In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1998, was aangeklaagd voor het beledigen van ambtenaren, te weten twee politiemensen, tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie. De tenlastelegging betrof het uiten van beledigende woorden, waaronder 'kankerpolitie' en 'kankerhomo's', tegen de verbalisanten op 21 april 2018 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de vereisten van een vonnis.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen heeft gepleegd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden. De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten door enige omstandigheid. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 300,00 of 6 dagen hechtenis. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd in hoger beroep. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen en heeft geoordeeld dat de verdachte een geldboete van € 300,00 moet betalen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.
Het hof heeft de artikelen 23, 24c, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters H.A. van Eijk, A.D.R.M. Boumans en P.F.E. Geerlings aanwezig waren. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 mei 2019.