ECLI:NL:GHAMS:2019:1880

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 mei 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
23-002943-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 1 augustus 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1996, had geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit tegen het vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te beschermen belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder onderzocht wordt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002943-18
datum uitspraak: 28 mei 2019
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 augustus 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 13-140782-18 en 13-066650-18 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 mei 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van het ingestelde beroep

Nu de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend, noch mondeling zijn bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te beschermen belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zelf, zal hij gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet ontvankelijk verklaard worden in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. F.A. Hartsuiker en mr. M.F.J.M. de Werd, in tegenwoordigheid van C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 mei 2019.