ECLI:NL:GHAMS:2019:1765

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 mei 2019
Publicatiedatum
28 mei 2019
Zaaknummer
200.244.332/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2019 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verhoging van de onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke procedure. De verzoeksters, bestaande uit verschillende besloten vennootschappen, hebben eerder een verzoek ingediend voor een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschap [C]. Dit onderzoek was bevolen bij beschikking van 30 januari 2019, waarbij de kosten van het onderzoek waren vastgesteld op € 25.000, exclusief omzetbelasting.

De onderzoeker, mr. Y Borrius, heeft op 9 mei 2019 verzocht om de kosten van het onderzoek te verhogen tot € 42.500, wederom exclusief omzetbelasting. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over dit verzoek kenbaar te maken. Op 22 mei 2019 hebben zowel de verzoeksters als de verweersters aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de verhoging van de kosten.

De Ondernemingskamer heeft de onderbouwing van het verzoek van de onderzoeker beoordeeld en, gezien het ontbreken van bezwaren, besloten het verzoek toe te wijzen. De kosten van het onderzoek komen ten laste van de vennootschap [C], die ook verplicht is om aanvullende zekerheid te stellen voor de betaling van het verhoogde bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.244.332/01
beschikking van de Ondernemingskamer van 28 mei 2019
inzake

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mrs. J.A.I. Verheulen
F.A.J. Havenga, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. A.J. Tekstra, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1.
[E],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. A.J. Tekstra,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCANDIVE B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
verschenen bij haar bestuurder [F] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCANPLEEN B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
verschenen bij haar bestuurder [G] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCANSALE B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
verschenen bij haar bestuurder [H] ,
BELANGHEBBENDEN,
e n t e g e n

5.[F] ,

wonende te [....] ,
6.
[G],
wonende te [....] ,
7.
[H],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
allen in persoon verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg worden verzoeksters gezamenlijk aangeduid met [I] c.s. en verweersters gezamenlijk met [J] c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 30 januari 2019 en 4 februari 2019.
1.3
Bij de beschikking van 30 januari 2019 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [C] over de periode vanaf 1 december 2015, zoals omschreven in rechtsoverweging 3.10 jo. 3.3 tot en met 3.7 van die beschikking, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 25.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van [C]
1.4
Bij de beschikking van 4 februari 2019 heeft de Ondernemingskamer mr. Y Borrius te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.
1.5
De onderzoeker heeft bij brief, met bijlagen, van 9 mei 2019 de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen tot € 42.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.6
De Ondernemingskamer heeft partijen bij brief van 13 mei 2019 in de gelegenheid gesteld zich over het in 1.5 bedoelde verzoek uit te laten.
1.7
Op 22 mei 2019 heeft de Ondernemingskamer reacties ontvangen van [I] c.s. en van [J] c.s. Zij hebben laten weten geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van de onderzoeker.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft door middel van een urenspecificatie van de door haar verrichte onderzoekswerkzaamheden alsmede een onderbouwing van de naar verwachting nog te verrichten onderzoekswerkzaamheden, met bijbehorende urenspecificatie, haar verzoek onderbouwd. Nu geen bezwaren zijn ontvangen tegen de verzochte verhoging van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten en de Ondernemingskamer het verzoek niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer het verzoek toewijzen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 30 januari 2019 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [C] ten hoogste mag kosten tot
€ 42.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van [C] en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op haar verzoek en op de door haar te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dient te stellen voor de betaling van dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.R. Baart en mr. D.E.M. Aleman MBA, raden, in tegenwoordigheid van J. Bouman, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs op 28 mei 2019.