Uitspraak
[verdachte],
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
daardoor(geheel of ten dele) wederrechtelijk verkregen voordeel zijn. In artikel 36e, derde lid, Sr is echter bepaald dat wederrechtelijk verkregen voordeel ook kan worden ontnomen indien aannemelijk is dat
andere strafbare feitenop enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Artikel 36e, derde lid, Sr stelt geen eisen aan de aard of de ernst van deze andere strafbare feiten die tot het voordeel hebben geleid. Bij gebrek aan legale inkomsten en bij gebrek aan enig andersluidende verklaring van de veroordeelde, acht het hof het aannemelijk dat hij zijn uitgaven enkel heeft kunnen doen met geld dat hij door middel van strafbare feiten tot zijn beschikking had. Het hof zal het voordeel schatten op grond van het bepaalde in artikel 36e, derde lid, Sr.
betalingsverplichting.
A Vrijspraak in de witwasprocedurewat betreft de betekenis van de [arrest] op een ontneming op grond van artikel 36e, derde lid Sr, op basis van een kasopstelling. Het door de verdediging genoemde bedrag van € 23.066,00 zal dan ook niet in mindering worden gebracht op het geschatte bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
€ 94.660,41,heeft verkregen. Het hof ontleent deze schatting aan feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en gaat uit van de volgende berekening.
Verplichting tot betaling aan de Staat
aanstondsduidelijk is dat hij op dit moment en in de toekomst geen draagkracht heeft of zal hebben. Uit hetgeen daartoe is aangevoerd en overigens over de persoon van de veroordeelde is gebleken, is dat niet (aanstonds) aannemelijk geworden. Daarbij is van belang dat de veroordeelde onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie. Er is op dit moment dan ook onvoldoende reden om reeds nu op grond van de draagkracht van de veroordeelde de betalingsverplichting op een lager bedrag dan het geschatte voordeel vast te stellen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
94.660,41 (vierennegentigduizend zeshonderdzestig euro en eenenveertig cent).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 87.145,41 (zevenentachtigduizend honderdvijfenveertig euro en eenenveertig cent).