Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1971, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennepplanten. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de opgelegde gevangenisstraf. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan één week voorwaardelijk. De advocaat-generaal had in hoger beroep een taakstraf van 60 uren gevorderd, subsidiair 30 dagen hechtenis. De raadsman van de verdachte had verzocht om schuldigverklaring zonder straf of een voorwaardelijke taakstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan overtreding van de Opiumwet door een aanzienlijke hoeveelheid hennepplanten in zijn woning te hebben. Het hof oordeelde dat de aangetroffen hoeveelheid ver boven de gedoogde hoeveelheid voor eigen gebruik lag en dat de verdachte bijdroeg aan de instandhouding van het illegale circuit van softdrugs. Bij de strafoplegging heeft het hof gekeken naar de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), waaruit blijkt dat voor het aanwezig hebben van 2.500 tot 5.000 gram hennep een onvoorwaardelijke taakstraf van 180 uren gebruikelijk is.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om de gevangenisstraf te vernietigen en in plaats daarvan een taakstraf van 60 uren op te leggen. Het hof heeft ook vastgesteld dat het ontbreken van een ziektekostenverzekering geen belemmering vormt voor de uitvoering van de taakstraf. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de verdachte en de omstandigheden van de zaak, waarbij het hof de persoonlijke situatie van de verdachte in acht heeft genomen.