In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder vrijgesproken van het ten laste gelegde aanwezig hebben van (ongeveer) 4 pillen XTC/MDMA. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 augustus 2017 te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk ongeveer 1,72 gram cocaïne bij zich had. Het hof oordeelt dat het bewijs voor de aanwezigheid van cocaïne kan worden geleverd door een indicatieve test uitgevoerd door de politie, in combinatie met de verklaring van de verdachte dat de wikkels cocaïne bevatten. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van de XTC/MDMA. Het vonnis van de politierechter is vernietigd en het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 450,- en 9 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, evenals de persoon en draagkracht van de verdachte.