ECLI:NL:GHAMS:2019:1879

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 mei 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
23-002607-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldigverklaring zonder straf wegens recentelijk opgelegde ISD-maatregel; artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1961 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor verschillende diefstallen en had een ISD-maatregel opgelegd gekregen. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van de politierechter van 25 juni 2018. De tenlastelegging omvatte meerdere diefstallen en bedreigingen, gepleegd in Amsterdam tussen 2017 en 2018. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstallen, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, gezien de reeds opgelegde ISD-maatregel. Het hof oordeelde dat, indien de feiten uit deze zaak gelijktijdig met de eerdere zaak waren behandeld, de rechtbank geen andere beslissing zou hebben genomen dan het opleggen van de ISD-maatregel. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf werd afgewezen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002607-18
datum uitspraak: 28 mei 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 juni 2018 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-701660-17 en 13-684024-18 en 13-684207-18 en 13-689080-18 en 13-706046-18, alsmede 13-685001-14 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 mei 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 13-701660-17:
1.
hij op of omstreeks 21 april 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkel(pand) ([adres 1]) heeft weggenomen een of meerdere shampoo en/of een of meerdere tandpasta en/of een of meerdere roomboter (totale waarde 11,93 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
2.
hij op twee althans op een tijdstip(pen) op of omstreeks 9 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (telkens) heeft weggenomen een hoeveelheid boodschappen (met een geschatte waarde van 70,- euro en/of met een waarde van 66,73 euro), in elk geval (telkens) enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan de [bedrijf 2] (gelegen aan het [adres 1]), in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte; (artikel 310 Wetboek an Strafrecht) en/of hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een hoeveelheid boodschappen (met een waarde van 66,73 euro), geheel of ten dele toebehorende aan de [bedrijf 2] (gelegen aan het [adres 1]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, voornoemde winkel is binnengelopen en/of een winkelmandje bij het tourniquet heeft gepakt en/of een hoeveelheid boodschappen in een boodschappentas heeft gestopt en/of met het winkelmandje met daarin de gevulde boodschappentas naar het tourniquet is gelopen en/of de gevulde boodschappentas naast het tourniquet bij het winkelmandje heeft klaargezet/neergezet.
Zaak met parketnummer 13-684024-18 (gevoegd):
hij op of omstreeks 15 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een pak vaatwas tabletten en/of shampoo en/of deodorant en/of twee, althans een of meer zalmfilet, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 1] (filiaal [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks terwijl tijdens het plegen van het vorenomschreven misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige (verdachte) tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Zaak met parketnummer 13-684207-18 (gevoegd):
hij op of omstreeks 13 mei 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen zes, althans een of meer pannen en/of een hoeveelheid aanstekers en/of vier, althans een of meer paar schoenen en/of een paar slippers, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 3] (filiaal [adres 3]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks terwijl tijdens het plegen van het vorenomschreven misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige (verdachte) tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Zaak met parketnummer 13-689080-18 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks 18 oktober 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit restaurant [naam 1], heeft weggenomen de fooienpot met inhoud en/of een (warme) tas en/of een weegschaal en/of zeep en/of kroepoek en/of een verlengsnoer, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of etenswaar en/of geld(bedragen), geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, waarbij hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld en/of etenswaar onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
2.
hij op of omstreeks 18 oktober 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [benadeelde] woordelijk en/of feitelijk heeft bedreigd met - openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en/of goederen, en/of - geweld tegen een internationaal beschermd persoon en/of diens beschermde goederen, en/of - enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en/of - feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en/of - enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of - zware mishandeling, door [benadeelde] de woorden toe te voegen: "Ik maak je dood" en/of (vervolgens) een (nep)wapen op die [benadeelde] te richten, althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
3.
hij op of omstreeks 18 oktober 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (een) luchtdrukwapen, zijnde (een) voorwerp(en) als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen; De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
Zaak met parketnummer 13-706046-18 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks 16 februari 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen zes (6), althans een of meer, potten koffie (Nescafé), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 1], vestiging [adres 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
2.
hij op of omstreeks 16 februari 2018 te Amsterdam, in de woning, het besloten lokaal en/of het erf, gelegen in/aan de [adres 2], bij een ander, te weten bij winkelbedrijf [bedrijf 1], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-701660-17 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-684024-18 en in de zaak met parketnummer 13-684207-18 en in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 13-706046-18 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 13-701660-17:
1.
hij op 21 april 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand, [adres 1], heeft weggenomen shampoo, tandpasta en roomboter, toebehorende aan [bedrijf 1];
2.
hij op 9 augustus 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid boodschappen toebehorende aan de [bedrijf 2] gelegen aan het [adres 1], en hij op 9 augustus 2017 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid boodschappen, toebehorende aan de [bedrijf 2] gelegen aan het [adres 1], voornoemde winkel is binnengelopen en een winkelmandje bij het tourniquet heeft gepakt en een hoeveelheid boodschappen in een boodschappentas heeft gestopt en met het winkelmandje met daarin de gevulde boodschappentas naar het tourniquet is gelopen en de gevulde boodschappentas naast het tourniquet bij het winkelmandje heeft klaargezet;
Zaak met parketnummer 13-684024-18 (gevoegd):
hij op 15 januari 2018 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pak vaatwas tabletten en shampoo en deodorant en zalmfilet, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 1], filiaal [adres 2], zulks terwijl tijdens het plegen van het voren omschreven misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
Zaak met parketnummer 13-684207-18 (gevoegd):
hij op 13 mei 2018 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen pannen en een hoeveelheid aanstekers en schoenen en een paar slippers, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 3], filiaal [adres 3], zulks terwijl tijdens het plegen van het voren omschreven misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
Zaak met parketnummer 13-689080-18 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks 18 oktober 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit restaurant [naam 1], heeft weggenomen de fooienpot met inhoud en een tas en een weegschaal en zeep en kroepoek en een verlengsnoer, toebehorende aan [naam 2];
2.
hij op 18 oktober 2017 te Amsterdam, [benadeelde] woordelijk en feitelijk heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door [benadeelde] de woorden toe te voegen: "Ik maak je dood" en vervolgens een nepwapen op die [benadeelde] te richten;
3.
hij op 18 oktober 2017 te Amsterdam, een luchtdrukwapen, zijnde een voorwerpen als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen;
Zaak met parketnummer 13-706046-18 (gevoegd):
1.
hij op 16 februari 2018 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen potten koffie Nescafé, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 1], vestiging [adres 2];
2.
hij op 16 februari 2018 te Amsterdam, in het besloten lokaal gelegen aan de [adres 2], bij een ander, te weten bij winkelbedrijf [bedrijf 1] in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 13-701660-17 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-684024-18 en in de zaak met parketnummer 13-684207-18 en in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 13-706046-18 onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 13-701660-17 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-684024-18 en in de zaak met parketnummer 13-684207-18 en in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 1 en in de zaak met parketnummer 13-706046-18 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 3 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het in de zaak met parketnummer 13-706046-18 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof acht het met de advocaat-generaal en de verdediging raadzaam te bepalen dat in verband met de volgende omstandigheden geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Op 14 mei 2019 heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam in de zaak met parketnummer 13-0326299-19 en parketnummer 13-685001-14 (TUL) de verdachte een ISD-maatregel opgelegd. Deze beslissing van de rechtbank is, na de afstandsverklaring namens de verdachte, op 28 mei 2019 onherroepelijk geworden. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing. Indien de onderhavige feiten tegelijk met de feiten uit voormelde zaak waren voorgelegd aan de rechtbank Amsterdam, zou naar het oordeel van het hof de rechtbank op 14 mei 2019 geen andere beslissing hebben genomen dan het opleggen van de ISD-maatregel. Derhalve acht het hof strafoplegging in de onderhavige zaken niet opportuun.
In verband met het voorgaande acht het hof het raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd ten aanzien van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd dat de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 29 mei 2015 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht wordt afgewezen. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
In verband met hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de strafoplegging acht het hof het met de advocaat-generaal en de verdediging niet zinvol de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-701660-17 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-684024-18 en in de zaak met parketnummer 13-684207-18 en in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 13-706046-18 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-701660-17 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-684024-18 en in de zaak met parketnummer 13-684207-18 en in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 13-706046-18 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-701660-17 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-684024-18 en in de zaak met parketnummer 13-684207-18 en in de zaak met parketnummer 13-689080-18 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 13-706046-18 onder 1 en 2 bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 4 mei 2017, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 29 mei 2015, parketnummer 13-685001-14, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 4 maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. F.A. Hartsuiker en mr. M.F.J.M. de Werd, in tegenwoordigheid van C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 juni 2019.