Uitspraak
mr. V. van Dijken, kantoorhoudende te Harderwijk,
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
1.de ONDERNEMINGSRAAD van KINDEROPVANG WAGENINGEN B.V.,
[A],
[B],
[C],
[D],
[E],
[F],
mr. C.J. van Dijk,kantoorhoudende te Ede.
Het verloop van het geding
- verzoeksters met Kinderopvang Wageningen c.s. (vertegenwoordigd door [G] );
- [G] met [G] ;
- verweersters met Kinderopvang Wageningen c.s. (vertegenwoordigd door [A] );
- Kinderopvang Wageningen Beheer B.V. met Beheer;
- Kinderopvang Wageningen B.V. met Kinderopvang Wageningen;
- Beheer en Kinderopvang Wageningen gezamenlijk ook met de vennootschappen;
- Stichting Kinderopvang Wageningen met de Stichting;
- belanghebbende 1 met de ondernemingsraad;
- belanghebbende 2 met [A] ;
- belanghebbenden 3 tot en met 7 ieder afzonderlijk met [B] , [C] , [D] , [E] en [F] en gezamenlijk met de raad van toezicht of met de raad van commissarissen.
2.De feiten
aandachtspunten”opgenomen, waaronder de volgende: “
van de bestuurder wordt zichtbaar leiderschap gevraagd, wat betekent dat er sprake moet zijn van een uitgedragen visie en een duidelijke strategie” en: “
Houding bestuurder tijdens overleg (RvT, MT, OR e.d.): de RvT bespeurt bij [ [G] ] nog wel eens een licht gevoel van irritatie (…) Kan [ [G] ] hierbij geholpen worden? Opties bijv.: (...) Meer eigen bewustwording van gedrag (…) Coaching (…)”.
de vorige keren is al naar voren gebracht dat de vergaderingen beter moeten worden voorbereid, dat de stukken tijdig moeten worden toegezonden en dat volledige en goede informatie moet worden gegeven. Dat was in deze vergadering weer niet zo. (…) het moet geen gewoonte worden en daar lijkt het nu op” – en over, kort samengevat, het ten onrechte bagatelliseren door [G] van belangrijke onderwerpen.
“plaatsingen”en personeel en organisatie) gesproken naar aanleiding van een verslechterde financiële toestand van Kinderopvang Wageningen. Het verslag dat van dat gesprek is opgemaakt houdt onder meer het volgende in: “
Doelstelling: Financieel buffer opbouwen en toetsbare managementcyclus. Winstmarge creëren om weer ‘vet’ op de botten te krijgen (…) De verwachting van de RvT is dat er een meer-jaren begroting wordt opgesteld onderbouwd met een (meer-)jaren planning van activiteiten en verbeterplannen die toetsbaar zijn en herleidbaar naar (financieel) resultaat. Van de directie wordt verwacht: plannen van de activiteiten, (laten) uitvoeren en realiseren en toetsen op de realisatie.”
Het gesprek begon over het verslag van de [ondernemingsraad]. Daar was hij heel boos over (…). Dat er volgens [de ondernemingsraad] geen of nauwelijks beleid is, of dat waar is of niet, betekent dat [ [G] ] de geluiden op de werkvloer niet oppikt of niet goed daarover communiceert. (…) Datzelfde beeld (“boos worden en niet kijken naar de boodschap”) hebben we ook gezien bij de reactie op ons voorstel persoonlijke doelstellingen en competenties. (…) We hebben gezegd dat we ons afvroegen of [ [G] ] wel in control was en voldoende sensitief was.”[C] heeft daaraan een dag later per e-mail onder meer toegevoegd:
“Wat mij het meest opvalt is dat het voor ons hard werken was om [ [G] ] te laten inzien waar onze zorg zit. Zijn wijze van reageren (boos, persoonlijk aangesproken (…)) zorgt voor polariseren met [ondernemingsraad] en [raad van toezicht] terwijl hij als bestuurder mede moet zorgen voor verbinding.”
Vorige week heb ik samen met [ [G] ] en [ [A] ] een gesprek met de accountant (…) [gehad]. (…) het [is] absoluut noodzakelijk dat er weer zwarte cijfers worden geschreven. Accountant gaf ook aan dat als er weer verlies wordt gedraaid dit jaar dat hij mogelijk de jaarrekening niet kan tekenen (…). Daarna nog een zwaar gesprek gehad met [ [G] ] omdat hij naar mijn mening zich onvoldoende bewust is van de situatie (…). Afgelopen week wederom met [ [G] ] gesproken (op zijn verzoek) waarbij hij heeft aangegeven dat hij zich (…) nu meer bewust is van de situatie. Nogmaals benadrukt dat er op locatie niveau scherp gestuurd moet worden om het resultaat te verbeteren (…)”.
Op de strategische thema’s en relaties verwacht de [raad van toezicht] dat [ [G] ] actief acteert en relevante activiteiten afstemt. Dit gebeurt nu onvoldoende volgens de [raad van toezicht]. [ [G] ] houdt de stakeholders onvoldoende op de hoogte van beslissingen en de mogelijke consequenties (…) De [raad van toezicht] concludeert dat [ [G] ], de bestuurder, te weinig leiderschap neemt op de processen, de inhoud en de relatie/verbinding met de stakeholders. De [raad van toezicht] geeft aan dat het functioneren van de bestuurder maar net voldoende is voor de huidige situatie. De [raad van toezicht] wil dat de bestuurder meer initiatief en eigenaarschap toont, en leiderschap pakt. Waarbij samenwerken, verbinden en meenemen van alle belanghebbenden een belangrijk criterium is. Het huidige functioneren is onvoldoende voor de jaren die komen. De [raad van toezicht] wil een sterke ontwikkeling in 2018 op het beschreven leiderschap.” In het verslag van 7 mei 2018 wordt voorts melding gemaakt van een gesprek met de raad van toezicht waarin [G] heeft gereageerd op de inhoud van de e-mail van 8 maart 2018.
omdat de verstandhouding tussen de [raad van toezicht] en de heer [G] ernstig verstoord is en dit niet ten goede komt van de organisatie”.
3.De gronden van de beslissing
checks and balancesbinnen de onderneming niet meer functioneren. Ter zitting heeft Kinderopvang Wageningen c.s. (vertegenwoordigd door [G] ) daaraan toegevoegd dat de raad van toezicht/raad van commissarissen aan [G] een model strategieplan heeft voorgeschreven en zich in het kader van de beoordeling van dat strategieplan, in strijd met de juiste vennootschappelijke verhoudingen feitelijk heeft gedragen als beleidsbepaler van de vennootschappen.
governancevan de vennootschappen aan de orde worden gesteld.
zonder enige aanleiding is geschorst”, dat “
over disfunctioneren van [G] nooit eerder met hem was gecommuniceerd” en “
dat de reden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomsten voor [G] volstrekt onduidelijk was”. Ter zitting is opnieuw het standpunt ingenomen dat [G] van de raad van commissarissen moest vertrekken “
enkel omdat hij in oktober 2018 aangegeven heeft het stokje op termijn te willen overdragen”. Gelet op het hiervoor in 2.3 tot en met 2.11 overwogene hebben verzoeksters, vertegenwoordigd door [G] daarmee een onwaarachtige voorstelling van zaken gegeven, omdat voor de beslissing relevante feiten zijn achtergehouden. De Ondernemingskamer zal echter, gegeven de hierna te motiveren inhoudelijke afwijzing van het verzoek, geen gevolgen verbinden aan deze schending van artikel 21 Rv.
governancedoor de raad van commissarissen is niet gebleken.
ontslagbesluit; een voorgenomen schorsingsbesluit valt niet onder de reikwijdte van het wettelijke medezeggenschapsrecht. Bij het voorgenomen ontslagbesluit is de ondernemingsraad om advies is gevraagd en hij heeft in dat kader positief geadviseerd.