ECLI:NL:GHAMS:2019:1502

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 april 2019
Publicatiedatum
30 april 2019
Zaaknummer
200.208.781/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van rechtbankuitspraak over onrechtmatigheid van heimelijke opnamen van een burgemeester door een publieke omroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onrechtmatigheid van heimelijke opnamen die door de publieke omroep PowNed zijn gemaakt van de burgemeester van [plaats 1]. De burgemeester, aangeduid als [geïntimeerde], had in eerste aanleg gevorderd dat de opnamen onrechtmatig waren en dat hij schade had geleden. De rechtbank had in haar eindvonnis geoordeeld dat PowNed onrechtmatig had gehandeld door de heimelijke opnamen te maken en deze openbaar te maken. Het hof heeft echter geoordeeld dat de burgemeester, door zijn publieke functie en eerdere publieke optredens, zijn privéleven tot onderwerp van publieke aandacht had gemaakt. Dit leidde tot de conclusie dat de journalistieke vrijheid van meningsuiting in deze zaak zwaarder woog dan het recht op privacy van de burgemeester. Het hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de vorderingen van de burgemeester af, waarbij het hof ook de kosten van het geding aan de burgemeester oplegde.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.208.781/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/581131 / HA ZA 15-142
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 30 april 2019
inzake
de vereniging
POWNED,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. J.P. van den Brink te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde],
wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. S.F. Kalff te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Powned en [geïntimeerde] genoemd.
Powned is bij dagvaarding van 17 november 2016 in hoger beroep gekomen van vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 12 augustus 2015 (verder: het tussenvonnis) en 31 augustus 2016 (verder: het eindvonnis), onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiser en (onder meer) Powned als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met een productie.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 19 oktober 2018 doen bepleiten door hun voornoemde advocaten, beiden aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Powned heeft geconcludeerd dat het hof de bestreden vonnissen zal vernietigen voor zover de vorderingen van [geïntimeerde] jegens haar daarbij zijn toegewezen en alsnog de vorderingen van [geïntimeerde] jegens haar zal afwijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties, inclusief de kosten van het incident en de nakosten, een en ander uitvoerbaar bij voorraad.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd, zakelijk weergegeven, tot bekrachtiging van de bestreden vonnissen, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van Powned in de kosten van het geding in hoger beroep.
[geïntimeerde] heeft in hoger beroep bewijs van zijn stellingen aangeboden.

2.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.21 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof tot uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1
[geïntimeerde] was burgemeester van [plaats 1] in de periode die hier van belang is. PowNed is een publieke omroepvereniging, die tot en met 5 december 2014 haar nieuwsprogramma PowNews op televisie uitzond. Ook brengt zij nieuws naar buiten via haar website, PowNed.tv. [X] (verder: [X] ) was een 20-jarige mediastudent in de periode die hier van belang is.
2.2
Op 3 december 2013 toonde SBS6 in het televisieprogramma "Show Laat" een foto van [geïntimeerde] , zoenend met een 24-jarige man in de lobby van het Crown Plaza Hotel te [plaats 1] . Vervolgens besteedden De Telegraaf, in zijn rubriek Privé, en het tijdschrift Privé hieraan aandacht. De landelijke en de regionale media in [plaats 3] namen de berichtgeving over. Op 4 december 2013 las [A] (de toenmalige echtgenoot van [geïntimeerde] ) namens [geïntimeerde] in het televisieprogramma RTL Boulevard een verklaring voor, waarin [geïntimeerde] zijn gedrag "buitengewoon onhandig en gezien de functie ongepast" noemde. Op 12 december 2013 verscheen de man met wie [geïntimeerde] zoenend was afgebeeld in een televisie-interview met [B] in het programma Shownieuws op SBS 6. De man verklaarde al een jaar een relatie met [geïntimeerde] te hebben.
2.3
Op 16 december 2013 werd openbaar dat [geïntimeerde] met ontbloot bovenlichaam op een door hem aangemaakt profiel op Grindr stond afgebeeld. Grindr is een mobiele applicatie bedoeld om homoseksuele of biseksuele mannen met elkaar in contact te brengen, zodat zij met elkaar kunnen chatten en afspreken. Door middel van geolocatie kunnen gebruikers van Grindr zien welke mannen zich in hun omgeving bevinden en of zij voor chatcontact openstaan. Ook is van de gebruikers een foto met een profiel zichtbaar. Op dezelfde dag werd in het televisieprogramma Pauw & Witteman een discussie gevoerd over de positie waarin [geïntimeerde] was komen te verkeren. Op 17 december 2013 is in het televisieprogramma RTL Boulevard een interview met [geïntimeerde] uitgezonden waarin [geïntimeerde] onder meer is ingegaan op de foto in de hotellobby en zijn profiel op Grindr.
2.4
Op 18/19 december 2013 had op het gemeentehuis te [plaats 1] spoedberaad tussen [geïntimeerde] en de fractievoorzitters in de gemeenteraad plaats. Dit kreeg aandacht van de landelijke pers, waaronder PowNews. De fractievoorzitters deden na dit beraad de volgende verklaring uitgaan:
‘(…)
Fractievoorzitters Gemeenteraad van [plaats 1]
VERKLARING
Op initiatief van de burgemeester heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de fractievoorzitters in de gemeenteraad en de burgemeester. Het was een open maar ook een zeer kritisch gesprek. Het onderwerp heeft zich toegespitst op de mate waarin de ontwikkelingen in de afgelopen weken schade hebben toegebracht aan het ambt van burgemeester en het gezag dat daarvoor nodig is. De fractievoorzitters betreuren deze ontstane schade.
De burgemeester heeft zijn spijt betuigd over zijn handelen in de afgelopen periode waardoor het aanzien van zijn ambt ter discussie is gesteld. In het bijzonder zijn activiteiten op een datingsite die ook in de komende tijd nog tot media aandacht kan leiden.
De fractievoorzitters geven de burgemeester de ruimte om de komende periode zijn ambt ten volle waar te maken, zoals het een burgemeester betaamt. Daarin staat het belang van de stad te allen tijde voorop.
(…)
In aanvulling daarop wensen de volgende fracties van de Liberale Partij [plaats 1] , PVM en MV aan de gemeenschappelijke verklaring toe te voegen de volgende passage:
"Mochten er in de toekomst nog feiten naar boven komen die aantoonbare schade opleveren voor het ambt van de burgemeester, dan heeft dat consequenties".
(…)’
Diezelfde dag verscheen op de website van het tijdschrift Binnenlands Bestuur een artikel dat onder andere inhoudt:
‘(…) Schade aan het ambt
Volgens fractievoorzitter [E] van de PvdA hebben de ontwikkelingen schade toegebracht aan het ambt van burgemeester. [geïntimeerde] heeft volgens hem gezegd dat het niet meer zal gebeuren.
Fractievoorzitter [F] van D66 zei dat [geïntimeerde] 24 uur per dag burgemeester is, zeven dagen in de week. ,,Wij geven hem de ruimte om dat waar te maken, en daar hoort geen datingsite bij. (…)’
Die dag heeft PowNews aandacht besteed aan het spoedberaad tussen [geïntimeerde] en de fractievoorzitters.
2.5
Op 30 september 2014 keek [X] naar het – onder meer door [A] gepresenteerde – televisieprogramma RTL Boulevard, toen daarin een weekendje [plaats 1] werd verloot. [X] stuurde op Twitter de volgende 'tweet':
‘Bij @RTLBoulevardnl kun je een weekendje [plaats 1] winnen….Zullen [website 1] en [website 2] een gangbang organiseren? [website 3] ’.
[geïntimeerde] meldde zich, naar aanleiding van dit twitterbericht, via zijn twitteraccount als burgemeester van [plaats 1] , op Twitter als volger van [X] aan. [X] tweette daarop
‘NAV mijn vorige tweet volgt [website 4] ’. Direct daarna stuurde [geïntimeerde] [X] een DM-bericht (een privé-chatbericht dat voor andere volgers van Twitter niet leesbaar is). [X] tweette daarop
‘En nu krijg ik dus serieus ook een #DM’. [geïntimeerde] en [X] lunchten vervolgens op 2 oktober 2014 samen in een restaurant in [plaats 2] . PowNed voorzag [X] daarbij van een verborgen camera en een microfoon, waarmee zonder medeweten van [geïntimeerde] opnamen werden gemaakt. Op 9 oktober 2014 aten [geïntimeerde] en [X] samen in een restaurant in [plaats 1] . Tijdens dit eten filmde PowNed met een verborgen camera vanaf een tafel op enige afstand. Ook maakte PowNed die dag met een verborgen microfoon geluidsopnamen. Op 1 december 2014 maakte [X] op zijn blog diverse chatgesprekken met [geïntimeerde] openbaar, toonde hij screenshots van de werkagenda van [geïntimeerde] , plaatste hij een selfie waarop hij met [geïntimeerde] stond afgebeeld, en gaf hij een verslag van zijn ontmoetingen met [geïntimeerde] . [X] heeft op enig moment zijn blog offline gehaald.
2.6
Op 3 december 2014 werd, naar aanleiding van de blog van [X] , een reguliere commissievergadering van de gemeente [plaats 1] in een spoedoverleg tussen [geïntimeerde] en de fractievoorzitters omgezet. Na afloop van dit overleg deelde de fractievoorzitter van de PvdA, namens alle fractievoorzitters, aan de pers mee:
‘En of, hoe en wanneer wij dat met de fractie bespreken is aan ons. En verder heb ik geen commentaar.’
2.7
Op 3 december 2014 zond PowNews beelden van [geïntimeerde] en [X] uit die met een verborgen camera in het restaurant in [plaats 2] en het restaurant te [plaats 1] waren gemaakt. De uitzending opende met de volgende inleiding, voorgelezen door [C] :
‘ [geïntimeerde] VERSLIKT ZICH OPNIEUW IN TOYBOY
Spoedoverleg in de [plaats 1] gemeenteraad vanavond. En wederom was burgemeester [geïntimeerde] het onderwerp van gesprek. Want precies een jaar na de zoenaffaire met toyboy [D] , lijkt de burgervader opnieuw zijn boekje te buiten te zijn gegaan. En opnieuw is er een toyboy in het spel. Dit keer is het de 20-jarige [X] die de afgelopen dagen gesprekken publiceerde die hij via de Whatsapp voerde met [geïntimeerde] . In die gesprekken zijn onder meer fragmenten te zien uit de agenda van de burgemeester en een foto van zijn werkkamer. [geïntimeerde] kwam vorig jaar ook al in de problemen, nadat een affaire met een jongeman op straat kwam te liggen. De gemeenteraad oordeelde dat zijn optreden 'een burgemeester onwaardig' was, maar gaf hem nog een laatste kans. Mochten er opnieuw feiten naar boven komen die aantoonbare schade zouden opleveren voor het ambt, dan zou het wel eens over en uit kunnen zijn, aldus een aantal partijen in de raad destijds. Kijk even mee naar hoe dat er toen aan toe ging.’
Vervolgens werd een aantal fragmenten van PowNews van december 2013 getoond, waarna beelden werden uitgezonden die met een verborgen camera waren gemaakt. In het eerste filmpje, dat in [plaats 2] was gemaakt, werd [geïntimeerde] gefilmd door [X] , die tegenover [geïntimeerde] zat. Te horen en te zien is dat [X] en [geïntimeerde] onder meer het volgende zeggen (met " [X] " wordt [X] aangeduid en met " [geïntimeerde] " [geïntimeerde] ):
‘[ [X] ]: Dus kijk, wat je natuurlijk stuurt daar moet je natuurlijk mee oppassen. Dus daarom waarschijnlijk ook de keus vanuit een privé bericht natuurlijk. De reactie.
[ [geïntimeerde] ] Eh, jaha, klopt. En, eh, alleen zelfs ook die komen allemaal ook nog via de mail binnen dan. Eh en die komen op het stadhuis binnen. Dus .. die heb ik allemaal gedelete meteen hoor.
[ [X] ] O, ze mogen het niet weten haha.
[ [geïntimeerde] ] Nou ja, maar .. dat snappen mensen niet. Mensen snappen niet dat we zo aan het aan het eh DM’en zijn dan. Dat dat als ik dat allemaal moet gaan uitleggen wordt te ingewikkeld. Als ik het uit mijn telefoon weghaal is het ook uit het systeem bij de gemeente ([ [X] ] OK) dat is dus geen enkel probleem.
[ [X] ] Want het ging op een gegeven moment ook een beetje de schunnige kant natuurlijk op, dus eh
[ [geïntimeerde] ] Nee, daarom, daarom dus ik dacht ik moet nu effe …
[ [X] ] Maar dan krijg je weer de ophef of eh?
[ [geïntimeerde] ] Ja dan krijg je dat weer.
[ [X] ] Voor jou natuurlijk helemaal. Je bent 24/7 burgervader om het zo te zeggen.
[ [geïntimeerde] ] Ja, dat maakt het probleem. Kijk als het helemaal privé was, dan zeg je OK. Maar zo’n gemeenteraad in het verre [plaats 1] ten opzichte van de Telegraaf en Shownieuws en zo. Ik heb al überhaupt al niks met dat soort thema’s ([ [X] ] Nee). En er staat ineens [onverstaanbaar, rb] burgemeester. Je wilt het allemaal niet weten.’
(…)
[ [geïntimeerde] ] Zelfs met het hier naar toelopen, ben je ben ik achterdochtig van ehm ([ [X] ] zo zie je niet eh ..) maar ik heb er wel een goed gevoel bij gekregen, hoor. Steeds beter. Ook de manier waarop je hier bent, de spontaniteit en de woordkeuze. Ja, voor het zelfde heb je drie geheime camera’s ingebouwd. Dat kan. ([ [X] ] Alles kan) Ja. Toen die affaire net gebeurd was. Ja, dan is het interessant. Want: oh , is er nog meer? Nu zijn we een jaar verder. ([ [X] ] Ja) En nu is het allemaal genormaliseerd. En er zijn geen andere dingen geweest. Nu is het een beetje saai eigenlijk. ([ [X] ] Het is niet meer hot?) Nee, als je nu een foto van ons maakt en je verkoopt ‘m aan de Privé, dan zal de Privé denken: ja, wat moeten we hier voor een verhaal van maken.
[ [geïntimeerde] ] Als ik mijn spontaniteit kwijt raak, dan ben ik [geïntimeerde] niet meer. ([ [X] ] Nee) dan word ik inwisselbaar met ieder ander. Dan moet ik dat risico maar nemen …
[ [X] ] Je moet inderdaad op een gegeven moment de knop om kunnen zetten van het is gebeurd.
[ [geïntimeerde] ] Ja. Ja, maar het mag niet nog een keer gebeuren. Dat is natuurlijk het punt. Dat je .. Ik heb nu gerealiseerd hoe, hoe naïef ik ben geweest. Maar ja. Dat is ook voor een deel mijn charme.
[ [X] ] Daarom is die raad ook nog steeds achter je blijven staan.
[ [geïntimeerde] ] Ja. Maar ze vinden het wel moeilijk hoor. Maar ik moet heel erg uitkijken dat ik geen verkeerde uitspraken doe.
[ [X] ] Zit je met je ambtsperiode, dat je niet de verlenging krijgt.
[ [geïntimeerde] ] Na mijn verlenging, nee hoor, een grapje, dat is flauw. Als ze van me afwillen, moeten ze me afkopen.’
In het tweede filmpje dat met verborgen camera was gemaakt, werden [geïntimeerde] en [X] van opzij getoond, terwijl ze in een restaurant in [plaats 1] aan het eten waren. Hun gezichten waren niet goed te zien. Het geluid dat onder het filmpje hoorbaar was, hoorde niet bij de beelden. Het geluid was van een gesprek dat later op de avond was opgenomen op een terras waar [geïntimeerde] en [X] nog een drankje hadden gedronken. Te horen was onder meer:
‘[ [X] ] Hoe moet ik die sleutel verdienen dan? Dan ben ik wel heel benieuwd.
[ [geïntimeerde] ] Heel lief zijn voor mij.
[ [X] ] Heel lief zijn? Dan maak je me wel heel benieuwd.
[ [geïntimeerde] ] Nou ik denk sowieso dat je wel heel lekker zoent, denk ik. Dat gaat toch wel?
[ [X] ] Ik heb geen klachten.
[ [geïntimeerde] ] En je pijpt ook wel lekker.
[ [X] ] Ja mijn pijpkunsten zijn redelijk goed.
[ [geïntimeerde] ] Je hebt een hele geile mond ook.
[ [X] ] Geile mond? Die heb ik nog niet vaker gehoord. Geile pijpmond.
Burgemeester toch!’
2.8
Op 10 december 2014 kondigde [geïntimeerde] aan dat hij als burgemeester van [plaats 1] zou opstappen zodra de sollicitatieprocedure een nieuwe burgemeester had opgeleverd.

3.Beoordeling

3.1
[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg, na wijziging van eis, gevorderd, zakelijk weergegeven en voor zover in hoger beroep nog van belang:
i. voor recht te verklaren dat Powned door het doen vervaardigen van de heimelijk gemaakte audiovisuele opnamen en/of het openbaar maken daarvan onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld;
ii. te bepalen dat de door [geïntimeerde] als gevolg daarvan geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat, door Powned aan hem dient te worden vergoed;
iii. Powned te bevelen de hangende het geding door haar gestaakte openbaarmaking van de audiovisuele opnamen van de Pownews-uitzending van 3 december 2014 gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
een en ander met veroordeling van Powned in de proceskosten.
Het hoger beroep tegen het tussenvonnis
3.2
[geïntimeerde] had in eerste aanleg ook, op grond van artikel 223 Rv, gevorderd voorlopige voorzieningen te treffen voor de duur van het geding. De grieven V en VI komen (mede) op tegen de inhoud van de rechtsoverwegingen 4.8 en 4.9 van het tussenvonnis op grond waarvan de rechtbank tot het
voorlopigeoordeel kwam dat Powned door het vervaardigen en het openbaar maken van de opnamen met de verborgen camera onrechtmatig heeft gehandeld jegens [geïntimeerde] . De rechtbank beval Powned daarom te bewerkstelligen dat de fragmenten van de opnamen, inclusief beelden van de correspondentie tussen [geïntimeerde] en [X] , zouden worden verwijderd uit de zoekresultaten van Google en Yahoo en beval Powned tot afgifte aan [geïntimeerde] van kopieën van alle opnames. Powned heeft aan die bevelen voldaan. Thans ontbreekt het belang bij het instellen van hoger beroep tegen een voor de duur van de eerste aanleg getroffen voorzieningen. Powned zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in haar hoger beroep voor zover dat is gericht tegen het tussenvonnis.
Het hoger beroep tegen het eindvonnis
3.3
De rechtbank heeft bij het eindvonnis overwogen dat in een geval als het onderhavige het mede door artikel 8 EVRM beschermde belang dat media niet onnodig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer dient te worden afgewogen tegen het belang van de vrijheid van meningsuiting zoals verankerd in artikel 10 EVRM. Welk belang de doorslag moet geven, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden. De rechtbank heeft over die omstandigheden overwogen, kort weergegeven, dat [geïntimeerde] zich als publieke figuur meer moet laten welgevallen dan een niet-publieke figuur, dat als gevolg van de gebeurtenissen in december 2013 het privéleven van [geïntimeerde] voor een deel onderwerp van het publieke debat was geworden en dat de vraag of hij in herhaling zou vervallen, wat als misstand kan worden beschouwd, een onderwerp van publiek belang is geworden. Het stond degene die het gedrag van [geïntimeerde] aan zijn afspraken met de gemeenteraad wilde toetsen echter niet vrij om daarbij elk denkbaar middel te benutten. Aannemelijk is dat een overschrijding van die normen zou kunnen bestaan in het in het openbaar zoenen en in het doen van uitlatingen die de gemeente [plaats 1] in diskrediet zouden brengen. Het bewijs van overschrijding van de door de raad gestelde grenzen zou moeilijk en minder geloofwaardig zijn te leveren zonder heimelijke opnamen zodat het maken daarvan geoorloofd was. De ontmoetingen tussen [X] en [geïntimeerde] hebben echter geen ernstige misstand aan het licht gebracht. Dat [X] en [geïntimeerde] elkaar hadden ontmoet was bovendien reeds bij het publiek bekend uit de blog van [X] . Powned heeft [geïntimeerde] verder niet om commentaar gevraagd. Powned heeft dan ook met het openbaar maken van de opnamen niet aan de proportionaliteitseis voldaan. Powned heeft bovendien door de montage van beeld en geluid de indruk gewekt dat [geïntimeerde] intieme uitlatingen in het restaurant heeft gedaan, en heeft zich daarmee aan misleiding schuldig gemaakt. Na afweging van de betrokken belangen is de conclusie dat Powned met het uitzenden van de opnamen onrechtmatig jegens [geïntimeerde] heeft gehandeld. De rechtbank heeft op grond van een en ander:
a. voor recht verklaard dat Powned jegens [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld door de openbaarmaking van de door haar heimelijk gemaakte opnamen van gesprekken tussen [geïntimeerde] en [X] , als gevolg waarvan [geïntimeerde] schade heeft geleden en nog lijdt;
b. bepaald dat de door [geïntimeerde] geleden en nog te lijden schade nader bij staat dient te worden opgemaakt en dat PowNed de alsdan vastgestelde schade aan [geïntimeerde] dient te vergoeden;
c. Powned bevolen de door haar gestaakte openbaarmaking van de audiovisuele opnamen van de uitzending van 3 december 2014 gestaakt te (doen) houden en alle reeds verwijderde publicaties van deze opnamen op door haar beheerde website en andere (sociale) mediakanalen verwijderd te (doen) houden, op verbeurte van een dwangsom.
De rechtbank heeft de vordering van [geïntimeerde] voor het overige afgewezen en Powned in de proceskosten, gevallen aan de zijde van [geïntimeerde] , veroordeeld.
3.4
De grieven I tot en met VII (de grieven V en VI voor het overige) zijn gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat Powned met het openbaar maken van de heimelijk gemaakte opnamen onrechtmatig heeft gehandeld jegens [geïntimeerde] , en tegen de overwegingen die tot dat oordeel hebben geleid. Powned betoogt bij deze grieven, samengevat, dat de rechtbank een te beperkte uitleg heeft gegeven aan artikel 10 EVRM, dat de rechtbank onjuiste maatstaven heeft aangelegd ter beoordeling van het gebruik van de verborgen audiovisuele apparatuur en van het uitzenden van de aldus verkregen opnamen, dat het ontbreken van wederhoor in dit geval geen omissie is en dat zij de beelden niet misleidend heeft gemonteerd. Powned voert bij haar grieven voorts aan dat de rechtbank ten onrechte niet heeft meegewogen dat [geïntimeerde] het programma RTL Boulevard als communicatiemiddel heeft gebruikt. Volgens Powned was het uitzenden van de beelden gelet op de omstandigheden van het geval gerechtvaardigd. Het hof ziet aanleiding genoemde grieven gezamenlijk te behandelen, en zal daarbij alle stellingen van partijen bespreken die betrekking hebben op de vraag of het uitzenden van de heimelijk gemaakte opnamen onrechtmatig was jegens [geïntimeerde] .
Toetsingscriterium
3.5
Het hof stelt bij de beantwoording van de vraag of uitzending van de opnamen onrechtmatig was jegens [geïntimeerde] voorop dat het recht van Powned op vrijheid van meningsuiting ingevolge artikel 10 EVRM slechts kan worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen. Van een dergelijke beperking is sprake indien uitzending van de opnamen onrechtmatig zou zijn jegens [geïntimeerde] in de zin van artikel 6:162 BW. Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten alle wederzijdse belangen tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van Powned is er met name in gelegen dat zij zich als publieke omroepvereniging in een nieuwsprogramma op televisie kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken, terwijl het belang van [geïntimeerde] met name erin is gelegen dat hij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en, wat in dit geval voorop staat, dat zijn privacy niet onnodig wordt geschonden. Bij deze belangenafweging dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.
3.6
In dit geval is met name van belang in hoeverre [geïntimeerde] een publieke figuur was die zich meer publiciteit zal moeten laten welgevallen dan een willekeurig ander persoon, of sprake was van een misstand die aandacht van de media verdiende, en of het uitzenden van de heimelijk gemaakte opnamen in het licht van het voorgaande toelaatbaar was, mede gelet op de schending van de privacy die uitzending daarvan voor [geïntimeerde] met zich bracht. Het hof zal bij de beoordeling van de rechtmatigheid ook ingaan op de wijze van monteren van de uitgezonden opnamen, de context waarin de beelden in de nieuwsuitzending werden getoond, voor zover door [geïntimeerde] aan de orde gesteld, en de betekenis van het recht op wederhoor in deze zaak. De vraag of de uitzending voldoende steun vond in het feitenmateriaal is in dit geval van geringe betekenis omdat de vordering van [geïntimeerde] is gericht op het (maken en) uitzenden van de heimelijk gemaakte opnamen en zal slechts aan de orde komen in verband met de bij de beelden vertoonde, niet synchroon opgenomen teksten.
Publieke figuur
3.7
[geïntimeerde] was in elk geval wegens zijn functie als burgemeester van [plaats 1] aan te merken als een publieke figuur. Dat betekent dat zijn optreden als burgemeester de kritische aandacht van de media verdiende. In deze zaak wordt als vanzelf de vraag opgeworpen of dat ook voor het privéleven van [geïntimeerde] gold. Bij de beantwoording van die vraag acht het hof van belang om na te gaan op welke wijze [geïntimeerde] en de gemeenteraad van [plaats 1] in de loop der tijd hebben gereageerd op de berichten in de media over het privéleven van [geïntimeerde] .
3.8
[geïntimeerde] heeft, na de eerste berichten in de media over de zoenfoto in de hotellobby, in het televisieprogramma RTL Boulevard een verklaring laten voorlezen door [A] , destijds zijn echtgenoot en tevens presentator van genoemd televisieprogramma. [geïntimeerde] heeft in die verklaring publiekelijk het verband gelegd tussen het beeld op de ‘zoenfoto’ en zijn functie als burgemeester (‘gezien de functie ongepast’). Op 9 december 2013 heeft [geïntimeerde] wederom in RTL-Boulevard een verklaring laten voorlezen door [A] , ditmaal over het intrekken van een aangifte van chantage tegen een inwoner van [plaats 1] die beweerde over compromitterende foto’s van [geïntimeerde] te beschikken. Na de berichten in de media over het Grindr-profiel van [geïntimeerde] , heeft hij op 17 december 2013 een interview in hetzelfde televisieprogramma gegeven. [geïntimeerde] heeft in dat interview gezegd dat de publieke zoen dom was en dat hij niet de foto met ontbloot bovenlijf op Grindr had moeten zetten. [geïntimeerde] heeft aldus meermalen de publiciteit gezocht over kwesties die zijn privéleven betroffen en heeft zich publiekelijk verontschuldigd voor zijn gedrag. [geïntimeerde] heeft daarbij gebruik gemaakt van het televisieprogramma dat zijn echtgenoot destijds presenteerde. [geïntimeerde] heeft, samengevat, zijn gedrag als verkeerd gedrag bestempeld en heeft dit gedrag bovendien in verband gebracht met zijn functioneren als burgemeester. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van het op de nationale televisie uitgezonden programma RTL Boulevard en heeft aldus gekozen voor een groot publiek bereik, welk bereik nog eens werd versterkt, naar mag worden aangenomen, door het feit dat destijds zijn echtgenoot dit programma presenteerde.
3.9
Op 18 december 2013 heeft een besloten vergadering plaatsgevonden met als deelnemers [geïntimeerde] en de fractievoorzitters van de partijen, vertegenwoordigd in de gemeenteraad van [plaats 1] . De fractievoorzitters hebben na die vergadering de hiervoor onder 2.4 aangehaalde verklaring bekendgemaakt. Uit die verklaring is op te maken dat [geïntimeerde] in zijn functie van burgemeester spijt heeft betuigd aan de fractievoorzitters, in het bijzonder over zijn activiteiten op de datingsite Grindr. Daardoor is het aanzien van het ambt van [geïntimeerde] ter discussie gesteld, zo luidt de verklaring. [geïntimeerde] heeft met die spijtbetuiging, zo concludeert het hof, wederom een verband gelegd tussen zijn, kennelijk door hemzelf als verkeerd beoordeelde, gedrag en zijn ambt als burgemeester. Drie fracties hebben bovendien laten weten dat zij consequenties zouden verbinden aan feiten die in de toekomst nog naar boven zouden komen en die schade zouden opleveren aan het ambt van burgemeester. Met deze verklaring is het privéleven van [geïntimeerde] naast een publieke zaak ook een politieke zaak geworden, en dus temeer een onderwerp van terechte publieke aandacht.
De aanleiding tot de opnamen
3.1
[geïntimeerde] heeft geen incidenteel appel ingesteld tegen de afwijzing van zijn vordering voor recht te verklaren dat het vervaardigen van de heimelijke opnamen onrechtmatig jegens hem is. Die afwijzing behoeft dan ook geen nadere bespreking. Het hof constateert dat [geïntimeerde] zijn (gehele) vordering in eerste aanleg wel heeft doen steunen op de stelling dat sprake is geweest van een valstrik waarbij hij in nauw overleg tussen [X] en Powned in de val is gelokt met geen enkel ander doel dan hem en zijn reputatie te beschadigen. Hoewel [geïntimeerde] in hoger beroep de door hem gestelde valstrik beperkt tot het samenspannen van [X] en Powned om heimelijke opnamen te maken, ziet het hof in de stellingen over en weer toch reden om aandacht te besteden aan de aanloop naar het maken van de opnamen.
3.11
[geïntimeerde] heeft, negen maanden na de hierboven genoemde verklaring van de fractievoorzitters, met een twitteraccount met de naam ‘Burgemeester [geïntimeerde] ’ aan [X] verzocht een privé-chat met hem aan te gaan, dit nadat [X] een seksueel getint - in de processtukken van [geïntimeerde] ‘scabreus’ genoemd - bericht op Twitter had geplaatst. De leeftijd van [X] , 20 jaar, was zichtbaar op zijn Twitterprofiel. [X] heeft vervolgens voor iedereen zichtbaar gemaakt dat [geïntimeerde] contact met hem zocht door daarover tweets te plaatsen. [geïntimeerde] heeft in de daarop volgende chat gepoogd [X] , die daarover zijn twijfels uitte, te overtuigen dat hij daadwerkelijk ‘de’ [geïntimeerde] , burgemeester van [plaats 1] , was. [geïntimeerde] heeft het contact met [X] , mede met het oogmerk [X] daarvan te overtuigen, voortgezet via Facebook. Hij stuurde [X] foto’s van zichzelf met ambtsketting, van zijn agenda en van zijn werkkamer. Ook stuurde hij aan [X] de foto die eerder door de media op Grindr is aangetroffen, en daarnaast ook seksueel geladen tekstberichten. [geïntimeerde] neemt vervolgens binnen twee dagen het initiatief tot een ontmoeting met [X] in een restaurant, zoals Powned onweersproken en onderbouwd met diverse chatberichten heeft aangevoerd. [X] neemt daarna contact op met Powned met de mededeling ‘volgens mij is dit wel iets voor Powned’.
3.12
[geïntimeerde] heeft aldus een voor hem volslagen onbekende jongeman benaderd, nadat deze een seksueel geladen bericht op het publiek toegankelijke Twitter had geplaatst, [geïntimeerde] is vervolgens daadwerkelijk, mede met seksueel getinte berichten, contact met deze man blijven onderhouden, en heeft daarna een afspraak met hem gemaakt in een restaurant. Uit niets blijkt dat [X] de initiatiefnemer van een en ander was. [geïntimeerde] heeft van een duidelijk initiatief van de zijde van [X] tot verder contact geen concreet voorbeeld gegeven. Het gedrag van [geïntimeerde] komt gelet op een en ander zodanig overeen met het eerder door hem vertoonde en met hem door de raad besproken gedrag - het zoeken van seksueel geladen contact via sociale media - dat dit voor Powned, nadat [X] haar met zijn verhaal had benaderd, redelijkerwijze voldoende aanleiding kon geven om nader (journalistiek) onderzoek te verrichten. Een en ander spreekt tegen dat, voorafgaand aan het maken van de opnamen, sprake is geweest van een door [X] en Powned opgezette valstrik met het enkele doel om hem te schaden, zoals [geïntimeerde] heeft betoogd.
3.13
Voor zover [geïntimeerde] in hoger beroep heeft willen betogen dat het maken van de heimelijke opnamen een (ongeoorloofde) valstrik was, overweegt het hof het volgende. De rechtbank heeft reeds overwogen dat het bewijs van het overschrijden van de door de gemeenteraad aan [geïntimeerde] gestelde grenzen zonder het maken van heimelijke opnamen van de ontmoetingen van [geïntimeerde] met [X] moeilijk dan wel minder geloofwaardig zou zijn. Daarmee is tot uitdrukking gebracht dat het maken van de heimelijke opnamen voor Powned een noodzakelijk middel was. [geïntimeerde] heeft daar in hoger beroep slechts tegenover gesteld dat Powned ook een foto van hem en [X] samen in het restaurant naar buiten had kunnen brengen en dat het maken (en uitzenden) van de opnamen daarom niet noodzakelijk was. [geïntimeerde] miskent daarmee dat het verdere verloop van de ontmoeting van belang zou kunnen zijn voor de vraag of hij zich aan de door de raad aan hem gestelde grenzen hield. Het hof deelt dan ook het oordeel van de rechtbank dat het gebruik van heimelijke opnamen voor Powned een aanvaardbaar middel was om haar journalistieke doel te bereiken.
Het uitzenden van de opnamen
3.14
In de uitzending zijn na een introductie opnamen te zien en te horen van de eerste ontmoeting tussen [geïntimeerde] en [X] in een restaurant te [plaats 2] . In het uitgezonden fragment bespreekt [geïntimeerde] met [X] onder meer het risico dat voor hem aan hun ontmoeting kleefde. [geïntimeerde] legt aan [X] uit dat hij berichten uit zijn telefoon heeft verwijderd, en daarmee uit het systeem van de gemeente, om te voorkomen dat hij het ‘allemaal moet gaan uitleggen’. [geïntimeerde] bevestigt dat hij dit heeft gedaan omdat het ‘de schunnige kant’ op ging. [geïntimeerde] vertelt dat hij achterdochtig is en wijst uitdrukkelijk op het risico dat [X] een verborgen camera bij zich heeft. Hij zegt dat hij er nu een goed gevoel bij heeft gelet op de manier waarop [X] op hem over komt. [geïntimeerde] zegt ook dat hij het risico maar moet nemen en dat het ‘niet nog een keer [mag] gebeuren’.
3.15
[geïntimeerde] onderkent in het gesprek dus dat hij een risico neemt met het ontmoeten van [X] . Ook maakt hij duidelijk dat hij probeert het risico op ontdekking te verminderen door, nadat hij kennelijk van de faciliteiten van de gemeente gebruik heeft gemaakt, berichten van zijn telefoon en daarmee van het systeem van de gemeente te verwijderen. [geïntimeerde] toont zich bewust van het risico van het aangaan van een seksueel getint contact met een voor hem alleen via sociale media bekende persoon. [geïntimeerde] maakt immers een toespeling op de aanwezigheid van een verborgen camera, zegt dat hij voorafgaand aan de ontmoeting - tot dat moment had hij alleen contact met [X] via sociale media - achterdochtig was maar dat hij door houding en gedrag van [X] tijdens de ontmoeting vertrouwen in hem krijgt. Het door [geïntimeerde] aangekaarte risico voltrekt zich vervolgens. [X] heeft immers daadwerkelijk een verborgen camera bij zich en de daarmee gemaakte beelden worden uitgezonden. Op grond van een en ander is het hof van oordeel dat de inhoud van het gesprek zoals in het eerste fragment is te horen van evident belang is voor het publieke debat, met name omdat uit het uitgezonden fragment duidelijk wordt dat [geïntimeerde] het risico van zijn gedrag onderkende en toch dat risico wenste te nemen. Voor het antwoord op de vraag of het uitzenden van het fragment een publiek belang dient, is overigens niet doorslaggevend of het door [geïntimeerde] in het fragment vertoonde gedrag de door de raad aan hem gestelde grenzen daadwerkelijk overschreed, zoals de rechtbank kennelijk voorstaat. Het is juist aan het publiek, waaronder de gemeenteraad van [plaats 1] , om daarover een oordeel te vellen. Het hof is van oordeel dat niet alleen het uitzenden van de beelden betreffende het aangaan van het contact met [X] , maar ook van de beelden betreffende de uitingen van [geïntimeerde] ten tijde van de ontmoeting het publieke belang diende. Beide elementen, het contact met [X] en de uitingen, raken immers in voldoende mate aan de vraag of [geïntimeerde] de waardigheid van het ambt van burgemeester schaadde.
3.16
Het hof acht van belang dat [geïntimeerde] niet alleen het risico heeft genomen dat hij zijn reputatie als burgemeester zou schaden of meer in het algemeen de waardigheid van het ambt van burgemeester. Hij heeft zich met zijn gedrag ook kwetsbaar gemaakt voor pogingen tot chantage. [geïntimeerde] wilde kennelijk geen problemen met de gemeenteraad en vertelde dit uitdrukkelijk aan [X] . [geïntimeerde] maakte [X] daarmee onbedoeld duidelijk dat deze hem met de heimelijk gemaakte opnamen onder druk zou kunnen zetten. Ook dat is een element dat het uitzenden van het fragment van publiek belang maakt. Dat is des te meer het geval omdat zowel [geïntimeerde] als het publiek al bekend was met een eerdere poging tot chantage van [geïntimeerde] .
3.17
Het tweede door Powned uitgezonden fragment bestaat uit een gesprek van expliciet seksuele aard. Dat maakt dat het uitzenden van dit fragment een indringender inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [geïntimeerde] oplevert dan het uitzenden van het hiervoor besproken fragment. De vraag of en in welke mate het uitzenden van dit fragment heeft kunnen bijdragen aan het publieke debat is daarom des te klemmender. Bij het beantwoorden van die vraag wordt het volgende in aanmerking genomen. De eerdere incidenten die tot het hiervoor beschreven publieke optreden van [geïntimeerde] en de reactie van de gemeenteraad leidden, hadden een seksuele, althans intieme lading. De (tweede) ontmoeting van [geïntimeerde] met [X] had onmiskenbaar daadwerkelijk een seksuele lading. Tegen de achtergrond van het voorgaande volgt het hof Powned in haar verweer dat daarom in elk geval aanleiding bestond om als bijdrage aan het publieke debat te melden dát er een seksueel getint gesprek had plaatsgevonden. Verder viel rekening te houden met de mogelijkheid dat [geïntimeerde] een en ander zou willen betwisten dan wel bagatelliseren; hij wilde immers geen problemen met de raad. Daarmee wordt het verloop van het gesprek tussen [X] en [geïntimeerde] eveneens van belang. Ook [geïntimeerde] hecht kennelijk belang aan het verloop van het gesprek. Hij betoogt immers dat [X] hem met het meermalen stellen van vragen van seksuele aard heeft uitgelokt. Het hof ziet in de uitgezonden beelden en gesprekken overigens geen aanknopingspunten om [geïntimeerde] daarin te volgen. Een en ander betekent dat het uitzenden van het gesprek, waarmee het gespreksverloop op de meest transparante manier duidelijk werd gemaakt, aan het publieke debat over het gedrag van [geïntimeerde] heeft bijgedragen.
3.18
Het ter vervanging van de opnamen (beeld en geluid) volstaan met het publiceren van een enkele foto van de ontmoeting, zoals [geïntimeerde] voorstelt, was gelet op het voorgaande niet afdoende geweest als bijdrage aan het publieke debat, althans mag geacht worden een andere, minder vergaande impact op dat debat gehad te zullen hebben, waarmee ook voor de politieke en/of publiek relevante aspecten van het besprokene verborgen zouden zijn gebleven . Ook de blog van [X] , waardoor de ontmoeting tussen [geïntimeerde] en [X] al publiek was geworden, was te beperkt van aard om als een voldoende bijdrage aan het publieke debat aan te merken die Powned had moeten weerhouden van uitzending van de beelden. Niet alleen de inhoud van die blog was beperkt, deze hield slechts een - niet helder verwoorde - weergave van de persoonlijke ervaringen van [X] in, maar het publieke bereik van die blog was naar alle waarschijnlijkheid evenmin erg groot.
Inkleding van de uitzending
3.19
[geïntimeerde] klaagt nog erover dat Powned door het a-synchroon monteren van beeld en geluid het publiek heeft misleid. Het gesprek van het tweede fragment heeft plaatsgevonden op een terras, terwijl daarbij beelden zijn gemonteerd van het eerdere samenzijn van [geïntimeerde] en [X] in het restaurant. De gasten in het restaurant zitten vrij dicht bij elkaar zodat het erop lijkt dat het gesprek hoorbaar was voor de andere gasten, aldus [geïntimeerde] . Powned bestrijdt niet dat sprake is van een montage, maar voert aan toe dat de keuze daarvoor is gemaakt omdat beelden van het gesprek op het terras ontbraken. Powned licht daarnaast met een aantal voorbeelden toe dat [geïntimeerde] in het restaurant niet voorzichtiger was met hetgeen hij zei, onder andere dat hij [X] meedeelde dat hij zou gaan scheiden terwijl [geïntimeerde] dat nog niet publiekelijk bekend had gemaakt. Powned voert tevens aan dat het risico van meeluisteren op het terras zelfs groter was. Uit de opnamen blijkt dat de gesprekken op het terras gevoerd aan de belendende tafels, zijn te verstaan terwijl dat bij de opnamen in het restaurant niet zo is. [geïntimeerde] heeft een en ander niet weersproken. Het hof gaat dan ook ervan uit dat er geen sprake is van een bewust of onbewust misleidende montage. [geïntimeerde] heeft overigens niet aangevoerd, ook niet nadat hij de beschikking had gekregen over de ongemonteerde opnamen, dat er op andere wijze sprake zou zijn van een misleidende montage.
3.2
[geïntimeerde] wijst nog op het feit dat in de uitzending van Pownews teksten in beeld werden gebracht als ‘toyboy’ en ‘oude snoeperd’, en bijvoorbeeld ‘ [geïntimeerde] is best af te kopen’. [geïntimeerde] heeft niet toegelicht waarom genoemde teksten het uitzenden van de opnamen onrechtmatig maakt. De gebruikte bewoordingen kunnen weliswaar als denigrerend worden ervaren, maar dat is bij een oordeel over de rechtmatigheid van het uitzenden van de opnamen van gering belang.
Wederhoor
3.21
Powned heeft omtrent het ontbreken van wederhoor aangevoerd dat op de publicatie van de blog door [X] een spoedoverleg met de fractievoorzitters achter gesloten deuren is gevolgd, dat na dat overleg namens de fractievoorzitters is gezegd dat geen commentaar werd gegeven en dat [geïntimeerde] daarna wegens een vakantie is vertrokken naar New York. [geïntimeerde] heeft een en ander niet betwist en heeft bovendien bevestigd dat hij afwezig was wegens vakantie. Onder deze omstandigheden kan niet van Powned worden gevergd dat zij het commentaar van [geïntimeerde] afwachtte alvorens een uitzending aan de gebeurtenissen te wijden.
Afweging
3.22
Bij het beantwoorden van de vraag of uitzending van de opnamen al dan niet onrechtmatig is, is leidend wat rechtens aanvaardbaar is en niet of de uitzending voldoet aan de vereisten van goede smaak. Rechtens is van belang, het voorgaande samenvattend, dat [geïntimeerde] door zijn ambt een publieke figuur was en dat hij, door zijn publieke optredens naar aanleiding van eerdere incidenten en door zijn houding jegens de gemeenteraad van [plaats 1] naar aanleiding van die incidenten, zijn privéleven, inclusief zijn seksuele ‘avonturen’, tot onderwerp van publieke aandacht en van politieke beoordeling heeft gemaakt. Dat leidt ertoe dat ook zijn ontmoetingen met [X] , mede door de wijze waarop [geïntimeerde] deze ontmoetingen had gearrangeerd, tot onderdeel van het publieke debat mochten worden gemaakt. Daar staat tegenover dat de methode die Powned daarvoor heeft toegepast, te weten het gebruik van geheime opnameapparatuur en het vervolgens uitzenden van de aldus gemaakte opnamen, op indringende wijze inbreuk heeft gemaakt op het privéleven van [geïntimeerde] , met name het uitzenden van het gesprek van expliciet seksuele aard. In dit geval dient echter, alles afwegende, te prevaleren de vrijheid van meningsuiting aan de zijde van Powned in het licht van haar rol en taak om maatschappelijk relevante feiten in haar nieuwsprogramma aan de orde te stellen. Bij dit oordeel weegt mee, dat de opnamen zijn gemaakt in een restaurant en op een terras, in beginsel publiek toegankelijke ruimten. Ook weegt mee dat Powned, conform haar toezegging, de uitzending nimmer heeft herhaald of voor uitzending door derden ter beschikking heeft gesteld, dat zij de uitzending van haar websites heeft gehaald en dat de uitgezonden opnamen, zo is namens [geïntimeerde] ter zitting meegedeeld, (kennelijk mede naar aanleiding van de inspanningen van Powned) niet meer te vinden zijn op het internet. Dit laatste leidt er overigens toe dat [geïntimeerde] geen belang heeft bij zijn vordering zoals hiervoor in 3.1, onder iii, verwoord. Een en ander betekent dat de inbreuk op het privéleven van [geïntimeerde] , hoewel nog steeds van indringende aard, beperkt is gebleven tot het maken van opnamen in publiek toegankelijke ruimten en tot het uitzenden daarvan in de periode waarin de gebeurtenissen actueel waren.
3.23
Een en ander betekent niet dat media een vrijbrief hebben om publieke personen heimelijk te filmen. Anderzijds voert het te ver om een dergelijk middel alleen toelaatbaar te achten in het geval dat sprake zou zijn van strafbare feiten, zoals [geïntimeerde] lijkt voor te staan. Doorslaggevend is in dit geval dat beeld en geluid in voldoende mate relevant waren voor een eerder geopend publiek en politiek debat over de vrijheden van [geïntimeerde] als burgemeester van [plaats 1] .
3.24
[geïntimeerde] heeft nog aangevoerd dat het uitzenden van de opnamen in strijd is met het hem ingevolge artikel 21 van de Auteurswet toekomende portretrecht. [geïntimeerde] heeft in dat verband echter niet toegelicht welk redelijk belang zich tegen de openbaarmaking verzet. Voor zover [geïntimeerde] doelt op zijn privacybelang, dient zijn beroep op het portretrecht, tegenover het recht van Powned op haar vrijheid van meningsuiting, te worden verworpen op de hiervoor reeds gememoreerde gronden, en met name omdat [geïntimeerde] een publieke figuur is die zelf de publiciteit heeft gezocht.
Afsluiting
3.25
De grieven I tot en met VII slagen. Powned heeft met het openbaar maken van de heimelijk gemaakte opnamen niet onrechtmatig gehandeld jegens [geïntimeerde] . Er is geen andere grond voor toewijzing van enig onderdeel van de vorderingen van [geïntimeerde] gesteld of gebleken. Deze zullen dan ook, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, alsnog worden afgewezen.
3.26
Powned heeft geen belang meer bij bespreking van grief VIII betreffende de causaliteit en de schade en van grief IX betreffende de reikwijdte van de door de rechtbank toegewezen vordering.
3.27
Het eindvonnis zal worden vernietigd voor zover dit tussen [geïntimeerde] en Powned is gewezen en de vorderingen van [geïntimeerde] jegens Powned zullen alsnog geheel worden afgewezen. [geïntimeerde] zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in eerste aanleg (in de hoofdzaak) en in appel.

4.Beslissing

Het hof:
verklaart Powned niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen het tussenvonnis;
vernietigt het eindvonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen,
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
wijst de vorderingen van [geïntimeerde] af;
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van Powned begroot op € 613,- aan verschotten en € 904,- voor salaris,
en voorts:
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Powned begroot op € 812,57 aan verschotten en € 3.222,- voor salaris en op € 157,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 82,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.T. van der Meer, R.J.F. Thiessen en D. Kingma, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 30 april 2019.