Uitspraak
mr. L.C.J. Sprengers, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. H.M.J. Bogaarden
mr. M.C.E. Peels, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
project [E])
Project [F]
- De advocaten hebben de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties.
- Na schorsing heeft mr. Sprengers aangekondigd dat partijen doende zijn procesafspraken te maken met betrekking tot de informatievoorziening en overleg over Project [F] en dat de EOR het verzoek voor zover dat ziet op Project [F] zal intrekken zodra die afspraken schriftelijk zijn vastgelegd.
- Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
- Namens [B] is toegezegd dat aan de EOR in het kader van de te maken procesafspraken tevens bepaalde informatie zal worden verstrekt.
- De Ondernemingskamer heeft medegedeeld op een termijn van vier weken uitspraak te doen.
2.De vaststaande feiten
measurement and data analyticsbedrijf [....] . De moedervennootschap is gevestigd in de Verenigde Staten en genoteerd aan de beurs in New York. De activiteiten van de onderneming zijn in twee segmenten verdeeld, te weten
[I]en
[J] .Deze segmenten zijn juridisch en organisatorisch gesplitst.
[I](thans [C] ) richt zich op [....] .
[J](thans [D] ) richt zich op [....] .
strategic review(Project [F] ) van de organisatie plaats, waarbij een aantal strategische alternatieven voor de onderneming wordt onderzocht. Het bestuur van [B] overweegt in dat verband een aantal mogelijkheden. Tussen partijen is niet in geschil dat aan de EOR dienaangaande een consultatie- en informatierecht toekomt. Met het oog hierop hebben zij afspraken gemaakt.
Organizational Updatevan 30 januari 2019 heeft de CEO van [B] het volgende bericht doen uitgaan met betrekking tot project [E] :
Today we are announcing bold changes that will accelerate our transformation and create a significant cultural shift as we evolve into a truly product-driven company. We are establishing a new way of working designed to maximize our focus and increase our velocity. The new paradigm will help us to pinpoint the right products to bring to market and will make the company more modern and more agile- allowing us to leverage cloud platforms, and create transparency and accountability for each and every one of us.
hang out call) op 31 januari 2019 met (vertegenwoordigers van) [B] heeft de EOR in het kader van project [E] naar voren gebracht dat de EOR teleurgesteld is “
that we have not (..) been informed and consulted on this big change in the company’s structure.” Daarop is geantwoord dat het gaat om een “
reorganizational re-alignment”, dat er geen verband is met de “
strategic review” en: “
We’re always adjusting our structure. We have had financial troubles. (…) CEO [K] saw an opportunity to streamline our business.”
“(…) Only Wednesday we began to announce the new roles and responsabilities. We need a transition phase. Not many people will be affected through the short term. It’s going to take the 1st quarter to settle in. (…)”Op de vraag of de juridische structuur van [D] en [C] dezelfde blijft:
“Yes, with some shared services supporting both units.”Op de vraag naar de huidige structuur vergeleken met de nieuwe:
"it will stay more or less as it is for the commercial part.”
Townhallmeetingop 26 februari 2019 heeft [L] , CCO van [C] , in een toespraak onder meer het volgende naar voren gebracht.
So you know that coming into 2019 [K] joined the organization and one of the first things he did was, he changed it. So in other words he restructured almost immediately. (…)Firstly he wanted to have the ability to split [I] and [J], (…)to separate the two. (…)
3.De gronden van de beslissing
informatieverstrekking’ als volgt: “
het verstrekken van gegevens over grensoverschrijdende aangelegenheden door het hoofdbestuur of een ander passender bestuursniveau aan werknemersvertegenwoordigers, op een zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat werknemersvertegenwoordigers zich een grondig oordeel kunnen vormen over de gevolgen en, desgewenst, raadpleging met het hoofdbestuur of een ander passender bestuursniveau kunnen voorbereiden.”
raadpleging’ als volgt: “
het instellen van een dialoog en de uitwisseling van standpunten over voorgestelde maatregelen tussen het hoofdbestuur of een ander passender bestuursniveau en werknemersvertegenwoordigers, op een zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat werknemersvertegenwoordigers in staat zijn op basis van de verstrekte informatie over voorgestelde maatregelen ten aanzien van grensoverschrijdende aangelegenheden waarmee de raadpleging verband houdt, binnen een redelijke termijn advies uit te brengen, waarmee rekening kan worden gehouden bij het nemen van het besluit.”
“The [EOR] shall be informed about and consulted on the progress of the business of [ [B] ] and its prospects. When at least two countries are affected information will be shared and consultation undertaken concerning: (…)
the structure of [ [B] ]
its economic and financial situation
proposed changes to the methods of production or sales
(…)
substantial changes in organisation,
(…)
the employment situation including future plans
(…)”
as soon as possible” zal informeren “
about all special circumstances and proposed decisions which will significantly affect the interests of the Employees of at least two different member states.
substantial changes in organisation,omdat het de bedoeling is om te komen tot een “
product driven technology company” en de onderneming over de hele linie wordt gesplitst waarbij personeelsleden onder de loep worden genomen om te beslissen aan welk deel zij toegerekend dienen te worden;
the structure of [A] ,omdat de structuur van de onderneming weliswaar niet juridisch wijzigt, maar het systematisch doorvoeren van een splitsing als een structuurwijziging is te beschouwen;
its economic and financial situation,omdat per segment de financiële prestaties afzonderlijk worden beoordeeld en de splitsing zowel wat betreft de beweegredenen van Project [E] (de noodzaak tot ingrijpen in verband met verslechterde resultaten) als wat betreft de uitwerking betrekking heeft op de economische en financiële situatie van [B] ;
proposed changes to the methods of production processes,omdat de beweegredenen van project [E] mede erop gericht zijn om beter aan te sluiten bij de wensen van de klant;
the employment situation including future plansomdat het project [E] gevolgen heeft voor de individuele werknemers.
countrymanagers”, en (iv) de bevoegdheid tot het aangaan van rechtshandelingen en (v) nieuwe organisatieschema’s.
[I]en
[J]waren juridisch en organisatorisch al gesplitst. De hoogste managementlaag was niet toegespitst per bedrijfssegment en de verantwoordelijkheid voor beide onderdelen liep door elkaar. Daardoor was onvoldoende duidelijk en werd onvoldoende gecommuniceerd wie voor welk onderdeel op dat niveau verantwoordelijkheid droeg en werd niet het volle potentieel van ieder segment benut. Na een periode van tegenvallende resultaten en nadat een nieuwe CEO was aangetreden, is besloten om te onderzoeken hoe de organisatorische structuur op een meer efficiënte wijze kon worden vormgegeven zodat de structuur paste bij de reeds bestaande splitsing van beide bedrijfssegmenten. Dat bleek op een tamelijk eenvoudige manier te kunnen door een zodanige wijziging in de organisatorische structuur te brengen dat duidelijkheid kon worden verkregen over de taakverdeling en het dragen van verantwoordelijkheid. Dit heeft geresulteerd in Project [E] , waarbij de (reeds gesplitste) organisatie een
rebrandingheeft gekregen door de introductie van [C] (voorheen
[I]) en [D] (voorheen
[J]). Beoogd is om meer inzicht te krijgen in de allocatie van kosten. Ieder van beide segmenten wordt meer toegespitst per product. Project [E] behelst een verandering en een verduidelijking op het hoogste managementniveau, waarbij een (her)allocatie plaatsvindt van de hoogste managementlaag aan één van beide segmenten. Alleen op dit niveau zijn de rapportagelijnen en de verantwoordelijkheden aangepast. De directe gevolgen hiervan voor de werknemers onder de betreffende managementlaag zijn beperkt. In Europa worden de regionale Managing Directors direct geraakt, nu zij verantwoordelijk worden voor één van beide segmenten. Voor de overige werknemers zijn er geen wijzigingen in hun posities: zij blijven werkzaam bij hun huidige entiteit in hun huidige functie. Er is geen wijziging van arbeidsvoorwaarden of functieprofielen en evenmin is er een materiële wijziging in de huidige manier van werken. Werknemers die op dit moment werkzaam zijn voor één van beide segmenten, blijven dit ongewijzigd doen. De stelling van de EOR dat een volledige organisatorische splitsing wordt nagestreefd die direct de organisatie raakt en verder gaat dan slechts een wijziging van rapportagelijnen, is feitelijk onjuist. In Europa bestaat de scheiding tussen beide segmenten al lange tijd, met de uitzondering dat beide segmenten door hetzelfde management werden bestuurd. Het is juist dat een vergrote
accountabilitywordt nagestreefd dat ziet op het afleggen van verantwoordelijkheid door en aan de hoogste managementlaag, maar er is geen wijziging voorzien ten aanzien van bijvoorbeeld financiële verslaglegging en productie- of verkoopprocessen. De door de EOR verzochte informatie (zie hierboven onder 3.5) is – afgezien van de informatie waarvan ter terechtzitting is toegezegd dat die aan de EOR zal worden verstrekt – niet voorhanden omdat een en ander niet aan de orde is. Ter terechtzitting is door [B] toegezegd dat een overzicht per kwartaal van het aantal fte in totaal en opgesplitst per land in Europa (een “
head account”), verdeeld over [C] en [D] , zal worden verstrekt en een overzicht van rapportagelijnen, middelen en verantwoordelijkheden met betrekking tot cross nationale, regionale en globale teams, welk overzicht zal worden meegenomen in de kwartaalrapportage over het aantal fte’s.
bold changes”, die niet eenvoudig te realiseren zijn. Ter terechtzitting heeft [B] toegelicht dat die toon blijk geeft van een cultuurverschil tussen Nederland en de Verenigde Staten, waar een ander type jargon wordt gebezigd. Wat daarvan ook zij, naar het oordeel van de Ondernemingskamer zijn die enkele uitlatingen onvoldoende voor de conclusie dat in het kader van Project [E] artikel 5.1 van de EOR-overeenkomst van toepassing is. Gezien het verweer van [B] heeft de EOR zijn stelling ter zake onvoldoende toegelicht. Concrete voorbeelden van relevante situaties waaruit de EOR heeft kunnen afleiden dat er meer aan de hand is dan een wijziging in rapportagelijnen van de hoogste managementlaag met het oog op verkrijgen van meer inzicht in de allocatie van kosten, heeft de EOR niet gegeven. De EOR heeft onvoldoende gesteld dat uit met hem gedeelde informatie is gebleken dat project [E] verder strekkende gevolgen zal hebben dan hetgeen [B] daarover heeft aangevoerd. Bij pleidooi heeft de EOR nog aangevoerd dat bij wijzigingen in de top ook rekening moet worden gehouden met de uitstralingseffecten naar de rest van de organisatie (andere rapportagelijnen, ten aanzien waarvan bijvoorbeeld de vraag rijst wat dit betekent voor het medezeggenschapstraject of de ondersteunende diensten), maar er zijn onvoldoende aanwijzingen dat zich op dat punt een situatie voordoet als bedoeld in artikel 5.2 jo. artikel 5.1 van de EOR-overeenkomst. De EOR heeft bij pleidooi voorts nog een tweetal producties overgelegd die betrekking hebben op herstructurering van de Finance en HR organisatie. [B] heeft er bij pleidooi echter op gewezen dat deze wijzigingen zien op onderdelen van [B] buiten Europa en bevestigd dat project [B] binnen Europa geen substantiële wijzigingen meebrengt. De Ondernemingskamer heeft gelet op het hiervoor overwogene, geen aanleiding om te veronderstellen dat hetgeen desgevraagd door of namens [B] naar voren is gebracht (in de kern: er is niet meer dan dit) onjuist zou zijn. Nu bovendien ter terechtzitting is afgesproken dat aan de EOR de hierboven onder 3.7 genoemde overzichten ter beschikking zullen worden gesteld, ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding om te overwegen dat [B] in haar informatieverplichting tekort is geschoten jegens de EOR.