ECLI:NL:GHAMS:2019:1711

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 mei 2019
Publicatiedatum
20 mei 2019
Zaaknummer
23-003319-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een vonnis in hoger beroep met aanpassing van de kwalificatie en bewijsmiddelen in een strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 september 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in Suriname in 1959, was in eerste aanleg veroordeeld voor het besturen van een personenauto onder invloed van morfine en methadon. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met de aanpassing dat de bewijsmiddelen niet zijn overgenomen en vervangen door eigen bewijsmiddelen. Tevens is de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit verbeterd. Het hof heeft acht geslagen op artikel 62 van het Wetboek van Strafrecht, maar heeft geen andere straffen opgelegd dan de eerste rechter. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde straffen zou krijgen als in eerste aanleg, en het hof heeft zich hiermee verenigd. De uitspraak is gedaan na onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 1 mei 2019, waarbij de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw zijn gehoord. Het hof heeft de kwalificatie van de overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 verbeterd, aangezien er een kennelijke misslag was in de eerdere kwalificatie. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting van het hof.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003319-18
Datum uitspraak: 15 mei 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 september 2018 in de strafzaak onder parketnummer 96-211870-17 tegen
[verdachte],
geboren te district Suriname (Suriname) op [geboortedag] 1959,
ingeschreven op het adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 mei 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vordering advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof:
- de door de politierechter gebezigde bewijsmiddelen vervangt door de bewijsmiddelen die (in die gevallen waarin de wet dit vereist) in een later bij dit verkort arrest te voegen bijlage zijn vervat;
- de kwalificatie van het onder 1 bewezenverklaarde verbeterd zal lezen;
- acht heeft geslagen op het bepaalde in artikel 62 van het Wetboek van Strafrecht, hetgeen niet heeft geresulteerd in de oplegging van andere straffen dan de eerste rechter.

Kwalificatie van het onder 1 bewezenverklaarde

De politierechter heeft bewezen verklaard dat de verdachte zich op 16 november 2015 schuldig heeft gemaakt aan het besturen van een personenauto terwijl hij onder zodanige invloed verkeerde van morfine en methadon, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht. Gelet hierop moet het ontbreken van het eerste lid van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 in de kwalificatie worden gezien als een kennelijke misslag, zodat het hof de kwalificatie van het onder 1 bewezenverklaarde verbeterd zal lezen als:
Overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. H.A. van Eijk en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. D.G. Oomkes, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 mei 2019.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]