Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
grief XI e.v.relevant. Met
grief XIbetoogt Advex dat de rechtbank ten aanzien van [geïntimeerde] ten onrechte heeft overwogen dat de stelling dat hij als toenmalig bestuurder onrechtmatig zou hebben gehandeld – door ervoor te zorgen dat Advex niet werd betaald – als onvoldoende gemotiveerd dient te worden gepasseerd en dat de vordering jegens hem daarom dient te worden afgewezen. Advex stelt dat de primaire grondslag van de vordering op [geïntimeerde] een contractuele is, die ten onrechte niet door de rechtbank is besproken, zodat deze overweging onvoldoende is gemotiveerd. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
grief XIfaalt en dat
grief XII,
grief XIIIen
grief XIV, die van het welslagen van de elfde grief afhankelijk zijn, evenmin slagen. De overige grieven, die geen betrekking hebben op het onderhavige geding in hoger beroep, blijven buiten bespreking.