ECLI:NL:GHAMS:2019:2148

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2019
Publicatiedatum
26 juni 2019
Zaaknummer
200.260.506/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake civiele zaak tussen H.O.D.N. '[X]' en DE WERF VAN KOPER V.O.F.

In deze civiele zaak heeft appellante, H.O.D.N. '[X]', hoger beroep ingesteld tegen een of meer vonnissen die eerder zijn gewezen in de onderhavige zaak. De zaak is geregistreerd bij het Gerechtshof Amsterdam onder zaaknummer 200.260.506/01. De appellante is vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Akkus uit Rotterdam, terwijl de geïntimeerde, DE WERF VAN KOPER V.O.F., wordt bijgestaan door advocaat mr. S.K. Tuithof uit Haarlem. Tijdens de procedure heeft het hof besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Hierbij kunnen ook zaken als mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen. Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon of vertegenwoordigd door een bevoegde persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. D.J. Oranje, in het Paleis van Justitie in Amsterdam. De comparitie zal plaatsvinden op een nader te bepalen tijdstip. Partijen zijn verplicht om binnen twee weken hun verhinderdagen op te geven en de appellante moet binnen vier weken een kopie van het volledige procesdossier indienen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat de comparitie heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.260.506/01
zaaknummer rechtbank : 7056715 CV EXPL 18-4598
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 25 juni 2019
inzake
[appellante] , H.O.D.N. " [X] ",
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. B. Akkus te Rotterdam,
tegen
DE WERF VAN KOPER V.O.F.,
gevestigd te Wervershoof,
geïntimeerde,
advocaat: mr. S.K. Tuithof te Haarlem.

1.Het geding in hoger beroep

Appellante heeft bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. D.J. Oranje, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 9 juli 2019 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de comparitie na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellante uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zal indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.