ECLI:NL:GHAMS:2019:2173

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 mei 2019
Publicatiedatum
27 juni 2019
Zaaknummer
23-004610-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van ambtenaren door verdachte tijdens rechtmatige uitoefening van hun bediening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1998, was aangeklaagd voor het beledigen van ambtenaren, te weten twee politiemensen, tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie. De tenlastelegging betrof het uiten van beledigende woorden, waaronder 'kankerpolitie' en 'kankerhomo's', tegen de verbalisanten op 21 april 2018 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de vereisten van een vonnis.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen heeft gepleegd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden. De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten door enige omstandigheid. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 300,00 of 6 dagen hechtenis. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd in hoger beroep. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen en heeft geoordeeld dat de verdachte een geldboete van € 300,00 moet betalen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.

Het hof heeft de artikelen 23, 24c, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters H.A. van Eijk, A.D.R.M. Boumans en P.F.E. Geerlings aanwezig waren. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 mei 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004610-18
datum uitspraak: 29 mei 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 december 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-077914-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 mei 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 21 april 2018 te Amsterdam opzettelijk een of meerdere ambtenaren, te weten [verbalisant 1], brigadier van politie eenheid Amsterdam en/of [verbalisant 2], surveillant van politie eenheid Amsterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "kankerpolitie" en/of "kankerhomo's", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 21 april 2018 te Amsterdam opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant 1], brigadier van politie eenheid Amsterdam en [verbalisant 2], surveillant van politie eenheid Amsterdam, gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: “kankerpolitie” en “kankerhomo's”.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 300,00, subsidiair 6 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft diep in de nacht op straat twee politiemensen uitgescholden voor kankerhomo’s en kankerpolitie, nadat die waren afgekomen op een ruzie tussen de verdachte en haar vriendin. Het uitschelden van politieambtenaren is voor hen niet alleen kwetsend en denigrerend, ook maakt het in het algemeen inbreuk op het gezag van de politie. Dat de verbalisanten mogelijk heftig hebben gereageerd, toen de verdachte hen filmde met haar telefoon, doet hier niet aan af. Daarin kan immers geen rechtvaardiging worden gevonden voor het op een dergelijke wijze uitschelden van deze ambtenaren.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 2 mei 2019 is zij niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden voor dit feit en deze verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24c, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 21 april 2018 onder parketnummer 13‑077914‑18.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van mr. S. Ourahma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 mei 2019.
Mr. H.A. van Eijk en mr. P.F.E. Geerlings zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]