigenbericht wel opmerkingen heeft gemaakt over de
timingen fasering van de personeelsreductie, maar niet over de omvang daarvan (zie deskundigenrapport pagina 85-87). Nu de Ondernemingskamer de deskundige volgt in het op de peildatum te verwachten implementatietijdstip van
eBankView(zie 2.9), acht de Ondernemingskamer met de deskundige het realiseren van de personeelsreductie in 2020 reëel. De Ondernemingskamer acht ook het door de deskundige in aanmerking genomen bedrag van € 175.000 voor transitievergoedingen een prudent bedrag, mede gelet op de gunstige arbeidsmarkt voor IT-deskundigen in de bancaire sector, als gevolg waarvan het aantal gedwongen ontslagen kan worden beperkt.
dat Van Lanschot Kempen middels haar dochter Sapphire circa 97% van de aandelen in Allshare houdt terwijl zij tevens de afnemer en gebruiker is van de producten BankView en eBankView” (zie 3.13 van het arrest van 3 juli 2018). Uit het deskundigenbericht komt naar voren dat de deskundige daaraan in voldoende mate gehoor heeft gegeven. [J] hadden enkele van hun argumenten dat sprake zou zijn van belangenverstrengeling, reeds in hun commentaar op het conceptdeskundigenbericht aan de orde gesteld, ter onderbouwing van hun stelling dat Allshare in feite optreedt als een interne ICT-afdeling van Van Lanschot Kempen. Volgens de deskundige kan deze conclusie niet op basis van die argumenten worden getrokken. De deskundige heeft dat in het rapport toegelicht en heeft daaraan toegevoegd dat wel van belang is dat de waardering op basis van marktconforme tarieven tussen Allshare enerzijds en Van Lanschot Kempen (en Insinger Gilissen) anderzijds plaatsvindt. De deskundige heeft (beargumenteerd) gekozen voor de DCF-methode (meer specifiek de APV-methode, een variant daarvan) en de berekende economische waarde geduid als een ‘fair value’ waarde. Daarbij past een afzonderlijke waardering van goodwill methodisch niet. Voorts geldt als uitgangpunt dat het deskundigenbericht strekt tot vaststelling van de waarde van de aandelen op de peildatum en niet ter beantwoording van de vraag wat die waarde had kunnen zijn indien Allshare een ander beleid zou hebben gevoerd. De stellingen van [A] over ‘belangenverstrengeling’ en het missen van ‘corporate opportunities’ zijn onvoldoende specifiek om een uitzondering op dit uitgangspunt te rechtvaardigen. De Ondernemingskamer ziet daarom en in het licht van de toelichting in het deskundigenrapport, in de door [J] in hun akte na deskundigenbericht genoemde argumenten onvoldoende aanleiding om te oordelen dat de deskundige vanwege de band tussen Allshare en Van Lanschot Kempen tot een andere waardering van de aandelen had moeten komen.
eBankviewten onrechte op nul heeft gesteld, terwijl dit nieuwe product Allshares grootste asset is, waarvan de waarde in de toekomst pas tot uitdrukking komt. Volgens [J] ligt hieraan waarschijnlijk ten grondslag dat de deskundige voor zijn waardering afhankelijk was van gegevens die afkomstig zijn van Van Lanschot Kempen dan wel het door Van Lanschot Kempen gedomineerde bestuur van Allshare.
eBankViewgezien kan worden als een moderne versie van
BankView, dat bij beide producten de functionaliteit in de kern hetzelfde is, dat
eBankVieween product is dat
BankView(al dan niet geleidelijk) gaat vervangen en dat ook het verdienmodel tussen beide producten vooralsnog niet zal verschillen. Hij is tot dit standpunt gekomen op basis van de ontvangen documenten en gesprekken met Allshare en partijen, waaronder een bespreking met [J] Daarmee heeft de deskundige naar het oordeel van de Ondernemingskamer voldoende inzichtelijk en begrijpelijk gemaakt waarom hij ervoor heeft gekozen ervan uit te gaan dat
eBankviewten opzichte van
BankViewniet zal leiden tot grotere kasstromen. Dat betekent vanzelfsprekend niet dat de waarde van
eBankViewvolgens de deskundige nihil is;
eBankViewis noodzakelijk om de toekomstige kasstromen op peil te houden omdat de economische levensduur van
BankViewten einde loopt. In de argumenten van [J] ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding op dit punt af te wijken van het deskundigenrapport. De Ondernemingskamer constateert dat [J] zich in akte van 26 februari 2019 ten onrechte niet hebben beperkt tot een reactie op de inhoud van de akte na deskundigenbericht van Sapphire, maar buiten dat kader zijn getreden. De Ondernemingskamer laat de akte in zoverre onbesproken wegens strijd met goede procesorde.